Basistexiel breien
Eerste vier lessen fashion, vier techniek.
Les 1
Filmpjes van NCSU zijn goed van vlakbreien en rondbreien.
Indeling vlakbreimachines:
Rechte opstelling:
- Twee naalden bedden met LL naalden. Twee blokken naast elkaar.
V-bed opstelling:
- Twee naalden bedden onder een hoek van 90 graden.
X-bed opstelling:
- Vier naalden bedden.
- Aan de zijkant van de V-bed, worden twee hulp naalden bedden nog
erbij gezet.
- Het voordeel hiervan is, de extra hulpnaaldenbedden, is dat je veel
meer opties hebben. Bijvoorbeeld als je een lus er even tijdelijk erop
legt en wat anders tussendoor doet. Vaak voor mooie exclusieve
producten.
Er zitten meerdere sloten op een elektrische breimachine.
Onderdelen van een vlakbreimachine:
- Naalden
- Sinkers, ook wel plantine, een plaatje waar je bepaalde effecten mee
kan doen. Kan je golfbreisels mee maken, dan brei je even op een
naaldenbed. Het doel van de sinker is dat het breisel naar beneden
gedrukt wordt, dus naar beneden duwen. Anders gaat de lus ophopen.
Door de sinker kan je heel erg lang op een naaldenbed breien. Meer
mogelijkheden om aparte breisels te maken.
- Draadgeleiders
Verschillende draadgeleiders:
1. Normale draadgeleiders
2. Plateerdraad geleider, met het halve maantje. In computer gestuurde
breinaald is een andere.
3. Intarsia draadgeleiders, om die ruiten te maken heb je veel
draadgeleiders nodig, tot wel 40. Tramdraad, als je hier een stukje
, afknipt kan je hem zo uit je breisel trekken, dus zo het afval eraf
halen.
- Sloten
- Aftrekwals, transporteren naar beneden.
- Fourniseur, blokken aan de zijkanten van elektrische breimachine.
Zorgt dat het garen spanningsloos naar binnen wordt gebracht.
Naalden:
Tongnaald:
- In de handbreimachine.
- Kom je vooral tegen in vlakbreimachines en rondbreimachines. Ook in
rachelmachines, dat zijn kettingbreimachines.
Bijzondere tongnaalden:
1. Links-links naalden:
- Twee tongen.
- Zie de animatie in de pp slide 7.
- Links-links machine is beetje verouderd want je kan alleen ll maken.
Een computergestuurde vlakbreimachine kan ook ll doen. Kan dus
ook op rr.
2. Vernaald (transfer) naald:
- Zijn erg prijzig.
- Het meest kritische punt is het veertje, want als die iets beschadigd
kan je al geen vang meer maken. Dus als het ietsje open gaat staan,
dan verpest dat je breisel. Bijvoorbeeld van een rr naar een rl gaan.
- Zie de animatie in de pp silde 7.
3. Bijzonder tongnaald (worden voornamelijk gemaakt voor panty’s en die
draaien heel erg snel):
- Voor een rondbreimachine.
- De tongen hebben ze er scheef opgezet, want als de machine dan gaat
draaien dan gaan ze recht. Want als je iets draait en het zou recht zijn
dan gaat het scheef staan.
- Middelpuntvliedende kracht, doormiddel van de luchtweerstand.
,Baard of haaknaald:
- Wordt gebruikt voor een cotton machine. Het verschil is dat deze niet
werkt met een tong.
- Naalden gaan tegelijk omhoog en omlaag, alles tegelijk.
- Hele mooie hoogwaardige producten.
Schuif of compoundnaald:
- Veel in kettingbreimachines, in tricot breisels.
Sloten:
Voor de elektrische breimachine gebruik je een naald zonder nokken,
transfer naald. De platine bedient de naald, daar zit het nokje op. De platine
wordt opzich zelf ook nog bediend. Het blokje, nummer 6 en die bepaald of
de naald wel of niet omhoog gaat, hij wordt elektromagnetisch aangestuurd,
deze heet de selectienok. Naald, platine, selectienok, de volgorde is genoeg.
Meerdere sloten zitten naast elkaar in een elektrisch gestuurde breimachine.
Voordeel van meerdere draadgeleiders kan je met meerdere kleuren werken
en gaat je productiesnelheid vooruit.
Draadwachter:
De functie van de knoppen, kan je draaien en dan kan je plaatjes bedienen
en dit zijn knopenvangers. Dus bepaalde dingen wel of niet erdoor heen gaat.
Dus een dun fijn breisel moet je hem heel strak afstellen. De schotelrem kan
je verder open en dicht zetten (kleine knopje zonder cijfers). Deze moet je
elke keer opnieuw afstellen, want je werkt met verschillende diktes garen.
, Lampje gaat aan, als de draad er bijvoorbeeld niet erdoor heen kan met de
knopenvangers.
Frictiewiel voeding (fourniseur):
Constante regelbare garen toevoer, hij kan een constante toevoer leveren,
waardoor de draad theoretisch spanningsloos naar binnen gaat. Je kan dus
sneller en langzamer naar binnen brengen, met of zonder weerstand. In de
softwear moet je dat allemaal aanpassen. Hij is helemaal regelbaar.
Aftrek wals:
Voor bijvoorbeeld die extreem grote pockets maken. De aftrekwalsen kunnen
bijvoorbeeld terug of vooruit draaien, voor bijvoorbeeld kabels.
De walsen draaien als het ware naar beneden toe, dus het breisel komt
helemaal strak te zitten. En als het terug gaat draaien komt het heel los
liggen en kan je het makkelijk vernaalden/verzetten.
De grote wielen zijn de rubber wielen, die draaien iets harder dan dat de
tandwielen draaien, zo wordt het breisel ook daartussen strakgetrokken.
De kam sluit zichzelf met een elastomeer, en trekt zichzelf omlaag waardoor
het elastomeer op spanning te lopen.
Dit hele verhaal heet een frictieaftrek.