Elektrocardiografie
H1 Het Elektrocardiogram
Afleiding Benaming Combinatie/Positie Kijkt naar
(Bi/Uni)
I, II en III Einthoven/Bipolair I = RA naar LA I = zijkant LV,
(verbinding via 5 II = RA naar LB 0 graden
kilo-Ohm III = LA naar LB II = onderzijde,
weerstand) +60 graden
III =
onderzijde,
+120 graden
aVR, aVL en aVF Goldberger/ aVR = RA aVR =
(a = augmented Unipolair aVL = LA loodrecht op
aka versterkt) aVF = LB III, -150 graden
aVL =
loodrecht op II,
-30 graden
aVF =
loodrecht op I,
+90 graden
V1, V2, V3, V4, V5 Wilson/Unipolair Geven lokaal beeld -
en V6 van het hart weer
- Bipolaire afleidingen: er wordt een potentiaalverschil gemeten tussen
twee elektroden (een positieve en een negatieve).
- Potentiaalverschil: Hoeveelheid arbeid die per ladingseenheid
verricht moet worden om een elektrische lading van het eerste punt
naar het tweede punt te verplaatsen.
ECG-Analyse
1 Ritmebepaling Cherchez le P: morfologie,(on)gelijke
vorm, relatie QRS, plaats P t.o.v. QRS.
Beste te zien: II, V1 en aVR
2 Hartfrequentie Regelmatig ritme: tellen van R op
dikke lijnen, onregelmatig ritme:
aantal R over 3 sec x 20 OF aantal R
over 10 seconden x 6
3 Elektrische hartas Wordt bepaald in frontale vlak door
extremiteitsafl. Geeft de gemiddelde
richting van elektrische stroom in de
ventrikels van het hart weer.
, 4 P-top In II is P egaal en max. 3 mm/0.12 s en
2.5 mm hoog (0.25 mV). Verbrede P =
LA vergroting, hoge P = RA
vergroting. V1 is P bif omdat eerst R
en L geactiveerd wordt, sinusknoop
ligt in RA.
5 PR-interval PQ = 0.12-0.20 s. Korter is wrs extra
verbinding aanwezig (zoals WPW)
6 QRS Q is ventrikel septum, R ventrikels, S
is baso-septaal RVOT. Normaal 0.06
tot 0.10 s.
7 ST-segment IJkpunt voor ST-deviatie is het J-punt.
Vorm kan concaaf (hol) of convex
(bol) zijn.
8 T-top Bij beoordeling let men op polariteit,
symmetrie en hoogte. In III mag T
negatief mits in II en aVF positief. In
V2 kan T negatief zijn afhankelijk van
V1.
9 QT interval/QTc Begin activatie ventrikels tot eind van
de herstelfase ventrikels (begin Q tot
eind T). Formule van Bazett: QTc= QT/
wortel van RR in sec. Mannen 0,44 s
en vrouwen 0,46 s. Ondergrens is
0.32s
10 Conclusie
De Q
- Is aanwezig in afleidingen die aan linkerkant van hart liggen I, aVL, V5
en V6
- Eisen voor path. Q: brede Q (> 1 mm), diepe Q (1/3 van hoogte R), Q in
afleiding waar deze niet hoort te zijn (V2-V3).
- Hoog amplitude (VH/BTB) of laag amplitude (longaandoeningen,
obesitas, pericardvocht)
ST segment komt overeen met fase 2 en de T top met fase 3 van de
actiepotentiaal.
- Primaire repolarisatiestoornissen: invloed van ischemie
- Secure repolarisatiestoornissen: abnormale depolarisatie (en dus
repolarisatie) van de ventrikels zoals bij BTB
Criterium voor ST-depressie: