Knowledge in Organisations lectures
Lecture 1 – general introduction
De relevantie van kennis
- Door kennis kan je goede beslissingen maken
- Kennis is niet alleen data. Er gebeurt ook iets tussen data een innovatie wordt
- Kennis kan je een concurrentievoordeel opleveren
- Kennis kan kosten/tijd sparen, wanneer de kennis op de juiste plaats en op de juiste
tijd beschikbaar is
- M.b.v. kennis kan je valkuilen vermijden (dezelfde fout als iemand anders maken)
- Betere kennis, leidt tot een betere efficiëntie
Waarom is knowledge nu belangrjik?
Automatisering/industriële organisatie (Ford): productie van industriële goederen,
ondersteund door technologie. Er is een swift van een industriële organisatie naar een
organisatie waarin werknemers knowledge genereren
Digitization: dienstensector, knowledge-based goods en services, groeiend belang van
(theoretische) kennis. Er is ook een verandering waar alles op papier is, naar waar alles
digitaal is. Consultancybureaus werden populair
Datafication/digitalization: kapitalisatie op basis van surplus data/Googlism, werk
ondersteund door algoritmen
Trends in de literatuur over knowledge in organization
Neo-functionalist perspective (1980-1990): eerste interesse, computers worden meer
populair en organisaties realiseren zich dat ze hun kennis niet hoeven ze stallen op papier,
maar het kan ook op een computer (effectiever). Kennis kan een concurrentievoordeel
opleveren door explicit knowledge vast te leggen in repositories met de nadruk op digitale
opslag
Social constructivist perspective (2000): er kwam meer literatuur vanuit de psychologie, zij
waren geïnteresseerd in tacit knowledge. Er kwam interesse in de interactie tussen mensen
wanneer kennis wordt verworven: wat gebeurt er in de communities wanneer kennis wordt
verworven? De kennis was ervaringsgericht
Critical perspective (2010): kennis wordt zien als macht, tool en object in conflicten dit
idee komt voort vanuit Marx
Dialogical perspective (2020): een nooit eindigende cyclus van weten en corrigeren, de
disciplinaire kracht van kennis
Knowledge and ICT reflections on managing knowledge in organization (nu): collectieve
kennis, gecreëerd door ICT-big data, decision support systems. Hoe kan je kennis in een
algoritme plaatsen, dat ons kan helpen om beslissingen te maken.
3 problemen met het definiëren van kennis?
- Ontologisch/epistemologisch onsamenhangend: wie bepaalt en waarop gebaseerd
bepaal je wat kennis is?
- Vaag: ‘’kennis is alles en alles is kennis’’. Terwijl je werkt, genereer je samen met het
collectief kennis
1
, - Kennis is niet neutraal en niet altijd functioneel. Kennis is niet neutraal omdat het
ervan afhangt wie de kennis definieert en gebruikt
Wat is management?
- Een beetje gezond verstand
- Ontwerpen, coördineren, controleren van werkprocessen
- Normatieve controle, community (gedeelde waarden/normen/ideeën), protocollen,
handleidingen (toegang tot informatie, dataopslagplaatsen?)
Hoe meer nadruk we leggen op management, hoe minder het gaat om kennis waar we over
praten (dan gaat het om data).
Hoe meer nadruk we leggen op kennis, hoe minder management ertoe doet.
Epistemology dimensie
Epistemologie = filosofie die zich bezighoudt met de aard van kennis. Kennis over kennis.
Hoe definiëren we wat waar is? Wat wordt beschouwd als geldige kennis en waarom?
Dualism: wat is kennis?
Objectief, bevroren in de tijd, either/or; subjectief/objectief; zelf/andere; macro/micro;
dubbelzinnigheden, mutually exclusive tegenstellingen, elk object heeft een aparte identiteit
Duality: wanneer is kennis? Op welk punt in de tijd kijk je waar we stoppen en kijken we of
we kennis hebben (deel van een proces/ van het doen)
Zowel/en/evenals, geen duidelijk onderscheid, het een bestaat niet zonder het ander,
pragmatisme (kennis is pas iets, als je het gebruikt), praktijktheorieën (kennis zit in het
doen), geassocieerd met ontstaan, cyclische causaliteit, object wordt voortdurend gevormd
door context/situatiepraktijk
Social order dimensie
Social order = continuüm begrensd door
a. Sociology of regulation = de samenleving neigt naar een ideale staat van integratie,
evenwicht en ordeconsensus vermogen, gedeeld belang, kennis is neutraal. Als
we afspreken hoe we iets doen, komt het goed (optimisme)
b. Sociology of radical change = krachten van dwang, conflict en verandering dagen
voortdurend de gevestigde sociale orde uit (wapenstilstand is slechts tijdelijk),
dissensus achterdocht, conflict of interest, wetenschap/kennis is politiek. Zelfs als
je het ergens over eens wordt, is dit tijdelijk.
Vier discoursen over knowledge management
- Neo-functionalist discourse (dualism en consensus)
o Kennis = asset. Dit moet je zo efficiënt mogelijk managen
2
, o Objectief, meetbaar, het kan worden verworven (kopen van anderen),
progressive enlightment (we kunnen de wereld verbeteren op basis van
kennis), vermindering van onzekerheid, optimale toewijzing van resources
- Constructivist discourse (duality en consensus)
o Kennis = mind (het collectieve geheugen dat mensen hebben, terwijl ze
interacteren)
o Sociaal geconstrueerd tijdens het doen (praktijk), gedeelde context, genereren
van begrip en samenwerken, coördineren van bewust handelen van onderling
afhankelijke individuen met slechts gedeeltelijke kennis het normaliseren
van kennis en onszelf disciplineren om de norm te halen
- Critical discourse (dualism en dissensus)
o Kennis = macht
o Je hebt macht, of je hebt het niet
o Rol van kennis in organisatorisch onderklasse: hervorming van de sociale
orde, domination en emancipatie, Marxisme de mensen die kennis hebben,
hebben macht over mensen die geen kennis hebben
- Dialogical discourse (duality en dissensus)
o Kennis = discipline
o We normaliseren wat we denken dat kennis is. We proberen onszelf te
disciplineren om aan de norm te voldoen
o Deconstructie van totaliserende kennisclaims, creatie van meerdere
kennissen, nooit eindigend proces van kennen en corrigeren (het zelf)
Objectief perspectief (dualism): typologieën van kennis
Tacit knowledge: niet codificeerbaar, subjectief, persoonlijk, context-specifiek, moeilijk te
delen, niet verbaliseerd. Voorbeeld: hoe mijn ervaring als kennismanagementconsultant en -
manager terugkomt in deze cursus
Explicit knowledge: codificeerbaar, objectief, onpersoonlijk, context-onafhankelijk,
gemakkelijk te delen, gemakkelijk te repliceren en over te dragen. Voorbeeld: de
cursusbeschrijving op Brightspace waarin alle informatie staat die je nodig hebt bij deelname
aan deze cursus (een expliciete weergave van wat we weten, wat we gaan doen en
bespreken)
Constructivist (practice-based) perspective
Praktijk verwijst naar doelgerichte menselijke activiteit. Het gaat ervan uit dat activiteit zowel
fysieke als cognitieve elementen omvat, en dat deze elementen onafscheidelijk zijn.
Kennisgebruik en -ontwikkeling wordt daarom gezien als een fundamenteel aspect van het
handelen.
Wat hoort er bij voetbal: teams, scheidsrechter, gras, competitie. Niet alleen de fysieke
activiteit van tegen een bal trappen
Critical discourse on knowledge in organizations
- Dualisme: er is een goed en een slecht, de ‘machtige groep die kwaad is’ versus de
‘machteloze groepen die puur, onschuldig en hulpeloos zijn’
- Kennis is een object dat je kunt bezitten, kopen en verkopen
- Verbindt politieke kwestie (arbeidsprocessen)
- De rol van kennis is het vergroten van het bewustzijn van de heersende sociale
onrechtvaardigheden
- Beheer van (tacit) kennis is de uitbuiting van managers (degenen die kapitaal
bezitten) om alle relevante kennis te bezitten en zo meer macht en resources te
verkrijgen
3
, - Het critical discourse is antimanagement en komt overeen met de belangen van
werknemers
Dialogical discourse on knowledge in organizations
- Geïnteresseerd in de rol van kennis bij de uitoefening van macht en controle, maar
mist de politieke agenda en morele houding (kiest geen partij, vandaar dualiteit)
- Voortdurende strijd, dynamisch veranderende posities (geen goed of fout)
- Kennis is discipline – de disciplinaire praktijken die vormgeven, worden gevormd door
kennis
- Macht/kennis: voordat iets kan worden gecontroleerd/beheerd, moet het eerst bekend
zijn
- Focus op praktijken zoals prestatiebeoordelingen, mentoring en praktijken van het
zelf, met de nadruk op de normaliserende gedachten en acties
- Doel van het discours is het deconstrueren van vanzelfsprekende concepten en
machtsverhoudingen; voorkomen van normalisatie en totalisatie (genoeg ruimte voor
de gemarginaliseerden)
4