Social Work Hogeschool Rotterdam
Reader Inclusie 1: ongelijkheid en uitsluiting
Semester 2 blok 4
Samenvatting tekst 3
Verschil in Nederland. Sociaal en cultureelplanbureau.
Samenvatting artikel 3. Verschil in Nederland.
Sociaal en cultureel planbureau.
H3 Een ideaal met een keerzijde
§3.1 Verschuiving van herkomst naar verdienste
In een meritocratie worden posities op de maatschappelijke ladder verdeeld op basis van
persoonlijke verdienste. Niet het milieu waarin men wordt geboren of de omstandigheden
waaronder men opgroeit, maar talent, vaardigheden en inzet zijn bepalend voor de te
bereiken maatschappelijke status. Onderwijs speelt hierbij een centrale rol. Goldthorpe en
Jackson definiëren het proces van meritocratisering aan de hand van drie verschuivingen:
Succes in het onderwijs hangt steeds meer af van alleen de gebleken individuele
vaardigheden.
Onderwijskwalificaties worden steeds bepalender voor het niveau van het werk dat
men doet.
De sociale herkomst is niet meet van invloed op het profijt van onderwijskwalificaties
op de arbeidsmarkt.
Voor de kansarme groepen uit de vroegere standensamenleving heeft meritocratie de belofte
in zich van emancipatie: wie talent heeft en zich inzet kan het ver schoppen, ongeacht waar
zijn of haar wieg heeft gestaan. Meritocratisering maakt sociale stijging mogelijk via het
onderwijs. Omdat verdienste centraal staat, zou het meritocratische principe ook een
rechtvaardiging bieden voor de ongelijkheid in de samenleving. Essentieel is dat het
onderwijs daadwerkelijk gelijke kansen biedt.
De Britse socioloog en politicus Michael Young wijzen op de schaduwkant van een
meritocratie. Dankzij meritocratisering stroomden begaafde kinderen uit de lagere sociale
klassen aanvankelijk door naar de hogere klassen. Omdat talent erfelijk is en
huwelijkspartners vaak een vergelijkbare opleiding en IQ hebben, werd het lidmaatschap van
sociale klassen echter in toenemende mate erfelijk. De mobiliteit tussen sociale klassen die
eerst toenam, kwam hierdoor uiteindelijk stil te vallen.
Het staat dus niet vast dat meritocratisering de openheid van de samenleving blijvend
vergroot. Volgens Elchardus zou de segmentatie van de samenleving een min of meer
cognitieve basis kunnen krijgen. Swierstra en Mens wijzen in navolging van Young
daarnaast op de mogelijke nadelige gevolgen van meritocratisering voor het zelfrespect van
laaggeschoolden: een lage scholing zal steeds meer worden gezien als persoonlijk falen.
Opleidingsverschillen werken ook door op andere terreinen zoals partnerkeuze, leefstijl,
gezondheid, opvattingen over maatschappelijke kwesties, politieke participatie enzovoort.
Door bewustzijn van deze verschillen zouden lager- en hoger opgeleiden tegen over elkaar
kunnen komen te staan.
In dit hoofdstuk bespreken we meritocratisering in het onderwijs en op arbeidsmarkt. In het
onderwijs bekijken we het meritocratische gehalte van schoolloopbanen. Op de arbeidsmarkt
onderzoeken we de betekenis van opleiding voor de baankansen. Verder bespreken we in
hoeverre het opleidingsniveau samenhangt met uitkomsten op enkele andere belangrijke
levensterreinen, te weten partnerkeuze, contacten en netwerken, en gezondheid.
, §3.2 Een gelijk spelveld in het onderwijs?
Kenmerkend voor meritocratisch ingericht onderwijs is het streven ieders talent te
ontwikkelen en leerprestaties te optimaliseren. Toetsen, examens en diploma’s spelen een
centrale rol: ze geven inzicht in prestaties, erkennen deze, en vormen de basis voor selectie
van leerlingen. Maatregelen die genomen zijn om het meritocratische gehalte van de
inrichting van het onderwijs te versterken, zijn:
- Verplichte eindtoets basisonderwijs
- Vaardigheidsnormen voor de Nederlandse taal
- Slaagregels eindexamen aangepast
- Startkwalificatie
In meritocratisch onderwijs is succes afhankelijk van talent en inzet, en niet van ‘ascriptieve’
kenmerken zoals het sociale milieu, het geslacht of de etnische herkomst. Meritocratisch
onderwijs biedt een ‘gelijk speelveld’ aan jongeren, ongeacht hun achtergrond.
Meer gelijkheid van onderwijskansen
De deelname aan voortgezette en hogere opleidingen is de afgelopen decennia sterk
toegenomen. Onderzoek naar veranderingen in onderwijskansen laat zien dat dit over de
langere termijn gezien, gepaard is gegaan met een vermindering van de samenhang tussen
het ouderlijk milieu en het zelf gerealiseerde opleidingsniveau. Nederland is qua
onderwijskansen dus opener geworden. Buis concludeert dat de ongelijkheid bij recente
cohorten niet meer lijkt af te nemen, maar houdt vanwege statistische beperkingen een slag
om de arm. Breen et al. stellen dat de trend naar meer gelijkheid van onderwijskansen die
zij in verschillende Europese landen aantroffen zich met name voltrok bij cohorten die
onderwijs volgden in de periode 1950-1975. Tieben vond dat de verdeling over niveaus van
voortgezet onderwijs in de eerste decennia na de WO2 minder afhankelijk werd van de
ouderlijke beroepsstatus.
Ongelijke prestaties versus ongelijke keuze en selectie
We kunnen scherper zicht krijgen op het meritocratische gehalte van schoolloopbanen aan
de hand van het onderscheid tussen het zogenoemde primaire en secundaire effect van het
milieu van herkomst. Het primaire effect is de invloed op leerprestaties en kan het gevolg
zijn van omgevingsfactoren en aanleg. Het secundaire effect heeft betrekking op
verschillen die niet te herleiden zijn tot eerdere prestaties en manifesteert zich met name
indien jongeren uit verschillende milieus van herkomst bij gelijke geschiktheid ongelijke
keuzes maken of ongelijk worden geselecteerd bij overgangen in de onderwijsloopbaan.
Ongelijke keuzen van leerlingen met verschillende achtergronden kunnen het gevolg zijn van
een verschil in afweging tussen de kosten en opbrengsten van een vervolgopleiding en van
een verschil in inschatting van de kans op succes. Het primaire effect van het milieu van
herkomst is lastiger te wegen vanuit het oogpunt van meritocratie, omdat het mede het
gevolg kan zijn van verschillen in aanleg. De verhouding tussen aanleg en
omgevingsfactoren is complex en de invloeden van beiden zijn niet goed van elkaar te
scheiden.
Hardnekkige verschillen in prestaties in het basisonderwijs
Al vroeg in het basisonderwijs zijn flinke verschillen in ontwikkeling zichtbaar tussen kinderen
uit lager- en hoger opgeleide milieus. Vogels en Bronneman-Helmers vonden zelfs een
toenemende achterstand van leerlingen uit het autochtone laagopgeleide milieu in de jaren
90. Volgens het onderzoek van Mulder et al. is er een verschil in cognitieve capaciteiten,
maar blijken daarnaast ook omstandigheden op scholen en in gezinnen een rol te spelen bij
het ontstaan van de achterstand van deze groep. Meritocratisering van schoolloopbanen
lijkt zich in het basisonderwijs dus vooral te voltrekken bij de niet-westerse groep, hoewel
haar achterstand nog aanzienlijk is.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper LizaS20. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.