Culturele Psychologie
- Tussentoets: college 1 t/m 7 (hoofdstuk 11 stukje over persoonlijkheid moet je kennen 320 t/m
328)
- Eindtoets: college 8 t/m 14
College 1
Autochtoon: jij zelf en je ouders zijn in Nederland geboren.
Allochtoon: jij zelf of één van je ouders is in het buitenland geboren.
Cultuur:
- Cultuur is een soort bril waardoor we kijken, een schema dat ons helpt om informate te evalueren en
organiseren. Het beïnvloed ons denken, ons voelen en ons handelen.
- Een set van attudes, gedragingen en symbolen die door een bepaalde groep gedeeld wordt, en het
wordt gecommuniceerd van generate op generate.
Waarom is cross-culturele psychologie relevant?
- Globalisate: steeds meer verkeer van goederen en mensen en fnanciële banen tussen landen. Dus er
is steeds meer contact. De grenzen tussen culturen worden steeds meer difuus. ommige
Nederlanders zeggen ook dat ze Europeaan zijn.
- Diversiteit: veel verschillende culturen waarmee je samen zal gaan moeten werken.
- Testen: reageren andere culturen hetzelfde op een bepaalde test die gemaakt is voor een bepaalde
cultuur. Ze zijn te vertalen maar scoren ze hetzelfde?
Diversiteit:
Paper: The weirdest people in the world?
- Wie is WEIRD? Western, educated, industrialized, rich, democratc.
- WEIRD mensen zijn outliers. 96% van psychologische studies zijn gebaseerd op steekproeven die maar
12% van de wereldbevolking representeren.
- Doel van Henrich et al.: focus is op psychologische fenomenen die de-facto als universeel worden
gezien. De auteurs proberen de verschillen tussen steekproeven niet te verklaren.
- In de paper merken ze de verschillen alleen maar op maar gaan de culturele verschillen niet verklaren.
Ze willen alleen onderzoeken in hoeverre we de uitkomsten mee kunnen nemen naar de westerse
wereld, en of de uitkomsten overeenkomen.
- Contrasten:
Modern industrialized vs. small scale societes: b. is de muller-lyer illusion. Hij heef deze
meegenomen naar heel veel kleine groepen. Hoe kleiner en primitever de maatschappij
waarin de mensen leven hoe kleiner het verschil dat ze zien. Denk bijvoorbeeld aan de
mijnwerkers, die zeggen A=B. Dit hebben ze proberen te verklaren met de carpentered world
hypothesis. Dit komt omdat onze wereld gemaakt is en zij in een natuurlijke omgeving leven.
Dit komt omdat zei niet veel muren hebben en niet veel hoeken van 90 graden. Wij maken
meteen vanuit een 2D plaatje een 3D plaatje. De mensen in de natuurlijke omgeving zien dit
3D plaatje niet direct. Zij zien een soort rare kronkel. Het is dus gecreëerd door de omgeving.
Dictator game: een speler krijgt geld en hij mag besluiten of hij aan speler 2, die hij niet kent,
wat van het geld wil geven. Ongeveer 50% van wat ze krijgen geven ze aan de andere speler,
en dat wordt meestal ook geaccepteerd van de ander. Het creëert een bepaalde norm
waarom je dit doet. In niet-westerse landen is het veel minder dan 50%. Als je 20% weggeef
in een westerse context dan wijs je dat af. In small scale societes worden lagere biedingen
ook eerder geaccepteerd.
Westers vs. niet-westers: b. change blindness. In het westen zijn we heel erg gefocust met:
hier zijn we mee bezig en daar focussen we onze aandacht op. In Azië wordt er aandacht
besteed aan alles, dus niet alleen waar ik mee bezig ben. Als je iets verandert in de omgeving
dan zien Japanners dat sneller en als je iets verandert aan een bepaald gefocust object dan
zien Amerikanen dat sneller.
, Amerikanen vs. andere westersen: Amerikanen zijn het meest individualistsch in de wereld.
Implicates voor processen waarbij het zelf betrokken is. In Amerika gaan mensen ervan uit
dat je alles kunt bereiken als je maar hard genoeg werkt. Maar als je faalt zeggen ze dus ook
dat dat aan jezelf ligt, omdat je bijv. niet hard genoeg hebt gewerkt. Er is heel veel onderzoek
naar falen en succes, en wat dat voor invloed heef op mensen. Maar als alle Amerikanen
hiervan uit gaan dan zijn alle testen hier dus ook op gericht.
Universiteit vs. niet universiteit: laag en hoog sociaal economische status. Een van de dingen
die ze vinden is dat ze meer of minder post-decisional spread of alternatves. bijv. Cognitve
dissonance Leon Festnger. Als je heel lang iets moet doen en moet zeggen tegen een ander
dat het leuk was dan ga je dat zelf ook geloven. Bijv. ze krijgen twee producten te zien en je
moet zeggen welke je leuker vind. Daarna werd gezegd dat je een van die producten mocht
houden. Er was een condite waarin de producten bijna identek waren dus die score was
ongeveer gelijk. En er was een condite waarin het ene product veel beter was dan de andere.
Als de ene een 5 en de andere een 6 heef dan ga je je product toch hoger beoordelen omdat
ze al zo veel op elkaar leken. Als ze veel verschilden houdt je je score hetzelfde want hij was
toch al beter. Bijv. de hoog opgeleiden zijn meer into rock en de laag opgeleiden zijn meer
into country muziek. Toen hebben ze gekeken naar die post-dicisional spread. Een gekozen
opte wordt leuker gevonden en een niet gekozen opte is lager. Bij hoog opgeleiden zie je dit
heel erg. Bij mensen die alleen een basis opleiding vind je dit efect niet terug. De studie
wordt altjd gedaan bij eerstejaars psychologie studenten dus dan zien we het efect wel.
- De vraag is dus of dat wat we vinden bij de WEIRD people, we ook kunnen vinden bij de niet-WEIRD
people.
- Dus we kunnen psychologische bevindingen niet zomaar gebruiken op elke populate.
Doelen Cross-Culturele Psychologie
- Het testen van hypothesen en bevindingen in andere culturele omgevingen.
- Het verkennen van andere culturen om culturele en psychologische variate te ontdekken.
- Het integreren van bevindingen uit verschillende culturen en zo te komen tot een meer universele
psychologie.
College 2 Concepten en Methoden
Etniciteit: is de culturele achtergrond, de gedeelde ervaring van mensen die dezelfde afstamming hebben,
dezelfde taal spreken, dezelfde tradites hebben, en vaak ook dezelfde religie aanhangen en uit hetzelfde
gebied komen. Maar dit wordt al snel gecompliceerd, want als je natonaliteit of religie erbij betrekt…
- Christelijke Arabieren in Israel
- Biculturelen
Ras: Wat is eigenlijk ras?
- Onderscheid gebaseerd op vergelijkbare genetsch overdraagbare fysieke karakteristeken. Bijv.
andere huidskleur, andere oogkassen. Je hebt 5 verschillende typen:
Caucasoid
Africoid
Mongloid
American
Australoid
- Ras in de
- Ras is dus een sociaal geconstrueerde categorie, net als etniciteit. We gebruiken het om mensen te
classifceren. Maar in de werkelijkheid zijn er veel meer verschillende typen. Denk aan Barak Obama.
Je kunt hem niet aan één van de 5 typen toeschrijven (hij is zwart, Afrikaanse Amerikaan, Moeder
(Europees), ader (Keniaan), geboren op Hawaii).
Theoretsche benaderingen van cultuur
- Cultuur als onafankelijke variabele: bepaalde factoren variëren met cultuur en hebben een invloed
op psychologische fenomenen. (Bijv. hoe mannen en vrouwen met elkaar omgaan) We gebruiken
verschillende culturen en gaan kijken hoe zij verschillen op bepaalde gedragingen, enz.
, - Cultuur als confound: een derde variabele die toevallig gerelateerd is aan I en D . Psychologische
fenomenen horen universeel te zijn. Cultuur heef volgens deze benadering geen invloed op
psychologische fenomenen.
- Cultuur als echt psychologisch fenomeen: elk psychologisch fenomeen vindt plaats in een culturele
context, cultuur zit in ons hoofd. Hoe ontstaat cultuur.
- Cultuur als ‘leeg’ label: specifeke contextuele verschillen in plaats van grote allesomvatende
verschillen. Er zijn bepaalde situates waarin mensen anders handelen, en waar komt dat nou door?
eel minder abstract.
Types Kennis
- Wetenschappelijke kennis: kennis die we op doen aan de hand van de wetenschappelijke methode. Is
op een bepaalde manier getoetst. Frenologie iemand zijn schedel opmeten of dat iemand goed of
slecht was. Zijn er nu achter gekomen dat dit niet klopt.
- Populaire kennis: ideeën die wij hebben zonder dat wij ze getoetst hebben.
- Ideologische kennis: wat is goed en wat is slecht. aak gekoppeld aan een bepaald dogma, is vaak
religie. Dit kunnen we niet testen, we kunnen het niet ontkrachten.
- Juridische kennis: bijv. de dood
Evolutonaire benadering
- Natuurlijke en seksuele selecte: overleving van best aangepasten.
- Biologische sekse verschillen: psychologische verschillen: universalisme.
- Houdt zich veel bezig met de vraag: Waarom?
Theorie: Sociologische benadering
- ociale structuren beïnvloeden onze maatschappij als geheel.
- Cultuur is zowel een product van menselijke actviteit als een vormende factor.
- De maatschappij als een middel om stabiliteit te garanderen. Bijv. het bouwen van regeringen enz.
Theorie: Ecoculturele benadering
- Het individu is niet te scheden van de omgeving: je kunt niet zeggen er zijn alleen maar genen of alleen
maar sociale interacte.
- Kijken naar ecologische factoren en sociopoliteke factoren. Je ziet de evolutonaire en sociologische
benadering hierin terug.
- Mensen in koudere en mildere klimaatzones zijn vaak rijker.
- Ecocultureel Frameworkt van John Berry: manier om na te denken hoe alle contexten leiden tot
uitkomsten en die leiden weer tot gedrag.
Belangrijke theoretsche frameworks
Hofstede:
- Culturele verschillen op natonaal niveau (op landsniveau): Het meest geciteerde framework om
culturele patronen op landsniveau te classifceren.
- Bestuderen van werk-gerelateerde waarden onder werknemers van IBM in de jaren 70.
- 4 dimensies:
1. Power distance: mensen in een land accepteren dat er verschillen in macht zijn.
2. Individualisme / collectvisme: wordt als meest belangrijke gezien. Individualisme: de banden
tussen mensen, ze zijn zeer los in de individuele culturen. Er wordt vanuit gegaan dat jij jezelf wel
red. Collectvisme: banden zijn heel erg sterk. Er is heel veel loyaliteit naar je groep toe. Bijv. in
Turkije wordt veel meer aan familie gedacht dan in Nederland dus Turkije is collectvistscher. In
de . is individualisme het allerhoogst.
3. Masculinity / femininity: masculinity: je doelen willen halen, competent. Feminine: veel
zorgender.
4. Uncertainty avoidance: onzekerheid willen mijden. In Japan willen ze zeker geen uncertainty.
- Twee nieuwe dimensies:
1. Long term orientaton: de mate waarin in een land gehecht wordt aan geschiedenis, normen en
waarden. Dus hoe traditoneel is een land. Als je er hoog op scoort ben je meer bezig met de dag
, van vandaag. In Nederland kijken we meer: we hebben nu een probleem, hoe gaan we dat
oplossen?
2. Indulgence: de mate waarin mensen hun impulsen en hun gedrag controleren. ommige kinderen
worden heel strak gehouden bijv. en de anderen niet. Ook bijv. hoever je jezelf kunt laten gaan op
je werk.
- oorbeeld: conformiteit. Aan welke lijn is het voorbeeld gelijk? Bond en mith. rouwen conformeren
eerder dan mannen. Welke andere zaken behalve groepsgroote hebben allemaal invloed op de
conformiteit. Ze zien dat er een aantal factoren invloed hebben op het efect. Zoals het percentage
vrouwelijke respondenten, de datum van de studie en individualisme. Individualisme heef dus een
efect op conformisme.
- Kritek: Individualisme en Collectvisme Mc weeney, 2002. Je gaat ervan uit dat iedereen in een
bepaald land dezelfde cultuur heef. Dit is niet het geval. Ze gebruiken de Hofstede waarde en dat is
één waarde per land. We krijgen in één land dus allemaal dezelfde score. Dit is helemaal niet logisch
omdat er heel veel individuele verschillen zijn. Gerhart & Fang, 2005. Je ziet dat 7% van het gedrag
wordt verklaard door collectvisme en individualisme. Matsumoto, 1999. heef 18 studies onderzocht
waarvan 17 geen voorspellende waarde hebben voor collectvisme en individualisme.
- Kritek: 2 nieuwe dimensies Long term orientaton. Hoe is hij bij deze dimensie gekomen?
Uncertainty avoidence kwam niet meer naar voren als factor/dimensie bij nieuwe testen, maar toch
hield hij de dimensie erin.
- Conclusie: handig om te conceptualiseren, maar niet geschikt om echt te gebruiken. Het is een
hulpmiddel, maar neem het niet als waarheid aan.
Triandis: zegt dat er culturele syndromen zijn en dat we die kunnen kruisen. ertcaal collectvisme: we zijn
allemaal onderdeel van onze groep en we accepteren dat er verschil is in status. Horizontale collectvisme: we
zijn allemaal onderdeel van een groep en accepteren niet dat er verschil is in status (Japan). Horizontaal
individualisme: het zelf is belangrijker en we zijn allemaal gelijk aan elkaar (NL). ertcaal individualisme: het
zelf is belangrijker en er zijn veel verschillen in status (U ). Dit is Individualisme en collectvisme en uncertainty
avoidence gecombineerd.
Markus & Kitayama
- Culturele verschillen in het zelf. De constructe van het zelf verschilt tussen culturen.
1. Independent self construal: je schrijf gedrag toe aan jezelf en ook alleen aan jezelf! We zien
anderen als standaarden om onszelf mee te vergelijken. Komt meer voor in westerse culturen. Je
defnieert je eigen talenten (ik ben aardig, ik kan goed..)
2. Interdependent self construal: we zijn verbonden met andere individuen. We atenderen niet
altjd ons gedrag naar andere, dat is situate afankelijk. We willen relates met anderen als doel
an sich. Komt meer voor in oosterse culturen. Je defnieert jezelf veel meer in relates (ik ben een
moeder, ik ben een vriendin..)
- Het zelf als note dat we gescheiden zijn van anderen (distnct enttes)
- Je wordt wakker en weet dat jij jij bent.
- De waarde die men hecht aan zogenoemde publieke, relatonele en private aspecten van het zelf
verschilt. Of de mate waarin mensen zich apart van anderen of verbonden met anderen zien. In het
westen zien we onszelf anders dan anderen en relates maken niet uit voor mijn zelfeeld en in het
oosten zijn we veel meer in contact met anderen.
- Wordt gemeten met: The Twenty tatement Test. Bestaat uit twintg vragen die beginnen met Ik ben...
Amerikanen scoren er veel hoger op dan Japanners. Als jou identteit begint met relates dan kun je
geen test maken met alleen maar vragen die beginnen met ik ben… Japanners denken dan: oké ik
moet nu dus over mij zelf gaan praten terwijl ze dit normaal niet veel doen. Je kunt beter zeggen: Op
het werk ben ik eerlijk.
- Wordt gemeten met: Inclusion of Other in elf cale. Iemand in gedachten houden en dan met twee
cirkels laten zien hoeveel die andere persoon op jou lijkt. Independent= geen overlap van de rondjes,
interdependent= wel overlap.
- b. Pen paradigm (Kim en Markus, 1999). Independent mensen willen zich onderscheiden van
anderen. Interdependent niet. 4 pennen zijn hetzelfde (donkerblauw) en er is één andere. De
independent mensen willen de andere en de interdependent mensen willen de donkerblauwe pen.
Amerikanen pakken veel eerder de unieke pen, de Japanners niet. Maar Yamagishi zei dat het een
vreemde taak is. Hij zegt dat in zo’n situates terug vallen op hun defealt. Dat is de normen en waarden