Samenvatting INT7-Bewegingsonderwijs
Bewegingsonderwijs met kleuters
Hoofdstuk 1
Totale ontwikkeling
Bewegingsonderwijs is erop gericht leerlingen bekwaam te maken voor
een blijvende, perspectiefrijke, zelfstandige en verantwoorde deelname
aan de bewegingscultuur. Een logische omschrijving, maar ook een te
beperkte rol die toebedeeld wordt aan het bewegingsonderwijs in de totale
ontwikkeling van kleuters.
Het bewegingsonderwijs neemt in spelend leren een belangrijke plek in. In
de kleuterperiode worden veel vaardigheden en inzichten ontwikkeld via
spel en actief bezig zijn. Kleuters gebruiken al dat spelen als middel om
zichzelf te ontdekken, de omgeving, de ander en alle verhoudingen
daartussen. Het is belangrijk om ontwikkelingsdoelen na te streven. Het
bewegen als ontwikkelingsgebied hangt samen met de andere domeinen:
Cognitief
Emotioneel
Sociaal-affectief
Het onderwijs stuurt aan op zelfstandige, onafhankelijke en zelfbewuste
individuen die kunnen functioneren in een groep. Het bewegingsonderwijs
speelt hier een rol in door ze in hun zone van naaste ontwikkeling aan te
spreken.
De sociale, de emotionele, de cognitieve en de motorische ontwikkeling
hangen samen. Op deze leeftijd zijn de verschillende domeinen van de
ontwikkeling nauw met elkaar verbonden.
Biologische factorenblijken in de kleuterjaren ook nog een belangrijke rol
te spelen, maar er is geen ontwikkeling mogelijk. Voor de optimale
ontwikkeling die wordt begrensd door de biologische mogelijkheden is een
bewegingsrijke context nodig die noodzakelijke prikkels kan bieden. Deze
leeftijdsperiode wordt gekenmerkt door de ontwikkeling van fundamentele
motorische vaardigheden.
Een normale ontwikkeling treedt alleen op als er adequate interactie is
tussen de kleuter en zijn omgeving. Veel ontwikkelingsaspecten zijn op
deze leeftijd nog samengesteld uit twee of meer van de hoofddomeinen.
Deze beïnvloeden elkaar onderling.
Problemen en eventuele achterstanden in de motorische ontwikkeling
kunnen leiden tot een vicieuze cirkel van inactiviteit. Dit kan leiden tot een
achterstand met competentiegevoelens. Een achterstand in bewegen
ontstaat door onvoldoende exploratie en verkennende activiteiten.
De ontwikkeling krijgt vorm in differentiatie en integratie van de
verschillende domeinen, wat onder meer zichtbaar wordt in het bewegen
,en de motoriek. Het samenspel tussen biologische factoren en
omgevingsfactoren is intensief. Zich normaal ontwikkelende kleuters laten
in een normale prikkelende omgeving dan ook een min of meer
voorspelbare ontwikkeling zien.
Doelen
Leerdoelen voor het motorisch domein, hebben uiteraard betrekking op
het beter uitvoeren van de gekozen bewegingsactiviteiten. De
bewegingsuitdaging van balanceren; handhaven van evenwicht en
herstellen van evenwichtsverstoringen bij het verplaatsen op een vlak, is
in groep 1 hetzelfde als in groep 8.
Lichaamsbesef en ruimtelijke oriëntatie
Programmadel Vaardigheden
en
Hanteren van Structureren Probleem
begrippen oplossen
Het eigen 1. Het kennen 3. Het
lichaam van structureren van
lichaamsdelen houdingen en
Voorwaarde Aanwijzen bewegingen
voor de Benoemen Nadoen
ontwikkeling 2. Het kennen
van de van houdingen en
ruimtelijke bewegingen
oriëntatie Uitvoeren
en
aanwijzen
Benoemen
Het kind in de 4. Het hanteren 5. Het 6. Het oplossen
ruimte van ruimtelijke structureren van van ruimtelijke
begrippen de ruimte problemen
Uitvoeren Nalopen Toepasse
van verbaal van routes n van
gegeven ruimtelijk
opdrachten e
Noemen begrippe
van n in
begrippen nieuwe
situaties
Relaties in de 7. Het hanteren 8. Het 9. Het oplossen
ruimte van ruimtelijke structureren van van ruimtelijke
begrippen de ruimte probleempjes
Uitvoeren Nabouwen Toepasse
van verbaal van n van
gegeven ruimtelijke ruimtelijk
opdrachten situaties e
begrippe
n in
, nieuwe
situaties
Het platte vlak 10. Het hanteren 11. Het 13. Het
van ruimtelijke structureren van oplossen van
begrippen ruimtelijke ruimtelijke
Uitvoeren situaties op probleempjes
van verbaal plaatjes Ontdekke
gegeven Aanwijzen n van de
opdrachten van ruimtelijk
Noemen identieke e
van plaatjes structuur
begrippen 12. Structureren
van abstracte
figuren
Blijft de ruimtelijke oriëntatie in de ontwikkeling van een kind serieus
achter dan ontstaan vaak allerlei cognitieve problemen.
De kracht van herhaling
Het is belangrijk dat kleuters tijdens de les veel beurten krijgen, veel
bewegingstijd krijgen met eigen materiaal zoals een bal, niet te lang
hoeven te wachten en vaker dezelfde activiteit aangeboden krijgen.
Zone van naaste ontwikkeling
Binnen bewegingsonderwijs met kleuters ontstaat er een leeromgeving
waarin kleuters samen met de leerkracht vormgeven aan de les, de inhoud
en de individuele doelen. De kinderen leren bewegen op eigen niveau en
op eigen tempo.
Impliciet leren
Expliciet leren is bewust en bedoeld leren en wordt ook wel intentioneel
leren genoemd. De aandacht gaat naar de beweging zelf naar de
processen die er aan ten grondslag liggen. Het is kennis over feiten en
regels waarvan je je bewust bent en die je kunt benoemen.
Bij impliciet leren wordt kennis verkregen zonder dat dit de bedoeling van
de deelnemer was. De kleuter is zich niet bewust van het leren en kan ook
niet benoemen wat hij heeft geleerd. Ze leren door ervaringen. Daarom
moet de kleuter zich betrokken voelen bij de gegeven activiteiten tijdens
een les.
Lichamelijke oefening toen, lichamelijke oefening nu
Vanaf 1920 was lichamelijke oefening een verplicht vak op de lagere
scholen. Volgens Crum is de vakdidactiek gebaseerd op functies die
bewegen voor het lichaam kunnen hebben. Hierbij moet vooral gedacht
worden aan de exploratieve functie en de communicatieve functie.
Exploratieve functie
Kinderen verkennen de wereld bewegend
Communicatieve functie
, Kinderen wisselen tijdens het bewegen boodschappen uit
Bewegingscultuur is een paraplubegrip voor alle situaties in de
samenleving waarin het sportieve bewegen centraal staat, waarin het
bewegen de dominante activiteit is. Het doel van bewegingsonderwijs is
de leerlingen breed te introduceren in de bewegingscultuur.
De bewegingsactiviteiten zorgen ervoor dat er verschillende
ontwikkelingskansen mogelijk worden gemaakt voor de kleuter. De
doelstellingen worden gepresenteerd als de big ideas:
1. Vergroten bewegingsbekwaamheid
Kinderen krijgen de juiste bagage om op juiste wijze te kunnen
deelnemen aan de actuele bewegingswereld
2. Ontwikkelen of behouden van positieve bewegingsattitude
Zich competent voelen en plezier gaan hand in hand. Kinderen moten
worden uitgedaagd
3. Zich competent voelen in bewegingssituaties
Door het ervaren van successen voelen kinderen zich competent.
Vanuit die motivatie willen kinderen graag deelnemen aan activiteiten
waardoor ze grenzen verleggen
4. Ontmoeten van en omgaan met andere kinderen in
bewegingssituaties
Positieve interacties, waarden en normen zijn belangrijk
Compensatie of competentie
Een manier van het kijken naar bewegingsonderwijs is dat het is
opgenomen om tegenwicht te bieden aan de saaiheid van andere vakken.
Een vak dat een compensatiefunctie heeft binnen het onderwijs. Een
andere manier van kijken is de comptentiefunctie. Motorische
competentie geeft zelfvertrouwen en is een goede aansporing tot verdere
exploratie en zelfinitiatief.
Doel of middel
Wanneer het bewegen als doel wordt gebruikt, wordt het
bewegingsonderwijs gelegitimeerd vanuit het idee dat bewegen een
belangrijke bestaanswijze heeft en dat het daarom van belang is. Het is
belangrijk omdat het leren bewegen belangrijk is. Bewegen is het doel.
Een andere legitimering is dat het vak gezien wordt als middel om
kinderen voor te bereiden op deelname aan de buitenschoolse situaties.
Het bewegen wordt gebruikt als middel voor de verschillende
ontwikkelingsdomeinen. Deze legitimering kent twee varianten:
Vakimmanente wijze
De doelstellingen zijn alleen binnen het bewegingsonderwijs te
realiseren. Dat wat je leert binnen het bewegen kun je niet gebruiken
bij andere vakken
Vakoverstijgende wijze
Bewegingsonderwijs levert ook een bijdrage aan algemene
onderwijsdoelstellingen, die ook door andere vakken te realiseren zijn
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauraschmidt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.