Samenvatting basis finance & accounting
Lesweek 1. Deel A, financiële overzichten
Bezittingen Vermogen
= Geven aan over welke productiemiddelen de = Geeft aan uit welke bronnen de financiering van de
onderneming beschikt. bezittingen afkomstig is.
Vaste activa Vlottende activa Eigen vermogen Vreemd vermogen
Bewijzen diensten Ontstaan en gaan teniet Eigenaren Schuldeisers
gedurende meer dan binnen één jaar Onbepaalde tijd Tijdelijk
één jaar Vergoeding afhankelijk winst Vaste vergoeding
Risicodragend Risicomijdend
Balans: overzicht van de waarde van de productiemiddelen (bezittingen) waarin de
onderneming geïnvesteerde heeft (de activa) en de manier waarop deze investeringen
gefinancierd zijn (de passiva).
• Debet → naam van de linkerkant van de balans
• Credit → naam van de rechterkant van de balans
Debet balans Credit
Vaste activa Eigen vermogen
Vlottende activa Vreemd vermogen
Eigen vermogen= het verschil tussen de waarde van de activa in euro’s aan de ene kant en
de waarde van het vreemd vermogen in euro’s aan de andere kant.
Vreemd vermogen= altijd nog langlopen & kortlopend
Eigen vermogen Vreemd vermogen
• Vermogen dat permanent ter beschikking • Vermogen dat ter beschikking is gesteld
is gesteld door eigenaren door schuldeisers
• Voor onbepaalde tijd • Voor een bepaalde tijd
• De vergoeding is afhankelijk van resultaat • De vergoeding is normaliter vast
,Resultatenrekening= een overzicht van omzet en kosten in een periode.
(Meestal een maand/ kwartaal of een jaar)
Resultaat= omzet – kosten
• Omzet: het bedrag van de verkochte goederen of diensten. Wanneer de verkoop en
levering beiden hebben plaatsgevonden.
• Kosten: bij het produceren productiemiddelen nodig en verbruiken. Dit verbruik en
gebruik veroorzaakt kosten.
BELANGRIJK OVERZICHT
Omzet
• Voor product 1 € ………..
• Voor product 2 € ………..
€ ………..
Inkoopwaarde van de omzet € ………..
Brutomarge (A) € ………..
Veranderen eigen vermogen:
1. Door de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten. Het gaat om verlies of winst.
2. Door rechtstreekse vermogensmutaties. Het gaat om stortingen van of uitkeringen aan
eigenaren.
Bij een eenmanszaak heten deze stortingen of uitkeringen van of aan de eigenaar > privé
storting en privé onttrekking
, Lesweek 1. Deel B, ondernemingen en hun functie in de economie.
Algemene economie= relaties tussen consumenten en producenten bestuderen.
• Micro-economie: gaat over prijsvorming op markten
• Macro-economie: gaat over welvaart van het hele land
Bedrijfseconomie= bestudeert het economisch handelen binnen organisaties die producten
of diensten leveren. Hierbij spelen begrippen efficiency, winst, effectiviteit en streven naar
continuïteit een grote rol.
Onderneming= produceert goederen of diensten en streeft naar winst.
− Productiemiddelen worden bij elkaar gebracht en vervolgens in een productieproces
omgezet in producten
− Samenwerkingsverband van de productiefactoren arbeid en kapitaal
− Opbrengst van de verkoop van de geproduceerde goederen moet groter zijn dan de prijs
die zij op de inkoopmarkt betaalt voor de productiefactoren
Efficiency= de doelmatigheid van het productieproces. Met zo weinig mogelijk middelen het
doel proberen te bereiken.
Effectiviteit= de doelgerichtheid van het productieproces. Met de gegeven middelen zoveel
mogelijk proberen te bereiken. Dat wil zeggen in de behoeften vna klanten voorzien.
De winst van een onderneming zegt zowel iets over de effectiviteit als de efficiency.
Winst= opbrengsten – kosten. Winst is noodzakelijk voor een onderneming.
Continuïteit= gaat over het voortbestaan op lange termijn. De onderneming zal hier altijd
naar streven door alsmaar te vernieuwen en mee te gaan in de veranderende behoeften van
een consument.
4 productievormen bij industrie:
1. Stukproductie: maat werken, bestemd voor één bepaalde klant op bestelling
2. Massaproductie: standaardproduct, bestemd voor de ‘markt’ op voorraad
3. Seriestukproductie
4. Seriemassaproductie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper meesbrink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.