Media selectie
= Mensen maken een selectie wanneer ze media willen consumeren. Dit gaat bewust of
onbewust. Ze kiezen berichten of vermijden sommigen juist.
User-centered theories
= Dit zijn de theorieën die gaan over wat er in de gebruiker zelf gebeurt waarom hij of zij dat
type consumeert.
Media- centered theories
= Dit zijn de theorieën die gaan over wat er in de media zit wat de gebruiker kan beïnvloeden
om bepaalde types te consumeren.
Fasen media selectie “before”
1. Selectie van een mediagestuurde activiteit
2. van een medium; tv etc
3. van een bericht vanuit dat medium
Fasen
- Before: selectie van een bericht
- During: het processen van het bericht
- After: het selectief onthouden van dat bericht
Vroeger
- ‘50,60: tv in huishoudens, ze hebben geen inspraak op wat ze ontvangen en zijn een
passieve ontvanger van de berichten
- De vraag: wat doet media met ons?: onderzoek met campagnes
- ‘40: onderzoek toonde aan dat publiek actief is en niet passief; ze zijn selectief en
niet gevangen. En juist wat koppig en niet goed gelovig
- Mensen hun voorkeuren bepalen wat ze consumeren
- ze maken strategische keuzes om hun behoeftes te vervullen
- Media heeft schijnbaar veel invloed door interpersoonlijke gesprekken te laten
zien.
Een behoefte: escapism vluchten
- Terugtrekken vanuit de behoefte om even te vervreemden in een andere wereld.
- Gevaar; teveel terugtrekking uit de arena van sociale en politieke situaties; het boeit
ze niet meer
Kenmerken escapism
- Consumeren van afleidende content
- Psychologisch drang of motivatie
- Hoge mate van blootstelling van die content anders werkt het niet
- Disfunctionele gevolgen: je bent daar mee bezig en relaties, andere bezigheden
verdwijnen op de achtergrond,
- Escapism kan zeker ook functioneel zijn
User and gratificiation theory (de gebruiker)
, - Het gebruik van media heeft een psychologische functie om behoeftes te bevredigen,
wat zijn jouw cravings?
- Theorie is vooral belangrijk voor het studeren van nieuwe technologieën, telefoon,
twitter, internet
Assumpties
1. Doelgericht selectie, voor die bepaalde behoeftes
2. Ze zijn actief op zoek naar dat soort media die het beste daarbij past
3. Media concurreert met functionele alternatieven om die behoefte te bevredigen:
a. Dus bijvoorbeeld informatie vragen aan een vriend.
4. De mensen zijn in deze situatie meer invloedrijker dan de media in het
effectenproces, sociale factoren spelen een rol
a. Mensen kijken dezelfde politieke uitzending, maar de persoonlijke mening en
politieke overtuiging van de kijkers beïnvloeden hoe ze de informatie
interpreteren. Iemand met een bepaalde politieke voorkeur kan de boodschap
anders begrijpen of accepteren dan iemand met een tegenovergestelde
overtuiging.
5. De gekregen bevrediging is niet altijd hetgeen wat ze zochten
6. Mensen zijn in staat om aan te geven wat voor media ze gebruiken en waarom, het
is een bewust proces
Gratifications Sought (Gezochte Voldoening):
= Dit verwijst naar de specifieke behoeften, doelen of voldoeningen waar mensen naar op
zoek zijn wanneer ze media gebruiken.
Het zijn de verwachtingen en redenen achter de keuze van een bepaald medium.
Bijvoorbeeld, iemand kan sociale interactie zoeken via sociale media, informatie willen
verkrijgen via nieuwswebsites, of ontspanning willen vinden door het bekijken van
entertainmentprogramma's.
Gratifications Obtained (Verkregen Voldoening):
= Dit verwijst naar de daadwerkelijke voldoening, beloning of bevrediging die mensen
ervaren nadat ze bepaalde media hebben geconsumeerd.
Het zijn de feitelijke resultaten of effecten die optreden na het gebruik van media. Dit kan
overeenkomen met de oorspronkelijke verwachtingen, maar het kan ook verschillen.
Bijvoorbeeld, iemand die sociale interactie zoekt via sociale media kan uiteindelijk ook
geïnformeerd raken over actuele gebeurtenissen.
Typen behoeftes
- Cognitieve behoefte: behoefte aan kennis, informatie, oriëntatie, nieuwsgierigheid
etc. slimmer worden
- Affectieve behoefte: je stemming, entertainment, escapisme, stress loslaten, het
gaat meer om het emotionele vlak
- Sociale interactie behoefte: sociaal contact, verbondenheid, parasociale relaties,
- Integratief-habituele behoeften: Behoefte aan regelmaat, stabiliteit, veiligheid,
gewoonten, enz.
Limitaties van U&G
, - Het is vaak geen bewuste beslissing
- En ze zijn niet altijd doelgericht of actief
- Typen media is vaak inductief en specifiek voor het medium, onderzoek of tijd
- Studies zijn vaak gebaseerd op cross-situationele enquêtes: geen causaal bewijs
- Onderzoeken kunnen meestal niet diep graven in specifieke kenmerken van
berichten of psychologische reacties op die media entertainment
- Veel studies maken geen onderscheid tussen motieven, selecties, gebruik, reacties,
effecten
Mood
- Stemming; emotie ervaring over een langere periode van tijd
- Frame of mind
- Niet een directe oorzaak in het bewustzijn
- Het ontwikkelt zich geleidelijk en duurt dus langer
- Zwakke intensiteit
- Niet hetzelfde als emoties: die zijn kort, gelijk, sterke intensiteit
Je mood heeft effect op
- Je toekomst, hoe we daar over nadenken
- Je zelfbeeld
- Je gedachtes en welke dingen je onthoudt
- Het maken van beslissingen
- Je gedrag
- Sociale interactie
- En je welzijn en gezondheid
Dimensies van je stemming
- Valence: is het positief of negatief, een beetje positief is voorkeur
- Arousal: Hoe intens is het; laag (verveeld) tot hoog (stress)
- Semantic affinity: de betekenis die je er aan geeft; ik voel me een beetje down door
het weer of doordat ik iemand ben verloren.
Het reguleren van je stemming
- Elk gedragsvorm die er op doelt om je stemming te veranderen
- Mensen hebben hier een grote motivatie voor, ik wil me goed voelen, en ik wil
balans, niet te schommelend zijn.
- Stemmingsoptimalisatie: het behouden van en gebalanceerde positieve stemming
en de negatieve dingen te vermijden
Mood management theory
Assumpties
- Media is een effectieve tool om je mood te optimaliseren
- Het gebruiken van media is gemotiveerd door de behoefte voor
stemmingsregulatie:
- Extreme vormen van stemming zijn ongewenst
- Wanneer in deze staat; gaan mensen opzoek om ze te balanceren
- Dit gaat niet altijd bewust
