dAantekeningen privaatrecht
College 1
o Stof uit het boek samengevat
hoofdstuk 3: wilsontbreken, nietigheid en vernietigbaar
m.u.v actio pauliana in paragraaf 3.13
artikel 3:33 BW: voor een rechtshandeling is een wil en een verklaring vereist.
Bij een wilsgebreken ontstaat dus volgens artikel 3:33 BW geen rechtshandeling. Via de weg van
artikel 3:35 BW (later meer) kan in uitzonderingsgevallen nog een rechtshandeling tot stand komen.
Vernietiging en nietigheid:
Vernietigbaarheid: art. 3:44 lid 1 BW, de rechtshandeling heeft wel bestaan, maar wordt na
vernietiging geacht nooit bestaan te hebben.
moet een beroep op worden gedaan
nietigheid: art, 3:40 BW, de rechtshandeling heeft juridisch gezien nooit bestaan.
bestaat van rechtswege
wanneer iemand een overeenkomst wil sluiten die in strijd is met een wettelijk verbod, is deze
rechtshandeling nietig. Dat wil zeggen dat de handeling voor het recht niet bestaat.
Artikel 3:53 lid 1 BW: bepaalt dat vernietiging terugwerkende kracht heeft.
Tussen een nietig en vernietigde rechtshandeling bestaat dus geen wezenlijk verschil. Voor het recht
hebben ze beide nooit bestaan.
Artikel 3:49 BW: bepaalt dat een rechtshandeling wordt vernietigd door:
buitenrechtelijke verklaring
kan door elk natuurlijk persoon worden uitgebracht.
een rechterlijk uitspraak
Wanneer op grond van vernietigde overeenkomst zaken zijn geleverd, geld is betaald of diensten zijn
verricht, is dit achteraf bezien zonder rechtsgrond gebeurd. De winkelier die zaken heeft verkocht/
geleverd is, achteraf bezien, altijd eigenaar gebleven.
Het kan voorkomen dat er gevolgen zijn die moeilijk of onmogelijk ongedaan gemaakt kunnen
worden. dan is er spraken van niet ongedaan te maken gevolgen
bijv. een onder curatele gestelde heeft in een duur restaurant een maaltijd gegeten en betaald,
terwijl hij hier eigenlijk geen geld voor had, en de curator vernietigd de overeenkomst. Het
restaurant is op grond van de onverschuldigde betaling verplicht om het betaalde bedrag terug te
geven. De maaltijd kan echter onmogelijk worden teruggegeven.
In deze gevallen bepaalt artikel 6:210 lid 2 BW dat wanneer de aard van de prestatie uitsluit dat zij
ongedaan wordt gemaakt, hiervoor een vergoeding van de waarde van de prestatie in de plaats
treedt, maar alleen voor zover dit redelijk is.
in het geval van bovenstaande voorbeeld zal het restaurant bijv. alleen de kostprijs van het eten
kunnen rekenen.
,partijen kunnen conform art. 3:53 lid 2 BW de rechter vragen om de vernietiging geheel of ten dele
haar werking te ontzeggen. Ook kunnen ze vragen om de overeenkomst wel te vernietigen maar wel
een schadevergoeding uit te keren aan de partij die schade lijdt.
De gronden van nietigheid en vernietigbaarheid zijn vanuit theoretisch oogpunt belangrijk. Ze
bepalen de grenzen van de rechtshandeling.
Wilsontbreken:
= er heeft nooit een wil bestaan, de wil en verklaring kwamen niet overeen. De aanvaardende partij
kan een beroep doen op het gerechtvaardigd vertrouwen, dit is geregeld in art. 3:35 BW. Als je aan
een verklaring van de wederpartij, redelijkerwijs de zin mocht toekennen dat deze ook de verklaring
zo bedoelde, dan is er sprake van gerechtvaardigd vertrouwen. Het is belangrijk dat je objectief kijkt
wat een normaal oordelend mensen redelijkerwijs mocht begrijpen.
kort gezegd: er is wel een verklaring maar geen met de verklaring overeengestemde wil. De wil
ontbreekt, waardoor er sprake is van wilsontbreken. Volgens art. 3:33 BW is er zonder wil geen
sprake van een rechtshandeling.
Wilsontbreken is een probleemsituatie die bij een rechtshandeling kan voorkomen.
het kan zijn dat de tegenpartij op de verklaring afgaat, zonder dat hij weet dat er sprake is van
wilsontbreken. Het recht moet voor dit soort gevallen een oplossing bieden. De hoofdregel is dat er in
deze gevallen toch een rechtshandeling tot stand kan komen als de tegenpartij niet hoefde te
vermoeden dat er bij de verklaring sprake was van wilsontbreken. De tegenpartij vertrouwt in zo’n
geval op de verklaring en dat vertrouwen is gerechtvaardigd (=vertrouwensbeginsel).
Artikel 3:35 BW
wanneer je redelijkerwijs de zin mag toekennen dat de persoon de verklaring ook zo bedoelde.
bijv. Een winkel wil een jas verkopen voor 100 euro, maar hangt het verkeerde prijskaartje (90
euro) erbij. De koper gaat er in dit geval gewoon van uit dat de prijs van 90 euro de bedoeling
was. Dit wordt een ander verhaal als op het prijskaartje 1 euro had gestaan, dan was het
verschil te groot geweest.
Ook in het geval van geestelijke stoornis kan er sprake zijn van wilsontbreken. Artikel 3:34 BW geeft
hiervoor een regeling. Dit artikel geeft een regeling voor de situatie waarin iemand een
rechtshandeling verricht onder invloed van een geestelijke stoornis, terwijl hij niet onder curatele
staat.
Art. 3:34 BW kan conflicten met art. 3:35 BW. Omdat dit kan conflicteren zijn er grofweg 2
mogelijkheden te benoemen waarin een beroep op een geestelijke stoornis slaagt:
1. de rechtshandeling is erg nadelig voor de geestelijke gestoorde
2. het was duidelijk bij het doen van de rechtshandeling dat de persoon geestelijk gestoord was.
Het moet waarneembaar zijn aan de manier van doen.
,Dubbele grondslag van de rechtshandeling:
hiermee wordt bedoeld dat een rechtshandeling op 2 manieren kan ontstaan:
1. via art. 3:33 BW (hoofdregel): wil en verklaring stemmen overeen
2. via art. 3:35 BW (uitzondering): er is een verklaring, maar de wil ontbreekt. Omdat het recht
degene beschermt die er redelijkerwijs op mocht vertrouwen dat de verklaring gewild werd,
kan er bij wilsontbreken toch een rechtshandeling ontstaan.
De wetgever hanteert het primaat van de wil, dit houdt in dat er in de hoofdregel alleen een
rechtshandeling kan ontstaan bij wilsovereenstemming. De uitzondering is dat dit ook kan bij
gerechtvaardigd vertrouwen.
Jurisprudentie over artikel 3:35 BW:
Gemeente Bunde-Erckens
- Rechtsvraag:
Op welke wijzen dienen overeenkomsten te worden geïnterpreteerd?
- Gerechtvaardigd vertrouwen speelt een rol.
Erckens verkoopt zijn bedrijf aan de gemeente Bunde, omdat het anders zou worden
onteigend. Bij de verkoopovereenkomst wordt bedongen dat de gemeente ook de
belastingschade zou dragen. Bij de uitvoering bleek dat beide partijen van een ander
begrip van ‘belastingschade’ uitgingen. In de visie van de gemeente was de
belastingschade 1000 euro. Erckens dacht op zijn beurt weer aan de inkomstenbelasting
die hij over het bedrag dat hij als bedrijfsschadevergoeding zou beuren, moest betalen.
Dat bedrag was niet 1000, maar 25.000 euro.
Hoge Raad besloot dat men niet alleen maar moet kijken naar grammaticale uitleg
van termen maar ook de teleologische uitleg kan gebruiken (kijken naar wat ze
redelijkerwijs mochten verwachten).
Strijd met de wet, de openbare orde en de goede zeden:
Alle rechtshandelingen die in strijd zijn met art. 3:40 lid 1 zijn in beginsel nietig.
Artikel 3:40 BW bepaalt dat een rechtshandeling nietig is wanneer:
In strijd is met de openbare orde
bijv. het is tegen de openbare orde om met een politicus af te spreken dat hij bij aftreden zijn
zetel moet opgeven
In strijd met de goede zeden
bijv. een vader die de moeder van zijn kinderen betaald voor een gunstige omgangsregeling
In strijd is met de wet
bijv. verkoop van drugs, huurmoord.
Het woord strekking in art. 3:40 BW betekent dat het ook kan gaan om bijv. de verkoop van een
honkbalknuppel om iemand mee in elkaar te rossen. Normaal zou de verkoop van een knuppel niet
nietig zijn, maar door strekking – namelijk, het geweld – is het wel nietig.
, Art. 3:40 lid 3 BW uitleg:
er is geen sprake van nietigheid, indien het doel van de wet niet is om de rechtshandeling aan te
tasten, of om een der partijen te beschermen.
VB. koopovereenkomst die is gesloten na sluitingstijd. Het doel van de winkeltijdenwet is niet om de
rechtshandeling ongeldig te verklaren, deze blijft in dit geval dus ook in stand.
Wilsgebreken:
Het kan ook voorkomen dat er wel een wil is, maar dat deze onder zulke bijzondere omstandigheden
is ontstaan, dat je niet kunt zeggen dat er normaal gewild is wilsgebreken.
wil is gebrekkig gevormd.
Aantal wilsgebreken:
Bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW)
- noodzakelijk dat een redelijk oordelend mens erdoor kan worden beïnvloed
- bedreiging moet onrechtmatig zijn
(dit is als het strafbaar is en als het iemand door de vrees beweegt tot afgifte van goederen
of geld).
Bedrog (art. 3:44 lid 3 BW)
- belangrijk dat bedrog opzettelijk en willens en wetens gebeurt.
Misbruik van omstandigheden (art. 3:44 lid 4 BW)
Dwaling (komt alleen bij overeenkomsten voor)
- geen sprake van kwade opzet
- van belang dat overeenkomst niet was gesloten als er geen sprake was geweest van dwaling
Wanneer er geen beroep kan worden gedaan op dwaling:
= uitsluitingsgronden (art. 6:228 lid 2 BW):
- toekomstige omstandigheid
Je kocht een boot om mee te gaan varen op de Westeinde plassen, na enkele dagen na het
sluiten van de overeenkomst – onverwacht- besluit gemeente Aalsmeer dat er met die type
boot niet meer gevaren mag worden op de Westeinde plassen. Je kan de overeenkomst in
dit geval niet vernietigen.
- aard van de overeenkomst
je koopt een tweedehands laptop, waarbij de verkoper aangeeft de laptop afkomstig is uit
een partij die hij heeft verkocht in een faillissementsverkoop, dat hij de laptop niet heeft
gecontroleerd en dat hij niet kan garanderen dat de computer werkt. Ter plekke is er
evenmin een mogelijkheid dit te controleren.
- verkeer geldende opvattingen
de opvattingen die in het matschappelijk verkeer gelden we vinden dat een dergelijke
stommiteit voor je eigen rekening hoort te blijven.
bijv. als je op Waterloopplein een schilderij koopt en de verkoper zegt dat het een echte
Rembrandt is. Je kan zelf ook wel bedenken dat dat niet waar is.
Rechtshandeling waarbij sprake is van wilsgebrek is echter, net zoals een rechtshandeling die is
verricht op grond van een geestelijke stoornis, vernietigbaar.
Curatele en minderjarigheid:
minderjarigen en onder curatele gestelde zijn handelingsonbekwaam (art. 3:32 lid 1 BW) en dus zijn
hun rechtshandelingen vernietigbaar.