Verplaatsing naar het platteland gaat makkelijker door:
-1874: Transprot en huisvestigingsbeleid – goedkope treinabonnementen voor
arbeiders zorgt ervoor dat niet in de stad hoeven te wonen dit zorgt tot
tegenstelling van het buitenland voor een getemperde verstedelijking.
De Belgische arbeidsmarkt: loonkost stabiliseert, de markt is bereikbaar voor
Iedereen.
-1889: Eerste huisvestigingswet Loi sur Les habitations ouvrières
Men wil de arbeiders zoveel mogelijk stimuleren om individuele nieuwbouw aan
te kopen. Dit op het platteland waar er lage grondprijzen zijn + hulp uit de
dorpskern voor het bouwen van huizen. Dit bereiken ze door een kredietverlening.
-WOII: Men stimuleert klassieke woonvormen via maatregelen. De politiek maat keuzes
rond woonbeleid. De staat reguleert de bebouwing niet maar ondersteund ze door
infrastructuur. Christen en Socialisten komen niet tot een gelijk over maatregel.
-1946: Eerste wet over stedenbouw -> haalt zijn doelstellingen niet. Men wil zones
opstellen waar gebouwd kan worden maar er ontstaat te veel marge (typisch
België)
-1947: Gewestplannen -> deze maken zones en delen bestemmingen toe aan hat
gebieden. -> weinig rem op urbanisering. Het is een mix van wonen en werk.
(Kruidenier op de hoek van een straat vol huizen,…)
-1948: Wet De Taeye (katholieke beleidsmaatregel)
=Een soort van hypotheek. 50 000 goedkope woningen werden gebouwd met
premies voor bouwheren. Dit zorgt voor een oplossing van het woningtekort, er
ontstaat nieuwe arbeid die voor economische groei zorgt.
<-> De Wet Braifont (de socialistsiche tegenhanger)
-1976: Democratisering van de wagen -> men kan nog verder van de stad gaan wonen.
-1996: Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)
1. Beschermt resterende open ruimte
2. Fungeert als stop op het bijbouwen van grote openbare infrastructuur
3. De Stedelijke gebieden verdichten
-> Allemaal vage plannen.
Het Wilde Wonen:
1. Bouwblok
-opgebouwd uit percelen
-binnenplaats privé -> chaotische invulling
-vaak scholen, fabrieken, beluiken en opslagplaats in de binnengebieden
-Gent: Negentiende-eeuws bouwblok in de binnenstad:
-arbeiders- en kleine gezinswoningen rond oude landwegen en fabrieken
-rest van binnenblok is opgevuld met magazijnen, ateliers, bijgebouwen.
-later worden keukens, badkamers (nieuwe behoeftes) aangebouwd
-Ateliers -> worden woningen of studentenkamers
,-Kessel-Lo: drie opeenvolgende stadia van het verluchtigde bouwblok:
-buiten de binnenstad -> morfologische samenhang vervaagt
-door spoorwegwerkplaatsen de nieuwe arbeidersvoorstad van Leuven.
A. Voorstadbouwblok:
-Algemeen Plan van Aanleg (APA) -> volgt agrarische percelen en
wegenstructuur, doet weinig overheidsinvesteringen (nutsvoorzieningen aop
kost van eigenaars) -> verstedelijking gaat traag en kwaliteitsvol
-In periferie: rijhuizen op een roolijn (omsloten straatbeeld)
-naar gelang van tijd veranderen de afmetingen van de percelen (bijkomende
gebouwen)
-Periferie (centrum) wordt verpakt door een stedelijke rand die nevengeschikt is.
-uiteinde van het bouwblok: geen aaneengesloten bebouwing maar conform aan
bouwmarkt -> alleen staande woningen
-rijwoningen bouwen bij naar behoeftes
-grote periferie -> voorstad blijft doorheen de jaren bewegen
B. Omranding, versteende agrarische structuur
-verderaf van het bouwblok = fragmentarische omranding bepaald door tracé
van oude veldwegen.
-rijwoningen -> afgewisseld met openstukken.
-jaren 50 eerst ‘doorsteek’ = aan allebei de zijden vier gekoppelde woningen
-jaren 60 binnengebied = woonunits (geschakelde woningen, lage app-blokken)
-jaren 80 intrede fermette -> aan de randen of tapijtverkaveling in het
binnengebied. (Jumbofermettes = appblok in traditionele vorm)
-overgebleven stukken -> gebruiken voor landbouw (maïs, tarwe, rogge,…)
C. Lint
-Bouwblok valt uiteen
-Steenwegen (interstedelijke verbindingen) -> ongelijk fragmentgewijs bebouwd
-rijwoningen, afgewisseld met vrijstaande woningen, baanwinkels,
benzinestations,…
,2. Arcadia
=Niet volgens typische verstedelijkingspraxis
=Oases bewust en landschappelijk gepland.
A. Knokke-Zoute
-1910 aanleg vakantieoord in de duingebieden door
Compagnie Immobilière du Zout
-verlangen naar natuur -> ontstaan van kronkelend
wegennet
-rechte wegen = ontsluitingswegen
-monotomie vermijden door: verspringende rooilijn /
variatie in woningtypes
-vrijstaande woning afwisselen met per 2/3 geschakelde
villa’s (cottage stijl)
-hoeken -> landmarks (hotels, villa’s)
-periferie= kunstmatige dorpskern -> rijwoningen, kerk,…
(-> Amerikaanse New Urbanism-nederzetting)
-Privacy belangrijk -> inkijk vermijden: tuinmuren, bomen
=Eigen kavel = basiskenmerk van de hedendaagse modale
verkaveling in Vlaanderen
B. Mijncités te Waterschei en Winterslag
-tijdens opzet van de mijnexploitatie
-mijnuitbatingspunten, spoorwegen, kanalen
-geen ontspanning maar accommodatie voor
mijnwerkerslegioen
-geïnspireerd op de tuinstad
-logementen voor vrijgezellen, wijkkerken, kantines,..
-woongroepen van 2,4,5,10 zijn geschikt rond perken,
ronde punten,..
-symmetrie, assymmetrie, verspringende roolijnen =
variatie en verrassing
-na sluiting van de mijnen enkel achteraan de wijken
bijgebouwd (beeld blijft intact)
-achteraan de huizen bijbouwen (keukens, berging,…) niet
zichtbaar aan voorzijde
-formeel en informeel leeft samen -> levindge textuur waarin Belgisch wild wonen groeit.
C. Kijkdorp Papeye
-tentoonstellingen van gerealiseerde woningen (6maand) -> dan verkopen
-kakafonisch hoogtepunt van Vlaamse woningbouwpraxis.
-volkswoningen aan scherpe prijzen door bouwfirma’s
-experiment jonge ontwerpers -> Coherente, kwalitatieve woonbuurt ontwerpen.
-geen stedenbouw nodig -> architectuur zou voor samenhang zorgen
-architecten ontwerpen perceeloverschrijdende volumes voor privacy
-kakafonie van de ontwerpen was te groot. -> te hedendaags (niet traditioneel)
, Vlaanderen verdichten = niet evident.
België: -omgeving variërend van bouwblokken rond de binnenstad
-flarden lintbebouwing aan steenwegen
-verkavelingstapijten tussen binnenstad en lintbebouwing
-bonte nevenschikking stedelijke rijwoningen op platteland + fermettes
= Referentieomgevingen voor plannend Vlaanderen
-verdichtinggebieden afbakenen -> maar er moet zo weinig mogelijk open ruimte
aangesneden worden
-verdichting moet plaatsvinden in de referentieomgeving. (sponsachtig weefsel)
-weefsel kan nog veel functies opnemen
-Bebouwd landschap van Vlaanderen heeft leegtes maar deze zijn onregelmatige
grotes, privé-bezit en vak bebouwd.
-Het weefsel doorkruisen en je ziet: bebouwde en open landschapskamers =
aantrekkingskracht voor bewoners.
-> inname van een kavel kijkt men niet naar landschap (stadswoning bouwt
koterijen bij, lintbebouwing benut achterstrook van tuin, achterste deel
verwilderde moestuinen, fermettes negeren de rurale omgeving door afsluitingen)
-Eigen kavel is belangrijker dan identiteit en samenhang = Er ontbreekt collectieve dimensie
-Er kan geen stadsontwerp opgebouwd worden vanuit de verkavelingslogica. Er bestaat niet zoiets
als het ‘gemeenschappelijke.’
=> oplossingen?
-introductie/versterking van samenhang op intermediair niveau (in het midden)
-voorzieningenas Winterslag: landschap is aanleiding tot samenhang tussen
ruimtelijke structuur & drager van identiteit en herkenbaar
=> Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen laten slagen:
=Verdichting:
-Bebouwde opp, woningen, activiteiten (=weefsel) moeten een ruimer bereik
krijgen.
De verdichting kan ook de kwaliteit van het weefsel verbeteren.
-Toename van dichtheid 1 plek -> kan een andere plek verdunnen. ->
economisch/functioneel afgeschreven weefsels kunnen verwijderd worden.
-verbinding van openbare ruimten: beter gedefinieerde omsluiting, beter
ontworpen overgangen
-selectie van verdichtingsgebieden/strategiën -> landschap kan aanknooppunten
aanbieden (beekvallei verdunnen, helling benadrukken door verschillende
bouwhoogtes. Scherpe grens tussen bebouwing en bos.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MelVT. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.