Filosofie
Het oog in de storm: H8; P1
SE
8.1.1 De vragen van de filosofische antropologie (maar dan tig keer herhaald)
Filosofische antropologie
o Letterlijk: filosofische menskunde (Grieks).
o Centrale vragen:
Wat maakt ons tot mens?
Wat betekent het om mens te zijn?
Filosofische antropologie kwam pas in 20 e eeuw op, maar de vragen zijn al
eeuwenlang van belang:
o Griekenland, Delphi, Apollo tempel, muur inscriptie: 'ken jezelf'.
Werd opgevat als: 'ken je grezen' i.p.v. zelfonderzoek.
Op mozaieken staat dezelfde spreuk onder een skelet
geschreven:
Gedachte: 'gedenk te sterven' // 'memento mori'.
o De lijfspreuk van Socrates: 'ken jezelf en overdrijf niets'.
Van de mythe van Ikaros vleugels, teer, zon, neergepletterd.
Doe niets waar je niet voor bestemd bent.
Zijn variant hierop: 'het niet-onderzochte leven is niet waard om
geleef te worden'.
Wij zijn de enige die bewust zijn van de onvermijdelijke dood en daardoor
kunnen we iets van ons leven maken.
o Geen enkele reden dat dieren dat ook hebben.
Mensbeelden of mensvisies
Plato: tegen 'koemensen', mensen die alleen hun begeerten bevredigen.
o Heeft dus kennelijk een meer verheven mensvisie.
Dante: 'Bedenkt uit welk zaad gij gesproten zijt: niet om als vee te leven
schiep men u, maar om te reiken naar het hoogste en het beste.'
Odysseus stuurde zijn mannen aan om kennis te vergaren.
Er zijn dus veel verschillende soorten mensvisies.
o Ingrepent via opvoeding, omgeving, scholing, literatuur, religie, filosofie
en wetenschap.
o Sommige zijn eeuwenoud, anderen zijn wat recenter.
o Sommige vinden we ouderwets, anderen wat moderner.
Sommige zijn dus tijd- of cultuurgebonden (exisentialistisch), van andere
vinden we dat ze universeel zijn (essentialistisch).
, Deze visies beïnvloeden onze meningen op onderwerpen als de samenleving.
o Bijv. artikel 1 van de grondwet.
o 'Alle mensen, ongeacht verschillen in uiterlijk, opvatting, seksuele
geaardheid, overtuiging enzovoor, bezitten een zekere waardigheid die
geresepcteerd moet worden.'
o Dit is een principe berustend op een mensvisie.
Ander voorbeeld:
o Vrijheid van meningsuiting.
o Weer een principe gebasseerd op een mensvisie.
Hoe verdedigen we deze beelden tegenover andere culturen?
Waarom zouden deze beelden voorkeur hebben boven anderen?
Over beelden gesproken...
Voorzichtig met het woord 'beeld', want:
o Het woord suggereert dat we op zoek zijn naar een constantie, datgene
wat alle mensen ongeacht tijd of cultuur tot écht 'mens' maakt.
Essentialisme: de opvatting dat er aan alle mensen iets wezenslijks
kenmerkernds vastzit op basis waarvan we ze mensen noemen.
o Bijv: Aristosteles: de mens is een met rede begiftigd sociaal dier.
Existentialisme: eerst bestaat de mens, en afhankelijk van de tijd, en de
cultuur waarin die leeft, en de keuzes die die maakt, wordt die een bepaald
mens'type'.
o De een is niet beter dan de ander, het zijn gewoon andere type
mensen.
De identiteit van een persoon blijkt uit de manier hoe hij zich gedraagt (bijv.
hoe hij met zn vrienden omgaat), uit zijn activiteiten.
o Er moeten aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan, willen er zulke
mensenlijke activiteiten plaatsvinden. Niet alleen fysiek of mentaal,
minstens zo belangrijk zijn de voorwaarden uit je omgeving.
o Pas dan kan een mens zich tot mens ontplooien.
Wie niet in het gezelschap van mensen opgroeit, ontwikkelt bepaalde
menselijke eigenschappen niet.
o Zie: verhaal van Amala en Kamala blz. 177.
Wat zijn de noodzakelijke voorwarden van mens-zijn?
Filosofische antropologie
Uiteindelijk is het doel een samenhangende visie te ontwikkelen die de mens
als geheel recht doet.
Bij elk aspect van het mens-zijn kan men vragen: 'wat maakt dat mogelijk?'.
, o Het doel is beperkter: verheldering van het mens-zijn i.p.v. het zoeken
naar een definitieve definitie.
De twee onderzoekspunten van de filosofische antropologie:
o De voorwaarden waaronder mens-zijn mogelijk is, kortweg: de
condition humaine.
o Door te expliciteren en te verhelderen wat het eigenlijk inhoudt 'een
mens te zijn'.
8.1.2 De aard van het 'beestje'
Het zou dom zijn om de verwantschap tussen dieren en mensen te
ontkennen.
Mensen zijn dieren, lijken dus op dieren. We vormen samen een soort één
grote familie.
o We vertonen daardoor allemaal familiegelijkenissen.
Niet zeggen: we hebben helemaal geen overeenkomsten.
Maar ook niet: we zijn 100% hetzelfde.
Animal rationale: het met rede begaafde dier
Filosofische antropologie zegt:
o Wat rechtvaardigt het dat mensen zich wezenlijk onderscheiden van
dieren?
Het antwoord zit hem in: 'de mens is een met rede begaaf dier'.
o De onderscheiding zit hem in het feit dat we met rede begaaf zijn.
o We zijn dus een dier, maar de onderscheiding zit hem in de ratio.
Rechtvaardigt de ratio de onderscheiding?
Logos, ratio, rede
Van Dale:
o Het denkvermogen;
o Het begrips- en onderscheidingsvermogen van de mens dat dient tot
het verkrijgen van kennis, het combineren van zaken.
In de loop van de geschiedenis zijn er verschillende definities gegeven aan de
rede, we nemen er een paar onder de loep.
Praktisch en theoretisch denkvermogen
Traditioneel, kent me de volgende onderscheiding:
o Praktische rede: het vermogen om met jezelf te overleggen, een
overweging te maken van de voors en tegens, en zo op grond van zo'n
redelijk overleg een beslissing te nemen.