Uitspraken Goederenrecht Bachelorjaar 23/24
HR 3 maart 1905, ECLI:NL:HR:1905:1 (Blaauboer/Berlips)
• HR 12 januari 1968, ECLI:NL:HR:1968:AC2286 (Teixeira de Mattos)
• HR 10 januari 1975, NJ 1976/249 (Postgirodienst)
• HR 29 juni 1979, NJ 1980/133 (Hoogovens/Matex)
• HR 30 januari 1987, NJ 1987/530 (WUH/Emmerig q.q.)
• HR 15 november 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0412 (Dépex/curatoren Bergel cs)
• HR 17 februari 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1641 (Mulder q.q./CLBN)
• HR 24 maart 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZC1680 (Kuikenbroederij)
• HR 19 mei 1995, NJ 1996/119 (Sogelease)
• HR 31 oktober 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2478 (Portacabin)
• HR 13 juni 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF3413 (Procall)
• HR 20 februari 2009, ECLI:NL:HR:2009:BG7729 (Ontvanger/De Jong q.q.)
• HR 14 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3521 (Mesdag II)
• HR 3 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BT6947 (Dix q.q./ING)
• HR 21 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:682 (Coface Finanz/Intergamma)
• HR 14 augustus 2015, ECLI:NL:HR:2015:2192 (Zeeland Aluminium Company; Glencore I)
• HR 16 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3023 (De Lage Landen/Van Logtestijn q.q.)
• HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1046 (Rabobank/Reuser)
• HR 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:309 (Landjepik I)
• HR 23 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:424 (Credit Suisse/Jongepier q.q.)
• HR 13 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1785 (Glencore II)
• HR 9 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:524 (Van Dooren q.q./R. Bontrup Holding B.V.)
• HR 22 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:80 (Royal FloraHolland/Wittekamp q.q.)
• HR 1 juli 2022, ECLI:NL:HR:2022:984 (Rabobank/Ten Berge q.q.)
• HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1331 (Telecom Vastgoed/KPN)
• HvJ EU 10 november 2016, ECLI:EU:C:2016:851 (Private Equity Insurance
Group/Swedbank)
• Rb. Amsterdam (Netherlands Commercial Court) 21 april 2023,
ECLI:NL:RBAMS:2023:2540 (eigendom digitale goederen)
, Week 1 Algemene goederenrechtelijke leerstukken
HR Blauuboer/Berlips
HR Dépex/curatoren Bergel
HR Portacabin
HR Mesdag II
HR Glencore II
Rb eigendom digitale goederen
HR Blaauboer / Berlips
Persoonlijke verplichtingen ve goed gaan niet over op degene die dat goed onder
bijzondere titel verkrijgt
HR Portacabin
Art. 3:3, 5:3, 5:20 lid 1 sub e BW
Duurzaam met de grond verenigd
Kijken naar de kenbare bedoeling (moest het als 1 geheel gezien worden?)
HR Dépex / Curatoren Bergel
Art. 3:4 lid 1, 5:3, 5:20 lid 1 sub e BW (bestanddeel): ogv verkeersopvatting
Afstemmingscriterium en incompleetheidscriterium/voltooiingscriterium
Aanwijzingen:
- Zijn zaken constructief op elkaar afgestemd? Speciaal voor gebouw gemaakt
- Moet zaak als onvoltooid worden beschouwd zonder andere zaak?
- Dat iets tijdelijk verbonden is, duidt op losse zaken
HR Glencore II
Art. 3:4 lid 2, 5:2, 5:20 lid 1 sub e BW
Aluminium onderdeel geworden vd ovens en wellicht gebouw?
Zonder beschadiging van betekenis: als je het makkelijk eruit kan halen, zijn het twee
verschillende zaken en geen natrekking
HR: kost het onevenredig veel moeite/inspanning om een zaak los te krijgen, dan 1
zaak
HR Mesdag II
BB vd tussenpersoon wordt afgeleid uit het meest omvattende recht dat de
oorspronkelijke eigenaar heeft
Dus afgeleide bevoegdheid wordt beperkt en begrensd door het oorspronkelijke
recht
Bijv bevoegdheid ontlenen aan consignatieovk
Rb eigendom digitale goederen
Het (crypto) is een vorderingsrecht, geen eigendomsrecht
Het is geen geld idzv BW