Samenvatting Hoofdstuk 1
Cellen & Weefsels
- Anatomie is de wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam.
- Fysiologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de functi van het menselijk lichaam en
de functes van de verschillende onderdelen.
- Stofwisseling (metabolisme) is het totaal aan bewerkingsprocessen dat plaatsvindt in cellen
en het lichaam.
1.1 Kenmerken van het leven
- Stofwisseling (metabolisme): Het geheel van chemische processen dat plaatsvindt in de
cellen en het organisme. Onder verdeeld in 2 afzonderlijke processen:
1. Wiifsilafbaak (katabolismi): Het uiteenvallen van grotere moleculen in kleinere
moleculen.
2. Wiifsilopbouw (anabolismi): Het totaal van alle opbouwreactes.
- Groei: Er treedt een volumevergrotng van het lichaam op in lengte en gewicht; Voedsel en
zuurstof zijn hier de bouwstenen voor.
- Voortplanting: Ontstaan van een nieuw leven, dit is noodzakelijk voor het voortbestaan.
- Aanpassing: Het vermogen om zich aan te passen aan veranderde levensomstandigheden.
- Prikkelopvang en prikkelverwerking: Het vermogen om te reageren op prikkels vanuit de
buitenwereld of vanuit het lichaam zelf, en deze door het gehele lichaam door te geven en te
verwerken.
- Beweging: Door spierwerking kunnen het lichaam en de lichaamsonderdelen veranderen van
vorm en plaats.
1.2 De opbouw van het menselijk lichaam
Van klein naar groot
- Cel: De fundamentele bouwsteen van het menselijk lichaam.
- Weefsel: Een groep cellen die naar bouw en functe bij elkaar horen met de bijbehorende
tussenstof zoals spierweefsel en zenuwweefsel.
- Orgaan: Opgebouwd uit verschillende, samenwerkende weefsels met een bepaalde functe.
- Orgaanstelsel: Een groep samenwerkende organen die samen een bepaalde functe hebben.
Bijv; adimhalingsstilsil.
- Organisme: Bestaat uit het geheel van samenwerkende orgaanstelsels.
1.3 Samenwerking
Voor een goede afstemming in het lichaam werken een aantal orgaanstelsels en processen intensief
samen.
1.3.1 Het zenuwstelsel en het hormoonstelsel
- Zorgen voor een optmale samenwerking tussen de organen en orgaanstelsels.
- Regelen het doeltrefend en snel reageren op veranderingen in de buitenwereld.
- Hit zinuwstilsil; stuurt signalen razendsnel door het gehele lichaam, waardoor de werking
van de organen plotseling versnelt of vertraagt.
Hobmonin; hebben een stmulerende werking op bepaalde organen.
, Anatomie & Fysiologie
1.3.2 Homeostase
Homeostase (gelijk blijven) is het streven van het lichaam naar het constant houden van het
inwendige milieu van het lichaam.
Om homeostase te bewerkstelligen zijn allerlei regelmechanismen nodig die proberen de
veranderingen van het inwendige milieu min om meer stabiel te houden. Zenuw- en
hormoonstelsel spelen hierbij een belangrijke rol, maar alle orgaanstelsels (zoals ademhaling en
spijsvertering) helpen mee.
1.3.3 Vochtbalans
De hoeveelheid water die een volwassene dagelijks moet opnemen is ruim 2 liter.
Vochtbalans: Dat wat het lichaam opneemt moet gelijk zijn aan de hoeveelheid vocht die het lichaam
dagelijks uitscheidt.
Watib heef in het lichaam meerdere functes: Bouwstof (cel bestaat voor 75% uit water),
oplosmiddel en transportmiddel.
# Water speelt ook een belangrijke rol bij de warmteregulate door transpirate (koelvloeistof)
# Omgekeerd vervoerd water de warmte van plaatsen waar het geproduceerd wordt naar plaatsen
waar het nodig is om het lichaam op temperatuur te houden.
Uitdroging (dehydratie): Een vochtekort in de weefsels.
Kenmerken; droge tong, dorst, weinig plassen, verhoogde temperatuur, verminderde spanning van
de huid, gewichtsverlies en oudere mensen kunnen verward en onrustg worden.
1.3.4 Mineralen
De mens heef dagelijks zout (minderalten ofewel elektrolyten) nodig.
Zouten/mineralen/elektrolyten dienen als:
- Bouwstof; bijv. calcium- en magnesiumzouten in de boten.
- Bistanddiil van hobmonin in inzymin; bijv. jood en ijzer.
- Bloidstolling; met behulp van o.a. calcium.
- Pbikkilgiliiding; idem met calcium.
- Spiibsamintbikking; idem met calcium.
1.3.4 De PH
Een zuur: Een stof die waterstofonen (H+ -ionen) kan afgeven; zoutzuur, azijnzuur en fosforzuur.
Een base: Een stof die waterstofonen kan opnemen.
-
Basischi oplossingin hebben in water gemeen dat er altjd hydroxide (OH - ionen) aanwezig zijn.
pH-waarde: Het getal dat aangeef hoe zuur of basisch een oplossing is. 0 14
pH van di maag is 2, de enzymen in de maag werken het beste bij deze pH. Het zure milieu zorgt er
ook voor dat de groei van ziekteverwekkende bacteriën geremd wordt.
pH van di vagina varieert tussen de 3,8 en 4,5. Beschermt tegen infectes.
pH van slagaderlijk bloed ligt altjd tussen de 7,35 en 7,45. (licht basisch = alkalisch)
Acidose: Verzuring van het bloed Lager dan 7,35. ( te veel H+ -ionen) Leidt tot een dalende
bloeddruk, evt zelfs coma.
Alkalose: pH > 7,45 ( te weinig H+ -ionen)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RMVX. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.