Inleiding
Aan het einde van de jaren ’70 kwam men er achter dat de verkeersovertredingen steeds
massaler werden gepleegd. Dit zorgde voor capaciteitsproblemen in het justitiële circuit.
Daarom werd er onderzocht of er geen alternatieven zouden zijn voor de strafrechtelijke
afdoening. Deze onderzoeken hebben ertoe bijgedragen dat de administratieve
afdoeningswijze er is gekomen.
De commissie-Mulder
De Commissie-Mulder kreeg tot taak voorstellen te doen voor een wettelijke regeling
van de vereenvoudigde afdoening van lichte overtredingen van verkeersvoorschriften.
Het rapport verscheen in mei 1985.
Vanuit strafrechtelijke hoek is veel kritiek geuit op het voorstel. Kort gezegd richtte de
kritiek vanuit de strafrechtelijke sfeer zich met name tegen het creëren van een geheel
nieuw systeem van afdoening, terwijl de waarborgen die in de strafvorderlijke
procedure voor een verdachte liggen besloten, zijn afgenomen; etikettenzwendel. Deze
groep pleitte voor een vereenvoudigde procedure binnen het strafrechtelijk systeem.
Uiteindelijk zijn alle kritieken redelijk afgezwakt en zijn vrijwel alle door de commissie
voorgestelde bepalingen in het WAHV terecht gekomen.
Wetsgeschiedenis
In de MvT wordt uitvoerig stilgestaan bij de vraag of het wetsvoorstel te rijmen is met
art. 6 EVRM; criminal charge en beperken van de toegang tot de rechter en vermoeden
van onschuld. Met name na komst van NJ 1988, 937 Ozturk is men het er vrijwel
unaniem over eens dat het voorstel gezien het EVRM door de beugel kan.
Toch zijn er altijd wat twistpunten gebleven:
De voorgespiegelde werklastvermindering
De risicoaansprakelijkheid van de kentekenhouder, art. 5
De rechtsbescherming van de betrokkene
Het naast elkaar bestaan van drie afzonderlijke procedures (administratief,
fiscaal en strafrechtelijk)
Op. 3 juli 1989 is de Wet Mulder uiteindelijk in het staatsblad gekomen. De wet trad
gefaseerd in werking, te beginnen op 1 september 1990.
Hoofdstuk 2 Hoofdlijnen van de wet
Op grond van de WAHV en de daarop gebaseerde besluiten is een grote groep
verkeersdelicten voor een andere dan een strafrechtelijke afdoening in aanmerking
gebracht. Het gaat om een administratieve procedure bij dezelfde instantie die bij
strafrechtelijke afhandeling is betrokken. Echter, de band met de strafrechtelijke
terminologie is wel verbroken.
De politieambtenaar is bevoegd een administratieve sanctie op te leggen aan degene die
een gedraging heeft verricht in de zin van de WAHV: een beschikking. Kan niet
1
,vastgesteld worden wie de bestuurder is, dan wordt de beschikking opgelegd aan de
kentekenhouder, zie art. 5.
Doorloop procedure:
1. Beschikking
2. Sanctie wordt onherroepelijk, tenzij de betrokkene in beroep gaat bij de OvJ
a. Dit is anders dan bij de klassieke afdoeningswijze
3. Beroep moet binnen 6 weken. Ontvankelijkheidsvereisten:
a. Personalia
b. Bank-gironummer
i. Als garantstelling voor daadwerkelijke betaling
c. Gronden beroep
i. Zie art. 6 en 6:5 Awb
4. OvJ beslist met redenen omkleed en zendt beslissing toe aan betrokkene
5. Binnen 6 weken, zie art. 6:7 Awb, kan beroep ingesteld worden bij kantonrechter.
Vereiste voor hoor:
a. Zekerheid stellen als morele drempel die er voor zorgt dat beroep niet
alleen is voor uitstel
6. Van de beslissing van de kantonrechter kunnen zowel de OvJ als de betrokkene
binnen 6 weken in beroep gaan bij gerechtshof te Leeuwarden. Er zijn wel
beperkingen, o.a. boete minimaal 70 euro
7. Na de beslissing van het hof wordt de sanctie onherroepelijk en zal deze worden
verhaald op de reeds betaalde zekerheidsstelling
Als de betrokken burger niet in beroep is gekomen wordt de administratieve sanctie
binnen 6 weken na verzendingen van de beschikking onherroepelijk. De boete moet dan
binnen 14 dagen daarna zijn voldaan. Om dit te bewerkstelligen zijn een aantal
middelen:
Verhaalsmogelijkheden
o Beslag op girotegoed
o Beslag op periodieke uitkeringen
Dwangbevel op goederen
Dwangmiddelen
o Buitengebruikstelling voertuig
o Inneming rijbewijs
o Gijzeling
Let op: deze middelen komen niet in plaats van sanctie, maar zijn middel om betaling af
te dwingen.
Hoofdstuk 3 De wetgeving op het terrein van de Wet Mulder
De wetgeving op het terrein van de Wet Mulder is niet echt overzichtelijk. De wet
Mulder, zoals deze door de wetgever na het rapport van de commissie Mulder is
vastgesteld, is op 1 september 1990 in werking getreden. In 1997 heeft de wet nog eens
een grote wijziging ondergaan, dit op het gebied van dwangmiddelen, de
kantongerechtsprocedure en het verzet. Toegevoegd zijn ook regels over de
proceskostenveroordeling en wraking en verschoning van rechters. De eerstvolgende
grote wijziging was in 1999, toen het beroep in cassatie werd vervangen door hoger
2
, beroep in Leeuwarden en de mogelijkheid om snelheidsovertredingen op
geautomatiseerde wijze te bekeuren.
Naast procedurele regels, zijn ook de materiele regels in de afgelopen 20 jaar op grote
schaal gewijzigd. Het RVV 1990, waarin de meeste verkeersregels zijn opgenomen die
onder het bereik van de wet Mulder vallen, is op 1 november 1991 in werking getreden.
Bij de berechting van lichte verkeersdelicten had men dus te maken met oude en nieuwe
RVV bepalingen, strafbare feiten én Muldergedragingen.
De WAHV is volgens diverse schrijvers een vorm van bestuursstrafrecht, een terrein
gelegen tussen strafrecht en bestuursrecht. Daarom heeft de invoering van de Awb voor
deze wet dan ook grote gevolgen gehad. Ook van belang is dat allerlei uit het strafrecht
bekende leerstukken wel van toepassing zijn op de bestuurlijke sancties.
Om na te gaan of een concrete verkeersovertreding is aangemerkt als een Mulderfeit,
moet de bijlage van de WAHV worden geraadpleegd. Verwarrend is dat de meeste
normen zowel in RVV als in WAHV strafbaar zijn. Volgens de bedoeling van de wetgever
was het zo dat als een feit in de bijlage genoemd was, de strafbaarstelling was
opgeheven. Deze regel is echter opgeheven door art. 2 lid 1 WAHV.
Hieronder volgt een overzicht van de meest relevante regelgeving op het terrein van de
Wet Mulder:
Wet Mulder
Overige wetten
o Awb
o WVW 1994
o Wet op de perkeerbelastingen
o Wet OM-afdoening
Besluiten/AMvB’s
o Besluit administratie handhaving verkeersvoorschriften
o Besluit tenuitvoerlegging gijzeling
o Besluit buitengebruikstelling voertuigen
o Besluit Insteliing CJIB
o RVV
o RV
o Besluit proceskosten bestuursrecht
Richtlijnen OM
o Aanwijzing administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
o Richtlijn voor strafvordering tarieven en feitenomschrijvingen
o Aanwijzing OM-afdoening
Hoofdstuk 4 Reikwijdte van de wet
De gedraging; aanwijzing van verkeersvoorschriften
Op grond van art. 2 kunnen als gedraging worden bestempeld die handelingen die in
strijd zijn met op het verkeer betrekking hebbende voorschriften gesteld bij of
krachtens de WVW, de Provinciewet of de Gemeentewet. De gedragingen die onder het
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rechtenstudent1993. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.