Telecommunicatierecht Collegeaantekeningen 2017/2018
Telecommunicatierecht: Collegeaantekeningen
1
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Telecommunicatierecht Collegeaantekeningen 2017/2018
Inhoudsopgave
Telecommunicateeecchtcolleget1:tInheoducte.......................................................................................3
Inleiding..............................................................................................................................................3
Teccnologie........................................................................................................................................3
Reguleeingtvanthelecommunicate......................................................................................................3
RecchsinsheumenhentvantdetEU..........................................................................................................3
Telecommunicateeeht(Te)................................................................................................................4
Telecommunicateeecchtcolleget2:tMaektoegang..................................................................................6
ToegangthohtdetmaekhtentEueopesetinheenetmaekh..............................................................................6
Bijzondeecedentvanthoegangthohteentneheeekmaekh..........................................................................6
Inheeopeeabiliheihtentbeceeesentvantneheeekbelastng......................................................................7
Telecommunicateeecchtcolleget3:tBeshuueseecchelijketaspechentvanthelecommunicateeecch..............9
Feequentebeleidtentreequentebeleid................................................................................................9
Veedelingtvantsccaaeseteecchen........................................................................................................10
Telecommunicateeecchtcolleget4:tMaektoegang,tinheeconnectetentcontnuuheih...............................12
Toegangthohtdetmaekh:tinheeconnecte..............................................................................................12
Contnuuheih.......................................................................................................................................14
Telecommunicateeecchtcolleget5:tgashcollegetAgenhsccaptTelecom...................................................14
AgenhsccaptTelecom........................................................................................................................14
Uihdagingen......................................................................................................................................14
Innovatetentdiseupte;timplicatestvooethoezicch..............................................................................15
Telecommunicateeecchtcolleget6:tuniveeseletdienshen,tgebeuikeeseecchententnehneuhealiheih...........17
Univeeseletdienshveelening...............................................................................................................17
Nehneuhealiheih..................................................................................................................................19
Gebeuikeesbelangen.........................................................................................................................19
Telecommunicateeecchtcolleget7:tAfappen,tdahaeehentetentandeeet‘zoetgceden’tzoalstcookies.....20
Inleiding............................................................................................................................................20
Toezicchtentcandcaving....................................................................................................................20
Veeheoueelijkceid.............................................................................................................................20
Beveiliging........................................................................................................................................21
Cookies.............................................................................................................................................21
Ongeveaagdetelekheonisccetcommunicate......................................................................................22
Afappen...........................................................................................................................................22
Dahaeehente.....................................................................................................................................22
2
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
,Telecommunicatierecht Collegeaantekeningen 2017/2018
Telecommunicatierecht college 1: Introductie
Inleiding
De moderne samenleving kan niet functioneren zonder telecommunicatie. Om in te spelen op de
voortdurende technologische ontwikkelingen is adequate regulering van de telecommunicatiesector
onmisbaar. Met regulering kan men de concurrentie in goede banen leiden, de kwaliteit van en
toegang tot telecommunicatie-infrastructuren vergroten en de belangen van eindgebruikers
waarborgen.
Technologie
Telecommunicatie of elektronische communicatie – eenvoudigweg te omschrijven als ‘communicatie
op afstand’ – geschiedde voor het eerst met de telegraaf. Na uitvinding van de telegraaf waren
belangrijke ontwikkelingen de uitvinding van de telefoon, de radio, televisie en
communicatiesatellieten. Meer recentelijk heeft de opkomst van het internet een revolutie in de
telecommunicatie(-infrastructuur) teweeggebracht. Het belangrijkste onderscheid tussen de meer
traditionele vormen van telecommunicatie en het internet is die tussen ‘circuitgeschakelde’
respectievelijk ‘berichtgeschakelde’ en ‘pakketgeschakelde’ netwerken. Eerstgenoemde houdt in dat er
een voortdurende en min of meer rechtstreekse verbinding moet bestaan tussen de verzender en
ontvanger van het bericht. Daarbij kan gedacht worden aan de (oude) telefonie. Laatstgenoemde houdt
in dat er geen vaste en continue verbinding hoeft te bestaan tussen verzender en ontvanger, omdat
ieder (deel)bericht via een andere route wordt verstuurd. Deze efficiëntere vorm van communicatie ligt
ten grondslag aan het internet (TCP/IP).
Regulering van telecommunicatie
De regulering van telecommunicatie wereldwijd geschiedt voornamelijk door de Internationale Unie
voor Telecommunicatie (ITU). Dit is een lichaam van de VN dat samenwerking bewerkstelligt tussen
bedrijven en overheden op het gebied van telecommunicatieregulering. Ook zorgt de ITU voor
afstemming op het gebied van frequentieverdeling.
De Europese Unie is erg relevant voor de nationale telecommunicatiewetgeving. Vanaf 2002
is sprake van een zogenaamd Nieuw regelgevend kader (NRK). Daartoe behoren een aantal richtlijnen
die in de Nederlandse Telecommunicatiewet zijn geïmplementeerd (zie hierna). Ook andere Europese
wetgeving, zoals de Mededingingsrichtlijn, is relevant voor de telecommunicatiemarkt. Tot slot is het
voorstel ‘Connected Continent’ van de Europese Unie relevant, die betrekking heeft op netneutraliteit
en de afschaffing van roamingkosten. Dit voorstel heeft geresulteerd in de Verordening open-
internettoegang (2015). In 2007 is bovendien de Roamingverordening in werking getreden, die
sindsdien enkele malen gewijzigd is (de roamingkosten zijn afgeschaft in 2017).
In Nederland wordt tegenwoordig elke vorm van (openbare) telecommunicatie gereguleerd
door de Telecommunicatiewet (Tw). Daarin zijn ook de Europese richtlijnen geïmplementeerd. De wet
kent een technologie-neutrale opzet, zodat ook toekomstige technologieën worden gereguleerd.
In de Verenigde Staten is het belangrijkste telecommunicatiebedrijf de AT&T. Aanvankelijk
had dit bedrijf een monopoliepositie, maar die is opgeheven met de liberalisering van de markt door de
Telecommunications Act van 1996.
Rechtsinstrumenten van de EU
De voor het telecommunicatierecht relevante Europese verordeningen en richtlijnen zijn:
De Roamingverordening, die van toepassing is op ‘roaming in de Unie’, het tot stand brengen
van sms-verkeer, telefonieverkeer of internetverkeer in de Unie (art. 2 sub f);
De Verordening open-internettoegang, die ziet op de non-discriminatoire en transparante
internettoegang. Daartoe moeten aanbieders van internettoegangdiensten bepaalde informatie
en waarborgen in hun contracten opnemen (art. 4);
De Toegangsrichtlijn, inzake de toegang tot interconnectie van elektronische-communicatie en
bijbehorende faciliteiten;
3
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen
, Telecommunicatierecht Collegeaantekeningen 2017/2018
De Machtigingsrichtlijn, inzake de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en
-diensten. Uitgangspunt is dat er geen drempels voor toegang tot de markt bestaan;
De Kaderrichtlijn, inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische
communicatienetwerken en -diensten. Deze richtlijn schept een kader voor andere regelgeving
en creëert bijvoorbeeld een recht op rechtsbescherming;
De Universeledienstenrichtlijn, inzake de universele diensten en gebruikersrechten met
betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten. Deze richtlijn heeft
betrekking op diensten waar iedereen in beginsel toegang toe moet hebben (zoals telefonie).
Deze richtlijn heeft ook betrekking op de rechten van eindgebruikers;
De e-Privacyrichtlijn, inzake de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer in de elektronische communicatiesector.
Telecommunicatiewet (Tw)
Zoals besproken zijn de Europese richtlijnen grotendeels geïmplementeerd in Telecommunicatiewet
(Tw). Die wet heeft hoofdzakelijk drie doelstellingen (art. 1.3 Tw en art. 8 Kaderrichtlijn):
1. Het bevorderen van de concurrentie;
2. Het ontwikkelen van een interne Europese markt en in dat kader de toegang tot en kwaliteit
van de telecommunicatiemarkt;
3. Het bevorderen van belangen van eindgebruikers.
Om deze doelstellingen te verwezenlijken vormt de Telecommunicatiewet een kader met rechten en
plichten voor actoren die op de telecommunicatiemarkt actief zijn (zowel aanbieders als gebruikers).
Deze kaderregels kunnen worden uitgewerkt in lagere regelgeving. De Telecommunicatiewet omvat
hoofdzakelijk vier hoofdthema’s:
1. Markttoegang, met onderwerpen als mededeling door en registratie van aanbieders en
verdeling van schaarse middelen (frequenties en nummers);
2. Marktgedrag, met onderwerpen als interoperabiliteit, interconnectie en aanmerkelijke
marktmacht;
3. Maatschappelijke belangen, met onderwerpen als eindgebruikerbelangen, bescherming van de
privacy en persoonsgegevens, continuïteit, universele dienstverlening en bescherming van de
openbare orde en veiligheid;
4. Overige regels, met betrekking tot geschilbeslechting, toezicht en vergoedingen (zie ook de
Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor het procesrecht).
Terugkerende begrippen uit de telecommunicatiewet zijn (art. 1.1 Tw):
Elektronische communicatienetwerken en -diensten;
Gebruiker, eindgebruiker en consument;
Abonnee;
Onderneming;
Apparaten en uitrusting.
De Tw is van toepassing op openbare elektronische communicatienetwerken en -diensten. Uit de zaak
Surfnet/OPTA blijkt dat de vraag of sprake is van een openbare dienst afhangt van het aanbod dat de
aanbieder aan de potentiele afnemers doet. Als het slechts een beperkte groep potentiele afnemers
betreft, is geen sprake van openbare elektronische communicatienetwerken en -diensten. Voor de
openbaarheid is dus doorslaggevend of de dienst of het netwerk beschikbaar is voor het algemene
publiek, en niet slechts voor een beperkte of besloten groep personen, ondernemingen of instanties.
Toezicht en handhaving geschiedt door zogenoemde ‘nationale regelgevende instanties’
(NRI’s), zie art. 1(g) Kaderrichtlijn. De belangrijkste Nederlandse toezichthouder is de Autoriteit
Consument en Markt (ACM). Daarnaast hebben ook de Minister van economische zaken, de Autoriteit
Persoonsgegevens en het Agentschap Telecom toezichthoudende taken (vgl. art. 15.1 Tw). Op
Europees niveau vervult de Body of European Regulators for Electronic Communications (BEREC)
een toezichthoudende en coördinerende taak. Verschillende NRI’s stemmen in dat kader hun beleid af.
Regels over rechtsbescherming in het kader van toezicht en handhaving vindt men de Awb (de
Rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven zijn bevoegd).
Tot slot moet worden opgemerkt dat de Tw in zoverre een kaderwet vormt dat uitwerking
geschiedt in tal van algemene maatregelen van bestuur, ministeriele regelingen en beleidsregels.
4
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit Groningen