Samenvatting behandeling oncologie Martine Zeissink
Hoofdstuk 12 Chirurgie
Normen die bij chirurgie zijn afhankelijk van de volgende factoren:
- Anatomische grenzen: afhankelijk van plaats tumor is hoe ruime marges
genomen kunnen worden;
- Cosmetische effecten
- Ervaring
Cryochirurgie: tumor wordt bevroren doormiddel van vloeibare stikstof.
Tumorweefsel sterft af.
Elektrocoagulatie: tumorweefsel wordt weggebrand
Lasercoagulatie: doormiddel van laserbelichting selectieve tumordood
bewerkstelligen
RFA (radio frequent ablation): weefsel wordt doormiddel van hoogfrequente
radiogolven tot 80°C verhit, waardoor het afsterft.
- Kan als enige behandeling of in combinatie met metastasectomie worden
toegepast;
- Vooral bij nier-, lever-, en longmetastasen en primaire tumoren.
MWA (Microwave ablation): tumor wordt verhit doormiddel van microgolven,
beter voor behandeling van tumoren bij grote vaten in de buurt liggend, dan RFA.
Therapiekeuze en toepassing:
Afhankelijk van type tumor, locatie, mate van ingroei in omliggende weefsels,
aanwezigheid metastasen, tumoreigenschappen zoals groeisnelheid/differentiatie
kans op metastasering/metastaseringspatroon.
Diagnostische chirurgie:
- O.a. sentinel node biopsie, diagnostische laparoscopie of laparotomie.
- O.a. bij mammacarcinoom, melanoom, tumoren van de genitaliën.
- Ook om te beoordelen of er peritonitis carcinomatosa is (bijv. bij een
maagcarcinoom)
Preventieve chirurgie:
Operaties om het ontstaan van kanker tegen te gaan.
- Bijv. mastectomie en/of ovariëctomie/tubectomie bij erfelijk mamma- of
ovariumcarcinoom. Of verwijderen van darmpoliepen of colectomie bij
erfelijk colorectaal carcinoom.
Curatieve chirurgie:
Streven is om gehele tumor te verwijderen (met ruime marges, zodat continuïteit
van kwaadaardig weefsel nergens wordt onderbroken).
- En bloc lymfeklierdissectie: regionale lymfeklieren worden in continuïteit
(dus volledig) mee verwijderd
Palliatieve chirurgie:
Symptomatische behandeling met het doel om de tumor te verkleinen of
tumorcomplicaties te reduceren, c.q. op te heffen om de kwaliteit van leven te
verbeteren.
[1]
, Samenvatting behandeling oncologie Martine Zeissink
- Voorkomen van complicaties: wanneer er enige zekerheid is dat patiënt
ernstige klachten zal ondervinden van het tumorproces of complicaties,
kan vroegtijdig ingegrepen worden.
o Bijv. bij spierinvasief blaascarcinoom (risico op bloedingen)
cystectomie
- Bestrijden complicaties:
o Bloeding ten gevolge van tumorgroei (bijv. als gevolg van
tumoringroei in een bloedvat of wanneer ulcererend tumoroppervlak
gaat bloeden), dan chirurgische hemostatis (bloedingstelping)
o Bot- of wervelmetastasen: wervelkanaal fixeren bij ingezakte
wervels of langzaam progressieve tumoren, of bij botmeta’s
chirurgisch fixeren of bestralen
o Ruimte-innemende processen buik:
Bij ileus door tumor aangedane deel van darm te verwijderen
en omleiding aanleggen, zodat er geen
darmpassagestoornissen meer zijn
Bij (ernstige) icterus: drainage van galwegen herstellen door
anastomose van galwegen met dunne darm, wanneer
endoscopische stent niet lukt.
o Vernauwing trachea: tracheotomie of tracheostoma bij tumordruk of
tumorgroei op/in trachea
o Spoedeisende oncologische chirurgie: controversieel maar bij
gastro-intestinale bloedingen, dringende blow-out van de darm door
tumor-obstructie, compressie van spinale ruimte en tumordoorgroei
in vitale vaten
Uitgangspunt: verminderen van dreigende symptomen, zodat
kwaliteit van leven niet wordt aangetast.
Reconstructieve chirurgie:
Cosmetische en functionele verbeteringen na curatieve chirurgie
- Bijv.: grote wonden na resectie sluiten doormiddel van zwaailappen
Chirurgie als hormonale therapie:
Tumor door veranderd hormonale milieu in regressie
- Bijv.: orchidectomie, ovariëctomie, strumectomie, adrenalectomie,
hypofysectomie
Combinatiechirurgie:
Operatie als aanvulling op of in combinatie met een andere behandelvorm.
Bijvoorbeeld in combinatie met chemotherapie en/of radiotherapie.
- Debulking: behandeling met cytostatica geeft betere resultaten naarmate
de hoeveelheid tumormassa en het aantal tumorcellen kleiner is.
o Bij debulking wordt de grootste massa van de tumor voorafgaand of
tijdens de chemotherapie operatief verwijderd.
- Arteriële infusie: katheter wordt ingebracht in arterie die gebied van tumor
van bloed voorziet. Cytostatica komt zo eerst bij de tumor aan
- Veneuze infusie: inbrengen CVL/PICC
- Geïsoleerde perfusie: bloedsomloop in gebied van de tumor wordt
gescheiden van de lichaamsbloedsomloop, waardoor hoge dosis
cytostatica toegediend kan worden.
- Intra-abdominale chemotherapie: HIPEC. Peroperatief buikholte spoelen
met cytostatica na een debulking
[2]
, Samenvatting behandeling oncologie Martine Zeissink
- In combinatie met radiotherapie: preoperatief om de tumorcellen het
vermogen tot proliferatie te ontnemen of om de tumor te verkleinen, zodat
resectie mogelijk wordt.
o Uitwendige en inwendige bestraling kunnen gegeven worden als
aanvullende behandeling bij curatieve en palliatieve operaties.
o Bij een CRC kan peroperatief direct in de buik of het kleine bekken
bestraling gegeven worden; intra-operatieve radiotherapie (IORT)
[3]
, Samenvatting behandeling oncologie Martine Zeissink
Hoofdstuk 13 Radiotherapie
Radiotherapie:
Behandeling met ioniserende straling waardoor schade wordt toegebracht aan
het DNA van de maligne cel. De maligne cellen kunnen zich niet herstellen, wat
uiteindelijk leidt tot celdood.
- Wordt bij ongeveer 50% van alle kankerpatiënten in het behandeltraject
ingezet.
Ioniserende straling:
Ioniserend: de mogelijkheid om een elektron uit de buitenste schil van een atoom
weg te schieten. De atoom wordt positief geladen en het wordt een ion.
Ioniserende straling: straling met voldoende energie om atomen te ioniseren:
chemische veranderingen in ontvangende materie
Snel voortbewegende geladen en ongeladen kerndeeltjes en elektromagnetische
golven.
Meest gebruikte vormen van straling zijn fotonen (gammastralen of
röntgenstralen) en deeltjes (elektronen, neutronen of protonen).
- Door straling worden vrije radicalen gevormd (vooral zuurstofradicalen) die
in de cel schade aan het DNA aanbrengen.
o Het is belangrijk dat dit op essentiële plaatsen in de celkern
gebeurt, zodat schade niet meer hersteld kan worden en de cel ten
gronde gaat.
Indirecte actie: elektronen gaan een interactie met water aan zodat OH-radicalen
ontstaan
Directe actie: elektronen gaan een directe interactie aan met het target
molecuul.
Radioactief verval: instabiele atoomkern van een stof gaat spontaan over naar
een stabielere vorm (anders stof). Tijdens verval komt energie in de vorm van
straling vrij.
Radioactiviteit: aantal desintegraties (kernomzettingen) per seconde van een
radioactieve bron, aangeduid in Bq.
Uitwendige bestraling (teletherapie)
Ioniserende straling die wordt opgewekt met behulp van lineaire versterker
(fotonen/elektronen/protonen)
Inwendige bestraling (brachytherapie)
Het bestralen van tumoren door het plaatsen van radioactieve bronnen op of in
de tumor.
Radioactieve nucliden (atoomsoort) worden afgegeven, met hoge dosis straling,
dichtbij of in het tumorproces.
Onderscheid tussen open en gesloten bronnen:
- Gesloten bron bestraling: de radioactieve bestralingsbron wordt vanuit een
afterload apparaat via een katheter rechtstreeks op de plaats van de
tumor geschoven. Hierdoor minder hoge dosis in omliggende weefsels.
[4]