1
Juridische en Ethische Context
Inhoud
College 1 – Goed handelen.....................................................................................................................2
College 2 – Geluk....................................................................................................................................6
Teleologische ethiek...........................................................................................................................7
College 3 – Consequentialisme en Deontologie....................................................................................10
Utilisme............................................................................................................................................11
Deontologie......................................................................................................................................13
College 4 – Banaliteit van het kwaad....................................................................................................16
College 5 – Sociaal contract..................................................................................................................22
Thomas Hobbes................................................................................................................................23
John Locke........................................................................................................................................24
Jean-Jacques Rousseau.....................................................................................................................24
College 6 – Paternalisme, autonomie en zorg.......................................................................................27
Paternalisme.....................................................................................................................................27
Autonomie........................................................................................................................................28
Rechtvaardigheid..............................................................................................................................29
Zorgethiek: een andere manier van denken.....................................................................................30
College 7 – Existentiefilosofie en meer.................................................................................................34
College 8 – Gastcollege Jeugdbescherming..........................................................................................43
College 9 – Jeugdrecht..........................................................................................................................46
College 10 – Jeugdstrafrecht.................................................................................................................53
College 11 – Jeugdwet..........................................................................................................................61
, 2
College 1 – Goed handelen
Handelen: activiteit die wetens en willens gedaan wordt en waar mensen verantwoordelijk voor
kunnen worden gesteld, intentioneel en bewust. Niet handelen is ook handelen.
Drie kaders voor professioneel handelen:
- Maatschappelijk: wet
- Professioneel: beroepscode
- Persoonlijk: ethiek
1. Maatschappelijke kader:
- In een rechtsstaat de wet
- De juridische context van de pedagogiek
- Jeugdzorgrecht (college 8-11)
o Verzameling verschillende wettelijke kaders
o Burgerlijk recht strafrecht, bestuursrecht
o Internationaal verdrag rechten kind
2. Professioneel kader:
- Beroepen worden ingekaderd
o Wat legitimeert deze professie?
o Wie mogen deze professie uitoefenen?
o Waaraan moeten deze professionals zich houden?
- Beroepscode
o Waarden en normen beroepsgroep
o Beroepsethische richtlijn
o Op grens van recht en ethiek
- Er zijn diverse beroepsodes, bijvoorbeeld:
o Beroepscode voor sociaal werker (VGW)
o Beroepscode jeugdzorgmedewerker (BPSW)
o Beroepscode voor academisch pedagogen (NVO)
- Beroepscodes, gedragscodes, integriteitscodes
o Articuleren waarden en normen professionele organisaties
NVO beroepscode:
- Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO)
o Beroepsvereniging voor academisch opgeleide pedagogen en onderwijskundigen
- De NVO beroepscode geeft richting en invulling aan het begrip ‘goed pedagoog’. Op grond
van de beroepscode kunnen pedagogen hun handelen en beslissingen beroepsethisch
bepalen en verantwoorden (p.4)
- Standaard voor kwaliteit beroepsuitoefening
o Gebaseerd op wet- en regelgeving voor zorg en jeugdigen
- Norm waaraan tuchtcollege toetst
- Wie moeten zich hieraan houden?
o NVO-leden
o (ortho)pedagogen met SKJ registratie
, 3
o Orthopedagoog-generalisten met BIG registratie
Goed pedagoog in beroepscode:
- NVO leden staan voor het veilig opgroeien en een optimale ontwikkeling van kinderen en
jongeren, en doelmatige zorg als extra ondersteuning nodig is.
- Voor pedagogen is de pedagogische relatie het aangrijpingspunt van hun handelen: zij zoeken
verklaringen én oplossingen in die relatie. Pedagogen streven primair naar normalisatie van
de opvoedingsrelatie, of die nu eenvoudig of heel complex is.
- Wat wordt hier verondersteld? Zie (problematische) waardengeladenheid, wat is optimale
ontwikkeling, ‘normalisatie’?
Discretionaire ruimte:
- Beroepscode laat ruimte voor inzicht professional
o Professionele autonomie
o ‘tenzij clausule’ p. 5
- Wanneer je je moet verantwoorden (voor tuchtcollege) gaat het om je onderbouwing van
handelen
- Professional heeft te allen tijde persoonlijke verantwoordelijkheid voor handelen
- Je kent de wet en handelt naar inzicht (recht en ethiek)
- Een reflectieve professional handelt niet defensief maar integer
Professioneel kader betekent ook reflectie op professie: normativiteit en vakinhoud, organisatie en
beleid, doelstellingen, aannamen en concepten, professionele waarden.
Normativiteit:
- Norm: impliciete of expliciete regel
- We kunnen normen proberen te definiëren (normalisatie)
o Normen voor een veilige brandmelder vinden we acceptabeler dan normen voor een
mooi mens? Waarom? Alweer een kwestie van normativiteit
- Normatieve ethiek: zoekt naar rechtvaardiging morele normen
Pedaogen scheppen normen:
- Normaal, leerbaar, wenselijk gedrag, goede ontwikkeling, etc.
- Interventies bevatten impliciet een moreel oordeel en mens- en maatschappijbeelden
- Goed handelen is ook je verhouden tot deze normativiteit
o Wat betekent jouw oordeel voor de ander?
o Wat legitimeert jouw oordeel?
3. persoonlijk kader
- Wordt bepaald door: normen en waarden, opvattingen over mens en maatschappij
- Ethikek om hier systematisch over na te denken
- Professioneel handelen vereist een reflectieve houding: integriteit, dilemmahantering en
handelingsevaluatie
Hoe ga je om met een moreel dilemma? Analyse en reflectie, ethisch stappenplan, moreel beraad.
Een ethisch reflectieve houding ontwikkelen, belangrijk voor hulpverleners, docenten,
beleidsmedewerkers en wetenschappers. Permanent nadenken: verwonderen, redeneren,
, 4
reflecteren, kritische houding, wisselen van perspectief, waarden bewustzijn. Ethische theorieën en
benaderingen (die in deze cursus voorbij komen) voorzien je van gereedschap om dit te benaderen.
Ethiek, Recht en Code:
- Overeenkomsten:
o Hoe te handelen?
o Vragen naar juiste, goede en rechtvaardige
- Verschillen:
o Recht: systeem algemene regels, vastgesteld door formele autoriteit met
sanctionerende bevoegdheid
Wetten en regels liggen vast
Gebaseerd op ethische waarden
o Ethiek: systematische reflectie
Ligt niet vast, wel theorie
Een formele autoriteit
Anders dan je aan de regels houden: illegaal handelen kan ethisch juist zijn
- Wat is goed handelen? Primair ethische vraag
Wat is moreel goed?
- Evolutionair gegeven: gevoel voor rechtvaardigheid, empathie
- Openbaring: door god gegeven, moreel ligt bij de schepping
- Menselijke rede: ethische theorie, reflectie (wijsgerige ethiek)
Ethiek
Ethiek is een systematische reflectie op de moraal (stelsel waarden en normen). Ethiek is:
- Van oudsher een belangrijk onderwerp van de filosofie
- Praktische filosofie
- Vraag naar het goede leven
- Kritisch onderzoek naar morele opvattingen
- Nadenken over handelen
Vormen van ethiek:
- Descriptieve ethiek:
o Beschrijving van de moraal
o Historische en maatschappelijke context
o Objectiverend
- Normatieve ethiek:
o Wat is juist?
o Rechtvaardiging waarden en normen
o Ethische theorieën
o Prescriptief
- Meta-ethiek:
o Reflecteert op ethiek
o Concepten, aannames...
- Toegepaste ethiek:
o Ethiek voor een bepaald veld