H1 – Introductie op het ondernemingsrecht
1.1 Vaak valt onder de definitie ondernemingsrecht dat de organisatie winstgericht dient te zijn. Het
ondernemingsrecht omvat (in het boek) alle rechtsvormen die in de Nederlandse of Europese wet
geregeld zijn, ook indien zij geen winstgevende onderneming drijven. Het ondernemingsrecht valt
onder het privaatrecht. Hierbij worden twee categorieën onderscheiden: de rechtspersoon en de
niet-rechtspersoon. Dit is van belang vanwege de gevolgen voor het rechtssubject; drager van
rechten en plichten. Een huis of een hond, kan geen rechten en plichten dragen; rechtsobject. Een
rechtsobject is datgene waarop een rechtssubject recht kan hebben; goederen bijv. Zowel
natuurlijke- als rechtspersonen zijn rechtsbevoegd; de mogelijkheid om rechtshandelingen te
verrichten, overeenkomsten te sluiten, goederen in ontvangst te nemen, schulden aan te gaan
vorderingen te innen enzovoort. Naast rechtspersonen bestaan er in Nederland
personenvennootschappen zoals de maatschap en de vennootschap onder firma (VOF) en
eenmanszaak. Deze rechtsvormen zijn geen rechtssubjecten. Hierdoor hebben zij geen
rechtsbevoegdheid. De functionarissen binnen deze rechtsvorm zijn wel een rechtssubject.
Rechtspersonen kunnen als rechtssubjecten alleen op papier functioneren als natuurlijk persoon. In
de praktijk kunnen ze alleen door middel van de handelingen van natuurlijke personen functioneren.
In Nederland komen 6 soorten privaatrechtelijke rechtspersonen voor: de besloten vennootschap
met beperkte aansprakelijkheid (BV), de naamloze vennootschap (NV), de vereniging, de stichting,
de onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) en de coöperatie.
1.2 Besloten vennootschap (BV): rechtspersoon met eigen kapitaal, dat door middel van het
uitgeven van aandelen is verkregen. Er geldt een beperkte persoonlijke aansprakelijkheid
bestuurders en aandeelhouders. Een BV moet worden opgericht door een notariële akte en moet
worden ingeschreven bij de KVK. Er is geen verplicht minimumoprichtingskapitaal. De BV heeft een
besloten karakter, er kunnen enkel aandelen op naam worden uitgegeven, geen aandelen aan
toonder. Aandeelhouders krijgen aandelen na het storten van geld in de BV, in ruil waarvoor ze het
recht krijgen om over besluitvorming binnen de bv mee te kunnen stemmen en/of een deel winst te
kunnen ontvangen. Een BV is een commercieel bedrijf.
Naamloze vennootschap (NV): net als de bv een kapitaalvennootschap met beperkte
aansprakelijkheid, maar de nv heeft wel een verplicht minimumoprichtingskapitaal. Een NV wordt
opgericht door een notariële akte en dient te worden ingeschreven bij de KVK. De aandelen kunnen
op naam of aan toonder zijn en kunnen op een aandelenbeurs worden verhandeld. Er bestaan geen
stem- of winstrechtloze aandelen. Een NV is een commercieel bedrijf.
Vereniging (formeel en informeel): een rechtspersoon met leden die een ander doel heeft dan de
coöperatie en de OWM en die niet gericht is op winst. Een vereniging kan met een notariële akte
worden opgericht, waardoor ze een formele vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid; ook
inschrijven KVK in dit geval. Als ze zonder notariële akte is opgericht, is de vereniging informeel en
daarmee beperkt rechtsbevoegd; inschrijving KVK is optioneel. Een vereniging kan een onderneming
drijven, waardoor zij als commerciële vereniging wordt gezien, maar dat hoeft niet.
Coöperatie: dit is een verenigingsvorm waarbij een ledenorgaan verplicht is. De rechtspersoon is
gericht op winst en heeft als doel te voorzien in stoffelijke behoeften van de leden door
overeenkomsten met hen te sluiten. De coöperatie dient bij de notaris te worden opgericht en ook
te worden ingeschreven bij de KVK. De bestuurders zijn in beginsel niet aansprakelijk en het is
mogelijk dat de aansprakelijkheid van leden wordt beperkt of uitgesloten. De coöperatie wordt ook
als commercieel bedrijf gezien.
,Onderlinge waarborgmaatschappij (OWM): hetzelfde als coöperatie, behalve dat ze als doel moeten
hebben dat ze met haar leden verzekeringsovereenkomsten sluit. De OWM is een commerciële
rechtsvorm.
Stichting: in beginsel slechts één orgaan en heeft een ledenverbond. De stichting is niet gericht op
winst. Behaalde winst mag niet worden uitgekeerd aan bestuurders of anderen, behalve wanneer de
uitkering van ideële of sociale aard is. Ook kan een stichting een onderneming drijven en dus
commercieel zijn. Een stichting kan worden opgericht door middel van een notariële akte en moet
worden ingeschreven in het Handelsregister.
Er zijn ook drie soorten personenvennootschappen.
Maatschap: vennootschapsverband waarin met gebruikmaking van een gemeenschappelijke naam,
beroep of bedrijf wordt uitgeoefend. Er wordt onderscheid gemaakte tussen een stille en een
openbare maatschap. De stille maatschap is bedoeld voor beroeps- of bedrijfsuitoefening en de
openbare alleen voor beroepsuitoefening. De stille maatschap treedt niet naar buiten onder één
naam, de openbare wel. Een maatschap wordt opgericht door middel van een overeenkomst. Een
maatschap dient zich in te schrijven in het Handelsregister. Het grootste verschil met een VOF of een
CV is dat de maatschap enkel vertegenwoordigd kan worden als alle maten een volmacht geven aan
degene die handelt namens de maatschap en dat alle maten voor gelijke delen aansprakelijk zijn
voor de verbintenissen van de maatschap.
Vennootschap onder firma (VOF): gebaseerd op de maatschap. Op dezelfde wijze opgericht en moet
worden ingeschreven bij de KVK. Een VOF is echter een vennootschap voor bedrijfsuitvoering,
waarbij het bedrijf altijd onder gemeenschappelijke naam wordt uitgeoefend. Alle vennoten zijn
bevoegd tot vertegenwoordiging, tenzij zij worden uitgesloten. Ook zijn alle vennoten hoofdelijk
aansprakelijk voor de verbintenissen van de VOF. De VOF is de meest voorkomende
personenvennootschap.
Commanditaire vennootschap (CV): gebaseerd op de VOF. Dezelfde oprichtingshandelingen en
dezelfde definitie. Hierbij is echter sprake van een of meer commanditaire vennoten (stille
vennoten) naast de gewone of beherende vennoten. Stillen vennoten zijn vennoten die slechts geld
hebben ingebracht, maar niet werkzaam zijn binnen of namens de vennootschap. Ze delen
volwaardig mee in de winst, maar dragen intern slechts bij tot de hoogte van hun inbreng bij
eventueel verlies. Alle vennoten (behalve commanditaire) zijn bevoegd tot vertegenwoordiging,
tenzij zij zijn uitgesloten. Ook zijn alle vennoten (behalve commanditaire), hoofdelijk aansprakelijk
voor de verbintenissen van de CV.
Ook is er de eenmanszaak: de meest voorkomende rechtsvorm. Het is niet wettelijk geregeld en het
heeft geen formele oprichtingsvereisten. Je dient je simpelweg in te schrijven bij de KVK zodat je
geregistreerd staat in het Handelsregister.
Naast de 6 Nederlandse rechtspersonen, de 3 personenvennootschappen en de eenmanszaak, zijn
er ook 3 Europese rechtsvormen. Deze vinden hun grondslag in de Europese wetgeving. Deze komen
in de praktijk niet veel voor.
Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV): opgericht door ten minste 2 natuurlijk- of
rechtspersonen uit ten minste twee verschillende lidstaten dmv een overeenkomst en zonder
kapitaalinbreng. Het heeft rechtspersoonlijkheid, maar alle leden blijven hoofdelijk aansprakelijk
voor schulden. Doel van EESV is om de economische werkzaamheid van zijn leden te
, vergemakkelijken of ontwikkelen. Winst mag niet het doel zijn. Als er toch winst wordt gemaakt,
wordt dit beschouwd als de winst van leden.
Societas Europaea (SE): een rechtspersoon waarvan kapitaal in aandelen is verdeeld en lijkt hierdoor
op de Nederlandse NV. De SE mag wel winst uitkeren aan betrokken rechtspersonen en deze zijn
niet hoofdelijk, naast de SE, aansprakelijk. Oprichting vindt plaats door twee rechtspersonen met ten
minste twee verschillende nationaliteiten die samen zorgdragen voor een geplaatst
aandelenkapitaal van minimaal 120.000 euro. De SE kan zich verplaatsen van lidstaat naar lidstaat
zonder opgeheven (geliquideerd) te hoeven worden. (Allianz, MAN, Porsche)
Societas Cooperativa Europaea (SCE): een combinatie van elementen van de nv en de coöperatie.
Ook hier is verplaatsing van lidstaat naar lidstaat mogelijk zonder opheffing. Het is een
vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal, maar met coöperatieve elemnten. Het doel is
om aan de behoefte van haar leden te voldoen of het ontwikkelen van hun economische en sociale
activiteiten. Oprichting kan met minstens twee rechtspersonen uit verschillende lidstaten, maar ook
door vijf natuurlijke personen of personenvennootschappen uit verschillende lidstaten. Het
minimaal geplaatste kapitaal van de leden bedraagt 30.000 euro.
1.3 Kerkgenootschappen zijn genootschappen die zich uitsluitend met religie bezighouden. Ze
bezitten rechtspersoonlijkheid, maar verder geeft de wet geen regels over de structuur of inrichting
ervan.
1.4 Wanneer een rechtsvorm wordt gekozen, is een aantal algemene aspecten van belang:
Doel: commercieel of niet commercieel, specifiek wettelijk voorgeschreven (coöperatie of OWM) of
anders?
Zeggenschap: wel of geen gescheiden zeggenschap d.m.v. voorgeschreven organen, wel of geen
scheiding zeggenschap en winstverdeling
Aansprakelijkheid: wel of geen persoonlijke aansprakelijkheid van functionarissen, persoonlijke
aansprakelijkheid voor gelijke delen of hoofdelijk
Vertegenwoordiging: algemene vertegenwoordiging of alleen via volmachten
Financiën: hoogte kosten voor oprichting, wel of geen verplicht oprichtingskapitaal, hoogte kosten
voor voeren van rechtsvorm
Belastingregels: inkomsten- of vennootschapsbelasting, wel of geen aftrekregeling, volledige
btw/verlaagd tarief/vrijstelling, wel of geen dividendbelasting
Interne regels: simpele boekhouding nodig of meer, verplichte organen of vrije indeling, overige
wettelijke voorschriften.
1.5 Doordat een handelingsonbekwame in het algemeen niet in staat wordt geacht
rechtshandelingen te verrichten, wordt dit ook wel onbekwaamheid ‘in abstracto’ genoemd. Er zijn
twee gevallen in de wet bepaalt dat een persoon handelingsonbekwaam is. Dit heeft invloed binnen
een onderneming. Als een bestuurder of functionaris van een rechtspersoon onder curatele wordt
gesteld, blijft de rechtspersoon zelf gewoon bestaan en functioneren. In de statuten wordt
opgenomen wie de onderneming bestuurt in geval van ‘belet en ontstentenis’. Van belet is sprake
indien een bestuurder tijdelijk niet in staat is om zijn of haar functie te vervullen (langdurig ziek,
zwangerschapsverlof). Van ontstentenis is sprake indien een bestuurder niet langer in functie is
(overlijden).