Telecommunicatierecht Arresten en uitspraken 2017/2018
Verplichte arresten en uitspraken
Telecommunicatierecht
1
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit
Groningen
,Telecommunicatierecht Arresten en uitspraken 2017/2018
Inhoudsopgave
College 1: Introducte.............................................................................................................................3
College 2: Marktoegang........................................................................................................................6
College 3: Bestuursrechtelijke aspecten telecommunicaterecht.........................................................14
College 4: Marktoegang, interconnecte en contnuuteit.....................................................................33
College 6: universelediensten, gebruikersrechten en netneutraliteit..................................................42
College 7: Afappen, dataretente en andere ‘zoetghedenn zoals cookies...........................................48
2
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit
Groningen
,Telecommunicatierecht Arresten en uitspraken 2017/2018
College 1: Introductie
Naam SURFnet/OPTA (Rechtbank Rotterdam)
Rechtsvraag Wanneer is een elektronisch(e) communicatiedienst of -netwerk
aan te merken als ‘openbaar’ in de zin van art. 1.1 Tw?
Kort antwoord Als eenieder van het aanbod van de betreffende onderneming
gebruik kan maken; als de kring van personen aan wie de
onderneming haar diensten aanbiedt niet (te beperkt) is te achten.
Samenvatting feitencomplex SURFnet BV weigert de mededeling aan de OPTA (nu: ACM) als
bedoeld in art. 2.1 Tw te doen, omdat zij van mening is dat zij als
aanbieder van besloten in plaats van openbare
communicatiediensten heeft te gelden. Het aanbod is gericht op
onderzoeksinstellingen, maar volgens de OPTA wordt het aanbod
gedaan aan een dolgroep die onvoldoende beperkt is, omdat het
180 verschillende organisaties betreft. OPTA acht het niet
aannemelijk dat de 180 gebruikers van SURFnet ten aanzien van
de internettoegang een onderlinge, duurzame, professionele relatie
hadden en ook niet dat binnen de groep een
communicatiebehoefte bestond die voortkwam uit een
gemeenschappelijk belang.
Belangrijkste overwegingen 2.4 (…)
Voor de vraag of een elektronische communicatiedienst openbaar
is, is naar het oordeel van de rechtbank bepalend of de dienst
beschikbaar is voor het publiek. In dit verband wijst de rechtbank
op de MvT van het huidige artikel 1.1, aanhef en onder g, van de
Tw, waarin onder meer is vermeld ‘dat met een openbare
elektronische communicatiedienst wordt bedoeld dat de
desbetreffende dienst door de desbetreffende onderneming in
beginsel openbaar wordt aangeboden en beschikbaar is voor een
ieder die van het aanbod gebruik wil maken. Het feit dat een
onderneming een dienst aan een bepaalde groep van gebruikers —
bijvoorbeeld een bedrijf of overheidsinstelling — onder
bijzondere condities aanbiedt, betekent nog niet dat deze dienst
niet openbaar is. Dit is eerst het geval als de dienst niet ook aan
andere gebruikers wordt aangeboden, ongeacht de condities
waaronder dit geschiedt.’
Anders dan verweerder is de rechtbank van oordeel dat de kring
aan wie eiseres haar diensten aanbiedt, wel degelijk beperkt is te
achten. Die kring is immers onder één (doel)groep te scharen,
namelijk instellingen die zich richten op wetenschappelijk
onderzoek en hoger onderwijs. Naar het oordeel van de rechtbank
is dit een voldoende afgebakende groep. Die groep is niet
toegankelijk voor het algemene publiek.
Eiseres bestaat uit een onderzoeksgroep die met name zorgt voor
de koppeling van diverse internet-verbindingen tussen de bij haar
aangesloten instellingen. Het netwerk van eiseres is uitsluitend
toegankelijk voor die, onder specifieke voorwaarden en condities
aangesloten, instellingen en niet voor derden. Dit impliceert dat
niet ‘een ieder’, zonder onderscheid, toegang kan krijgen tot het
researchnetwerk van eiseres. Er kan dan ook geen sprake zijn van
een openbare dienst. Individuele gebruikers, bijvoorbeeld
studenten, kunnen uitsluitend rechtstreeks gebruik maken van het
netwerk van eiseres, indien zij op de universiteit aanwezig zijn.
3
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit
Groningen
, Telecommunicatierecht Arresten en uitspraken 2017/2018
Dat het in dat geval bij het internetverkeer van eiseres niet alleen
gaat om onderling verkeer tussen de instellingen maar ook om
communicatie met een ieder die gebruiker is van internet, acht de
rechtbank geen omstandigheid om te kunnen spreken van een
openbare dienst dan wel openbaar netwerk.
(…)
Het feit dat eiseres een website heeft, doet aan het voorgaande niet
af. Op de website van eiseres, www.surfnet.nl, zijn haar
geschiedenis, missie en activiteiten te vinden. Daarbij geeft zij
strikt aan dat alleen de instellingen, die binnen haar
gebruikersgroep — die bestaat uit door het Ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ondersteunde instellingen
en de industriële research — vallen, klant kunnen worden. Voorts
is op de website van eiseres een overzicht van ongeveer 160
aangesloten instellingen opgenomen. Ter zake van de
omstandigheid dat eiseres op haar website informatie verstrekt
over mogelijkheden voor individuele eindgebruikers, constateert
de rechtbank dat Surfnet daarbij naar een ander bedrijf, te weten
InterNLnet BV, verwijst die diverse diensten aanbiedt.
(…)
De rechtbank is in het licht van het vorenstaande van oordeel dat
het netwerk van eiseres niet is aangeboden aan en niet beschikbaar
is voor het algemene publiek. Gelet hierop heeft verweerder zich
bij het bestreden besluit ten onrechte op het standpunt gesteld dat
eiseres als een aanbieder van een openbare elektronische
communicatiedienst dan wel van een openbaar elektronisch
communicatienetwerk is aan te merken. De overige grieven van
eiseres behoeven, gelet hierop, geen verdere bespreking.
Geparafraseerde rechtsregel Een elektronische communicatiedienst is ‘openbaar’ in de zin van
art. 1.1 Tw als de kring aan wie een onderneming haar diensten
aanbiedt niet beperkt is te achten. Bepalend is of eenieder van het
aanbod van de onderneming gebruik kan maken. Als een
onderneming zich beperkt tot een bepaalde (doel)groep, zoals i.c.
instellingen die zich richten op wetenschappelijk- en hoger
onderwijs, is sprake van een voldoende afgebakende groep, die
niet toegankelijk is voor het algemene publiek.
Naam Surfnet/OPTA (College van Beroep voor het bedrijfsleven)
Rechtsvraag Wanneer is een elektronisch(e) communicatiedienst of -netwerk
aan te merken als ‘openbaar’ in de zin van art. 1.1 Tw?
Kort antwoord Dit hangt af van de omstandigheden van het geval, in het
bijzonder de aard van het aanbod en de kring van potentiele
afnemers. Zijn deze beperkt – omdat niet eenieder van het aanbod
gebruik kan maken – dan zal in beginsel geen sprake zijn van
openbare elektronische communicatiediensten of -netwerken.
Samenvatting feitencomplex SURFnet BV weigert de mededeling aan de OPTA (nu: ACM) als
bedoeld in art. 2.1 Tw te doen, omdat zij van mening is dat zij als
aanbieder van besloten in plaats van openbare
communicatiediensten heeft te gelden. Het aanbod is gericht op
onderzoeksinstellingen, maar volgens de OPTA wordt het aanbod
gedaan aan een dolgroep die onvoldoende beperkt is, omdat het
180 verschillende organisaties betreft. OPTA acht het niet
aannemelijk dat de 180 gebruikers van SURFnet ten aanzien van
4
Edwin van der Velde Rijksuniversiteit
Groningen