100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Introductie wetenschappelijke onderzoeksmethoden GZW €10,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Introductie wetenschappelijke onderzoeksmethoden GZW

 3 keer bekeken  0 keer verkocht

met deze samenvatting heb ik een 8 behaald op het tentamen

Voorbeeld 4 van de 32  pagina's

  • 11 januari 2024
  • 32
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
romywrnr1
Samenvatting blok 3: Athenastudies

- Epidemiologisch onderzoek
Epidemiologie: is de wetenschap of leer die de frequentie van ziekte in menselijk populatie
bestudeert.

Geen doel op zich, draagt bij aan kennisoverdracht:
 Preventie
 Onderzoeksbeleid
 Ontdekkingen

Twee soorten epidemiologie:
1. Beschrijvende; beschrijft het voorkomen van ziekten en determinanten in populaties
aan de hand van de prevalentie en incidentie, respectievelijk de hoeveelheid zieken
en de hoeveelheid mensen die ziek is geworden
2. Analytische; daarentegen analyseert de relatie tussen ziektes en determinanten in de
populaties en is dus diepgaander, minder oppervlakkig. Het analyseert aan de hand
van associatiematen als het relatief risico en de odds ratio.

Epidemiologische breuk:



Verhoudingsgetal dat de frequentie van zieken (proportie; in verhouding tot) in de populatie
weergeeft.

Factoren die gerelateerd zijn aan frequentie ziekte:
 Etiologische factoren: determinanten die in oorzakelijke zin verantwoordelijk zijn voor
het ontstaan van een ziekte: roken heeft invloed op het krijgen van longkanker
 Prognostische factoren: factoren die, zodra de ziekte eenmaal in gang is gezet, van
invloed zijn op het verloop van het ziekteproces: medicatie wat een positieve invloed heeft
op het verloop van de ziekte.
 Diagnostische factoren: factoren die onderscheiden welke personen wel en welke
personen niet een bepaalde ziekte hebben: als diabetes type 1 in de genen zit bij

Epidemiologische functie:




Z (ziekte) is afhankelijk van een f (functie) met verschillende D (determinanten).
Samenspel determinanten en omgevingsfactoren die de ziekte positief en negatief
beïnvloed.

,Relaties tussen ziektes en determinanten:
 Waarneming: dat er een mogelijke relatie is tussen een determinant en ziekte (hoeft niet
waarheid te zijn, is een mogelijke relatie)
 Beschrijvende epidemiologie op populatieniveau om deze mogelijke relatie aan te
tonen. (Beschrijvend altijd op populatieniveau)
 Waarneming dat verwijdering van determinanten de incidentie van de ziekte vermindert:
Door slechte omgeving weg te halen, waardoor iemand kan gaan roken kan de incidentie van
longkanker verminderd wordt.
 Analytische epidemiologie op individueel niveau om aan te tonen dat determinant en
ziekte inderdaad samenhangen.
 Experimenteel onderzoek om causaal verband aan te tonen

Betrouwbaarheid en validiteit




 Validiteit: je meet wat je wil meten
 Betrouwbaarheid: het is betrouwbaar wat je wil meten; de resultaten moeten dicht bij
elkaar.
Validiteit is geen uitgangspunt voor betrouwbaarheid.
Betrouwbaarheid is wel een uitgangspunt voor validiteit.

Empirische cyclus:




Niet-systematische waarneming: er kan iets spontaan gebeuren, je kan zelf een theorie
bedenken.

,Kernpunten cyclus:
 Theorie staat centraal; een theorie is een systematische, abstracte beschrijving van een
of meerdere aspecten uit het dagelijks leven. Je gaat een theorie testen en dit is een iteratief
proces.
 Deductie: hypothese gevormd vanuit een theorie. Theorie is het uitgangspunt de theorie
gebruik je om een hypothese op te stellen. Daarna ga je de hypothese toetsen door
dataonderzoek en daarna ga je de hypothese te controleren. Het toetsen in deze vorm is
met een hogere bewijskracht: je streeft naar de gouden standaard (alles is 100% valide). De
hogere bewijskracht komt voort uit theorie. Je gaat uiteindelijk zeggen of de hypothese
klopt, en als de hypothese klopt, klopt de theorie waarschijnlijk ook.




 Inductie: vanuit gegevens of data ga je een theorie ontwikkelen. Inductieprobleem:
theorie speelt geen rol bij analyse van data. De data is je bron en die ondersteunt de theorie.
Theorie is het uitgangspunt, daar wil je naartoe werken. De data is leidend waardoor er een
lage bewijskracht is: het kan nooit alle doelpopulaties onderzoeken en er wordt niet gezocht
naar uitzonderingsgevallen.




 Abductie: toepassing bij kwalitatief onderzoek. Verzamelen van data en daarna ga je een
theorie ontwikkelen en de theorie volgt uit waarnemingen. Theorie vanuit literatuur
gebruiken om de link te leggen. Er is een constante vergelijking van data.

, - Meetniveaus en sensitiviteit en specificiteit
 Nominaal: dichotome variabele dus het kan twee uitkomsten hebben. De ene categorie is
niet beter of groter dan de ander. Bevat een meetniveau dat zich op geen enkele manier tot
elkaar kan verhouden:
 Man/vrouw
 Appels/peren
 Oogkleuren

 Ordinaal: categorieën kunnen geordend worden. Kan worden aangegeven dat de ene
categorie beter of slechter is, echter niet de hoeveelheid.
Rookgedrag:
 (1) nooit (2) bijna nooit (3) soms (4) regelmatig (5) heel vaak

 Interval: is een meetniveau waarbij de categorieën niet alleen in rangorde wordt
ingedeeld. Heeft geen natuurlijk nulpunt. De afstanden moeten gelijk zijn.
 Temperaturen

 Ratio: heeft wel een natuurlijk nulpunt. Voor de rest alle kenmerken van interval

Sensitiviteit en specificiteit:
Gouden standaard: 100% valide en waardig beeld van het meetinstrument.
Sensitiviteit: zegt iets over de hoeveelheid ziekten die door het te onderzoeken
meetinstrument ook als ziek zijn geclassificeerd  terecht zieken. Wel bij Wel
Specificiteit: zegt iets over de hoeveelheid niet-zieken die door het te onderzoeken
meetinstrument ook als niet ziek zijn geclassificeerd  niet terecht zieken. Niet bij Niet
Beide gegevens zo hoog mogelijk; betrouwbaar




In deze tabel:
 Sensitiviteit: A / (A + B)
 Specificiteit: D / (C + D)




- Frequentiematen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper romywrnr1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49
  • (0)
  Kopen