Aardrijkskunde
Hoofdstuk 1: Natuurlijke gevaren en natuurlijke
hulpbronnen in Zuidoost-Azië
1.1 Natuurlijke risico’s
Interne krachten
- Zie aantekeningen: aardplaten.
- Belangrijkste platen in Zuidoost-Azië: Pacifische, Euraziatische, Indisch-
Australische en de Fillipijnse Plaat.
- Indisch-Australische plaat duikt onder de Euraziatische plaat
o Vulkanisme, aard- en zeebevingen en tsunamis tot gevolg.
o Eilandenboog van Indonesië is hier ook een gevolg van.
Tsunami’s
- Bij een grote zeebeving die niet te ver van het oppervlak plaatsvind, kan het
bovenliggende water worden opgetild.
o Op zee merk je er weinig van: enkele decimeters, tussen twee
golftoppen zit veel ruimte, verplaatst zich met 900 km/h.
o Onderweg verliest de Tsunami dus weinig energie, eenmaal bij de kust
moet hij deze wel kwijt: remt af tot enkele tientallen km/h, de energie
gaat in de hoogte zitten.
o In plaats van dat de golf breekt, loopt de tsunami het land op: vele
gebieden worden hierdoor verwoest.
Moessons en orkanen
- Moessons: halfjaarlijks van richting wisselende winden die in Zuidoost-Azië
kunnen leiden tot een overvloed aan neerslag. Dit leidt soms weer tot
overstromingen (versterkt door menselijke activiteiten als ontbossing).
o Zomer: regen, Winter: winden draaien om, weinig regen.
- Tropische cyclonen: in de regio van Zuidoost-Azië tyfonen genoemd.
- Voorwaarde voor het ontstaan: 27°C water en 50m diep.
o Warme vochtige lucht stijgt op, koelt af en condenseert: er ontstaan
gigantische regenwolken, waar onweersbuien ontwikkelen.
o De draaing van de aarde zorgt voor een roterende storm, met een
windstil oog.
o Zolang de orkaan/tyfoon boven het zeewater blijft, blijft het proces van
condenseren doorgaan: hij blijft gevoed worden.
o Zodra deze aan land komt valt de energiebron weg en neemt de kracht
af.
Relatieve zeespiegelstijging
- IPCC: Intergovernmental Panel on Climate Change
- Stijging van de zeespiegel zorgt voor een grote erosie van de kusten,
overstromingen, verzilting en een verlies aan de biodiversiteit.
- Economisch gebied: vernietiging van infrastructuur etc.
Dansen op de vulkaan
- Mensen wonen graag rond natuurramp-dreigende gebieden, om de volgende
redenen:
, o Vruchtbare bodem, aangename klimaat, sociale contacten.
- Arme mensen of via bevolkingsdruk moet men wel gaan wonen rond onveilige
plaatsen.
- Of men accepteert als iets gewoons vanwege religie.
- Natural hazard risk management: voorspellen en omgaan met de gevolgen.
o Voorspellen: risicoanalyse, pas een ramp als mensen worden getroffen
en schade wordt geleden. Natuurlijke gevaren worden in kaart gebracht
door metingen.
o Economische schade vaak groter in ontwikkelde landen, waar het
slachtofferaantal weer klein is.
o Omgaan met de gevolgen: rampen- en evacuatieplan.
, Aardrijkskunde
Hoofdstuk 1: Natuurlijke gevaren en natuurlijke
hulpbronnen in Zuidoost-Azië
1.2 Ontbossing
Het tropisch regenwoud
- Temp: 30°C, winter boven de 18°C
- Luchtvochtigheid: 80%
- ~2000mm per jaar aan neerslag
- Water verdampt door hoge temperaturen, condenseert snel, en regent neer.
o Deze cyclus kan wel 5 tot 7 keer per dag zichzelf herhalen.
- Bomen zijn 12 maanden per jaar groen.
- Bos bestaat uit drie etages:
o Toplaag, veel dieren, bomen worden heel erg oud
o Middelste etage: lagere bomen en struiken van enkele meters hoog
o Bosvloer: behoorelijk donker, plantengroei beperkt.
- Elke etage heeft zijn eigen unieke planten- en dierenwereld. Veel
verschillende ecosystemen aanwezig.
o Het tropisch regenwoud kent veel biodiversiteit.
Rijke plantengroei op arme bodems
- Bodem (latosol) is niet echt vruchtbaar, maar enkele centimeters.
o De schimmels en bacteriën gedijen goed in de warmte, ze breken snel
materiaal af in mineralen (mineralisatie).
o Deze mineralen worden snel opgenomen door de andere bomen.
▪ De ene plant z’n dood is de ander z’n brood.
o Overige mineralen spoelen weg via grote hoeveelheid neerslag.
Uitputting en aantasting
- Door de snelle kringloop van voedingsstoffen is het bos heel kwetsbaar voor
veranderingen, voedingsstoffen worden dan verwijderd uit de kringloop.
- Bij het kappen vind uitputting plaats van de natuurlijke hulpbronnen.
Waterhuishouding
- Overgroot deel van de neerslag gaat weer terug via evaporatie en transpiratie.
Het water wat op de grond terechtkomt wordt snel opgezogen door de bomen.
De rest sijpelt de bodem in en/of stroomt af naar rivieren. Er verdampt weinig
vanaf de bodem vanwege het weinige zonlicht dat de bodem bereikt.
- Stel je kapt de bodem, het water bereikt nu rechtstreeks de grond, er vind
bodemerosie plaats. Alles stroomt af naar rivieren die dichtslibben en
overstromen.
Zwerflandbouw
- Inheemse bevolking: kapte een stukje, verbrandde het hout, gebruikte dat als
voedingsstofen, oogste er twee keer, lieten het met rust om weer te
regenereren en ging naar het volgende stukje land.
o Ook wel zwerflandbouw, shifting cultivation of ladangbouw.