2.1.4 WK 12
4.2 ONDERZOEKSMETHODEN LIPPEN EN WANGEN
Visuele inspectie
Mondholte wordt onderzocht door tongblad.
De motiliteit van de tong wordt beoordeeld door de patiënt de tong te laten
uitsteken
Hypoglossale zenuwverlamming: tong wijkt uit naar aangedaande zijde
Glossofaryngeale zenuwverlamming: huid en gehemelte wijkt af naar
gezonde kant (backdrop sign). Om dit uit te sluiten wordt de mobiliteit van
het zachte gehemelte beoordeeld
Palpatie
Als inspectie twijfelachtige veranderingen aan het licht brengt, worden regio’s
gepalpeerd. Hierdoor kan er beter worden beoordeeld op consistentie en diepte
van bevinding.
- Cervicale lymfeklieren moeten ook worden gepalpeerd
Smaaktesten
Afwijkingen van smaak worden geclassificeerd als:
Hypergeusie: overmatig smaakvermogen
Hyogeusie: verminderd smaakvermogen
Ageusie: volledige afwezigheid van smaak
o Congenitale ageusie: aangeboren
Subjectieve testen van smaak zijn:
Chemogustometrie: waterige oplossingen van glucose, Nacl, citroenzuur
en kinine worden aangebracht op de tong: zoet, zout, zuur, bitter
Elektrogustometrie: constante stimulatie van de smaakreceptoren van
de tong
Beeldvorming
Beeldvorming heeft een beperkte rol bij ziekten van de lippen en orale holte, het
wordt gebruikt om een diagnose te bevestigen (kanker en uitgebreid
inflammatoir proces). Zachte weefsels van de nek (lymfeklieren opsporen) moet
worden gedaan bij bevestiging.
Indicaties voor CT en MRI:
- Uitgesproken ontstekingsveranderingen
- Tumoren (omvang, invasiediepte, verspreiding)
5.2 ONDERZOEK OESOFAGUS
LO en endoscopie: keuze voor welk onderzoek wordt gedaan is afhankelijk van
de onderzochte structuur:
Nasofarynx: rhinoscopie (via spiegel holte bekijken vanuit mondholte) en
endoscope (vanuit neusrichting)
Orofarynx: visuele inspectie mondholte
Hypofarynx: gecombineerd met inspectie larynx
Oesofagus: bekeken met endoscopie (lokale anesthesie is nodig)
,Beeldvorming
- Radiografie met contrastvloeistof: diverticula tumoren, stenosen en
motiliteitstoornissen
- CT en MRI: tumoren en ontstekingen
5.5 ZIEKTEN VAN HYPOFARYNX EN SLOKDARM
TOXISCHE INGESTIE
Etioathogenese:
- Drinken van een alkaline- of zuuroplossing
- Zuur veroorzaken coagulatienevroce met denaturatie eiwitten
- Alkaliën: colliquatieve nevrose met vervloeiing nectrotisch weefsel
- Op lange termijn: oësofageale vernauwingen met progressieve dysfagie
Symptomen
- Acute gevallen: ernstige pijn in de mond en pharynx en kwijlen
- Oesofageale perforatie: subcutaal emfyseem in nek of pneunomediastinum
- Hoge koorts, retrosternale pijn met symptomen shock
o (hoge pols lage bloeddruk, zweten, bleek)
- Intoxinatie: nier-en leverfalen, elektrolyten disbalans en hemolyse
o Verschijnen pas 1-2 dagen na de schade
Diagnose
Lo onderzoek: orale holte, orofarynx, hypofarynx en larynx
o Mucosa ziet er erythamateus uit en kan later epitheliale defecten
vertonen met witte fibrinelaag
Radiografisch: borst en abdomen om perforatie van oesofagus of maag uit
te sluiten
Oesofagoscopie: wanneer diagnose niet met beeldvorming kan worden
verkregen
Behandeling
Acuut:
o Shock behandelen
o Hoge dosis corticosteroïden
Lange termijn
o Sommige oesofageale vernauwingen kunnen worden verholpen met
dilatatie
o Kan dilatatie niet resectie van stenotische segment
CORPUS ALIENUM (LICHAAMSVREEMDE VOORWERPEN)
Etiologie/pathogenese:
- Meestal kleine kinderen die iets hebben ingeslikt, soms ouderen door
verminderd gevoel gehemelte
- Voorwerken komen vaak vast te zitten in hypopharynx of in bovenste
constrictie oesofagus
Symptomen:
- Gevoel van druk, een prikkend gevoel of pijn in de hypopharynx of
retrosternale gebied
- Dysfagie kan aanwezig zijn (afhankelijk van grootte en locatie voorwerp
,Diagnose:
- Inspectie en palpatie van hypofarynx
- Niet lokalisatie beeldvorming
- Perforatie van de hypofarynx of oesofagus door scherp voorwerp uitsluiten
Behandeling
- Voorwerp er zo snel mogelijk uithalen
- Oesofagoscopie (soms thoractomie)
SCHEUREN OESOFAGUS: SYNDROOM VAN BOERHAAVE
Boerhaave-syndroom: spontane scheur van de terminale oesofagus net boven
de oesofageale hiatus, veroorzaakt door krachtig overgeven of rekken.
- Komt het meest voor bij patiënten die veel overgeven of alcoholisten
Symptomen:
- Symptomen komen direct na scheur voor: zware retrosternale of
epigastrische pijn met kenmerken van acute buik
- Symptomen die passen bij hematemesis, dyspneu en progressieve shock
Diagnose
- X-thorax: uitsluiten pneumomediastinum en lucht onder diafragma
- CT-scan: na X-thorax
- Endoscopie: als beeldvorming niet zorgt voor een duidelijke diagnose
Behandeling
Directe onmiddelijke chirurgische ingreep door een thoracotomie met het primair
sluiten van het defect en herstel van de pleura. Hierbij wordt een drain geplaatst
in de pleura of mediastinum
DIVERTIKELS
Divertikels: uitstulpingen van de orgaanwand. In de oesofagus kunnen er 2
worden onderscheiden:
Pulsatie divertikels: de mucosa drukt door een zwakke plek in de spier
heen door toegenomen intraluminale druk
Tractie divertikels: vormen zich in parabronchiale locaties a.g.v. tractie
rondom een litteken
Zenkers diventrikel: diventrikel van de hypofarynx (pulsatie
diventrikels)
Epidemiologie:
- Meest voorkomende divertikel van oesofageale inlaat
- Middelbare leeftijd of ouder, overgewicht, man vrouw =3;1
Pathogenese:
- Komt klassiek voor op zwakke punten van de wand van de
hypopharynx
- Veel patiënten hebben lange geschiedenis van
refluxoesofagitis
Symptomen
- Klassieke symptomen: dysfagie en terugstroom onverteerd
voedsel (ochtend, of liggend)
- Halitose (slechte adem) doordat voedsel achterblijft in diventrikel
Diagnose
- Spiegelonderzoek of indirecte laryngoscopie
- Beeldvorming bevestigt de uiteindelijke diagnose (oraal contrast
onderzoek)
, Behandeling:
- Voorkeursbehandeling is operatie: endoscopische of ecterne benadering
TUMOREN VAN HYPOFARYNX
Benigne tumoren
- Komen nauwelijks voor
- Symptomen: dysfagie, regurgitatie of retrosternale pijn
- Diagnose: endoscopisch biopt
- Behandeling: chirurgie
Maligne tumoren
Histologisch gezien zijn bijna al deze tumoren plaveiselcelcarcinomen. Net als
orale en orofaryngeale carcinomen bestaat er etiologisch verband met chronisch
alcohol en nicotinemisbruik
Symptomen:
- Symptomen treden laat op, diagnose vaak in laat stadium (na metastasen
in cervicale lymfeklieren)
- Initiële klachten: niet specifiek dysfagie en slechte adem
- Later: uitstralende pijn naar het linkeroor
- Wanneer tumor in larynx: schorheid en dyspnoe
Diagnose
- Spiegelonderzoek, indirecte laryngoscopie en endoscopie (stadiëring),
biopt
- Beeldvorming: betrokkenheid van omliggende structuren
Behandeling:
- Afhankelijk van de tumorgrootte
- Lokale chirurgische exisie
- Vaak ook laryngectomie door verspreiding tumor naar larynx
- Na chirurgie radiotherapie op tumorlocatie en lymfeklieren
- In gevorderde stadia alleen radiotherapie of chemo
C&K H32: ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Mondholte: lippen tot keelholte tong, tanden en tandvlees: kauwen, slikken,
spreken
Keelholte: nasale, orale en larynxgedeelte (deel van keel dat aansluit op
oesophagus)
Oesophagus: spierbuis van 20cm die de keelholte met de maag verbindt net
onder het middenrif
- Functie: transporteren voedsel van mond naar de maag
- Bovenste deel: buitenste logitudinale laag en binnenste cirkelvormige
spierlagen zijn gestreept
- Onderste 2/3e deel: beide lagen bestaan uit gladde spieren
De oesofagus is bekleed met gelaagd plaveiselepitheel dat zich distaal
uitstrekt tot aan de squamocolumnair overgang waar de slokdarm aansluit op de
maag, endoscopisch herkent door de Z-lijn, net boven de meest proximale
maagplooien