Lichamelijke opvoeding:
0. inleiding
De motorische ontwikkeling loopt ten overstaan van het lichaam van boven naar beneden en van
centrum naar buiten toe. Dus m.a.w. de grove motoriek (t.h.v. de romp) gaat over in de fijne motoriek
(t.h.v. de ledematen).
Via lessen LO -> bewegingsgedrag van het kind stimuleren + motorische competenties (vaardigheden)
ontwikkelen. Via uitnodigende en veilige omstandigheden waarin het bewegen zelf centraal staat. Dit
draagt bij tot het ontwikkelen van een gezonde en veilige levensstijl in hun verdere leven. + de
zelfredzaamheid (zelfstandigheid) en de sociaal- emotionele ontwikkeling (samenwerken, elkaar
helpen) zal aanvatten (zelfconcept en sociaal functioneren).
Bewegingsontwikkeling of motorische ontwikkeling is een middel tot het verwerven van inhouden
(inhouden) en vaardigheden (kunnen). Daarom is het stimuleren van de motorische ontwikkeling een
eerste en noodzakelijke fase in de persoonlijkheidsontwikkeling. Motoriek is dus de basis waaruit
iedere verdere ontwikkeling vertrekt. Eerst bewegen dan leren.
0.1 Waarom lichamelijke opvoeding in de basisschool?
Uit onderzoek: tekort aan beweging heeft een ongunstige weerslag op:
- Intellectueel: ruimtebegrippen meer betekenis als het kind ze werkelijk ervaart.
Moeilijkheden bij schrijven en leren -> oorzaak van slechte oriëntatie en lateralisatie.
- Karakterieel: kunnen van een vaardigheid wekt zelfbevestiging op en zet aan tot verder leren.
- Sociaal: wnr kinderen samenspelen leren ze elkaar respecteren.
- Motorisch: elementaire bewegingen worden tijdens LO verder uitgewerkt en optimaal
beheerst.
- Lichamelijk: bewegingsarmoede kan op latere leeftijd leiden tot een slechte houding,
verhoogde bloeddruk etc.
0.2 Waarom lichamelijke opvoeding in de onderwijzersopleiding:
Vooral omdat de klas juf samenwerkt met de LO leerkracht bv tijdens lessen zwemmen. -> betere
differentiatie.
De LO leerkracht is verantwoordelijk voor de realisatie van het leerplan. -> Zowel op micro-, meso- als
macro- niveau taken op zich nemen:
- Op microniveau: belast met de voorbereidingen, de uitvoering en de evaluatie van de lessen
lichamelijke opvoeding.
- Op mesoniveau: verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling van het totale vakgebied
binnen de school.
- Op macroniveau: leerkracht is mee met de actuele maatschappelijke thema’s,
onderwijsvernieuwing en in staat om deze kritisch te benaderen en op in te spelen.
1. Welke competenties moet een leerkracht LO hebben:
- Background/bagage/achtergrondkennis
- Persoonlijke bewegingsbekwaamheid: demonstreren, vaardig zijn
- Interactie bekwaamheid: kindgericht, aanvoelen
, - Eigen houding: aanmoedigen, geduldig zijn
- Klasmanagement
- Veiligheid
2. Bewegen buiten de turnzaal:
dit model kan ervoor zorgen dat meer
kinderen de vereiste 60min per dag bewegen.
Als ze dit doorheen de dag gebruiken gaan ze
een positief effect ervaren op:
- Aandacht en concentratie
- Verbeterde executieve functies, motorische
vaardigheden en fysieke fitheid
- een beter cognitief functioneren (link met
domein wiskunde is bewezen andere nog
niet)
2.1 bewegen in de klas:
klasinrichting aanpassen:
klasinrichting: stapelbare krukjes, wieltjes onder stoelen en banken, twee-drie niveaus om te
zitten (tribune), …
dagindeling: verschuif je dagindeling, deur open: integreer de gang, speelplaats is ook een
leerplaats, materialen aanbieden voor vrij spelen, …
bewegen in hoekenwerk:
1 hoek uitwerken waar het accent op beweging ligt, om zo beweging in de klas te integreren.
Niet per se werken aan een ET van LO, maar van een ander domein.
Bewegingstussendoortjes:
Kort moment waar ze extra bewegen. Ideaal als overgang tussen lessen of activiteiten, om
een wachtmoment leuk en bewegend in te vullen, even te ontspannen, speels herhalen,
drukte naar positieve beweging.
VW: weinig uitleg, snel opstarten, weinig of geen materiaal en veelal los van de leerinhoud.
Tips: duidelijk begin en einde, rekening houden klasinrichting en aanwezigheid leerlingen,
regelmatig terugkomen en kort en krachtig.
2.2 bewegen op de speelplaats:
uitdagend aanbod aanbieden. Kinderen zijn 20% van de schooldag op de speelplaats aanwezig.
Voorzie verschillende zones, laat ze zelf ontdekken, ga 1 lesmoment per week naar buiten, gebruik
muren (klimstenen, werpveld etc.).
,DEEL 1: psychomotoriek
Elke les waar je beweegt doe je impliciet beroep op doelen uit de lichaam/tijd en ruimteperceptie.
Net zoals taaldoelen.
3. Reflexen:
3.1 Asymmetrische Tonische Nekreflex (ATNR)
= het allereerste begin van de hand-oogcoördinatie: wnr de baby naar zijn hand kijkt en dan zijn
hoofd draait gaat de arm zich strekken en de ogen volgen de hand. -> leert zijn ogen op een verdere
afstand te focussen.
Na 6 maanden nog? Stabiliseren eenzijdigheid ogen, oren en handen (kiezen links of
rechtshandig) of geen oogdominantie dus moeilijkheden schrijven en lezen.
Hoe hiermee aan de slag gaan in de klas? Kinderen die deze reflex niet voldoende onderdrukt
hebben/tegengegaan zijn, hebben hier echt nood aan.
Hieraan werken: kruisspelen (door dozen kruipen etc.), kruisbewegingen, gekruiste coördinatie
(marcheren zoals een soldaat etc.)
3.2 Symmetrische tonische nekreflex (STNR)
= verdeelt het lichaam in een bovenste en onderste helft die tegengesteld werken: wnr de bovenste
helft gestrekt is kan de onderste helft zich buigen en omgekeerd. -> leert zijn ogen te focussen van
veraf naar dichtbij en omgekeerd.
Nog steeds aanwezig? Problemen: zitten vaak op 1/beide benen. Of hangen in hun stoel
(benen gestrekt zodat armen kunnen buigen). Moeite met overschrijven bord omdat het
focussen van veraf naar dichtbij te langzaam gaat. Liggen vaak met hun hoofd (bijna) op tafel
tijdens het werken. Onhandige kinderen (lopen overal tegen etc.)
1 van de traditionele reflexen die men ziet bij leer- en gedragsstoornissen. Wnr deze kinderen de
STNR en ook de ATNR hebben wordt hun concentratie erg verzwakt.
3.3 Tonisch labyrint reflex (TLR) tot hoofdrechtingsreflex (HRR)
De tonisch labyrint reflexen bestaan uit een voorwaarts en achterwaarts reflex:
- Voorwaartse reflex: al zichtbaar in de baarmoeder, wnr het hoofdje in de baarmoederwand
naar voren wordt geduwd. Rond 6 maanden zal de hoofdcontrole zich gaan ontwikkelen ->
hoofdrechtingsreflex. De hoofdcontrole = essentiële vw voor de ontwikkeling van alle latere
functies en zou de eerste aanzet zijn voor de vroege beweging, spiertonus en evenwicht.
Nog steeds aanwezig? Geen goede balans, geen vast frequentiepunt, bij lang rechtop staan
ineen zakken (gebogen schouders).
- Achterwaartse reflex: bij rechtopstaande houding eerder op zijn tenen gaan staan, en
houterig of schokkerig bewegen.
Deze kinderen zijn vaak niet erg sportief -> onbewust weten evenwicht niet goed is. Vaak ruimtelijke
en visuele problemen + moeite met aanleren en onthouden van logische volgorden.
, Hoe hiermee aan de slag gaan in klas? Kinderen die deze reflex niet voldoende onderdrukt hebben
/tegengegaan zijn, hebben hier echt nood aan. Hieraan werken: voeten masseren, in buiklig of ruglig
op skateboard verder bewegen, over lengte-as rollen, rechtstaand hoofd naar voor en naar achter
bewegen.
4. Psychomotorische ontwikkeling
Methodologische richtlijnen = wat kan een kind op welke leeftijd -> niet kennen, alleen toepassen.
Belang erkenning van fysiologische rijping en ervaring. Hersenen van kleine kinderen -> voldoende
ontwikkeld voor goede beweging aan te vatten. Herhaalde oefening -> verfijning beweging tot een
automatische uitvoering.
Rijping: kind moet rijp genoeg zijn.
Ervaring: maken gebruik van ervaringen in voorgaande pogingen om volgende beter te organiseren
en onze gedragingen aan die bepaalde situatie aan te passen. Oefening -> verfijning en beheersing.
Vw voor kind om te leren bewegen:
- Bewustwording van lichaam hebben
- Voldoende gelateraliseerd zijn
- In de ruimte kunnen situeren
- Tijd beheersen
- Voldoende handig is en bewegingen voldoende coördineren.
Bij kleuters en 1ste graad -> veel motorische vaardigheden nog niet geautomatiseerd. Het verwoorden
van de handeling en gelijktijdige uitvoering van de handeling draagt in ruime mate bij tot een snelle
percipiëring.
4.1 Perceptie
Elk gedrag (lopen, denken, eten) is een uiting van hersenactiviteit waarin het opnemen en verwerken
van informatie een kapitale rol speelt. ‘ik beweeg dus ik leer’
Hoe complexer de taak hoe meer hersendelen erbij betrokken zijn. -> 3 units:
1.) De unit voor waarneming = waarnemingsstructuren
Lichaamsperceptie = kennis van het eigen lichaam en vorming van het lichaamsschema
Tijds- en ruimteperceptie = kennis van de buitenwereld
2.) De unit voor activatie = verwerkingstructuur
Bekomen prikkels van waarneming -> in hersenen verwerkt -> innerlijke voorstelling van gekende
bewegingen of nieuwe bewegingen
3.) De unit voor actie = uitvoeringsstructuur
Coördineren van de waarnemingsstructuren tot een automatisme. Foute waarneming = fout
bewegingsantwoord. ontwikkelen van waarnemingsstructuren is zeer belangrijk.
Zintuigen nemen geweldig veel prikkels op. Deze prikkels worden innerlijk georganiseerd. Innerlijk
organiserend proces = perceptie. -> leren hiermee onze wereld kennen, ordenen en begrijpen.
Perceptie is niet aangeboren en moet dus aangeleerd worden
4.1.1 Visuele perceptie
- Figuur-achtergrondwaarneming (F.A):
de figuur is het deel van de tekening dat in de centrale aandacht van de waarnemer staat. De overige
prikkels vormen een vaag waargenomen achtergrond.
- Visuele discriminatie (V.D):
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zovanweert. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.