Samenvatting Ethiek voor Juristen
Sinds de laatste jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor ethiek in de juridische wereld:
- Bepaalde schandalen die zich hebben voorgedaan zorgen ervoor dat de beroepsgroep zich
gaat richten op het voorkomen van dergelijke schandalen (bijv. Moszkowicz). Rechterlijke
macht heeft nog niet echt grote schandalen gehad en dus zie je ook dat daar minder
aandacht is voor ethiek.
- Media-aandacht → vanwege meerdere redenen (o.a. grote invloed van social media waar
heel snel dingen verspreid kunnen worden) er extra veel aandacht is gekomen voor die
schandalen. Leidt wel tot eerste ethische dilemma/probleem: als hij naar rechtbank gaat en
praat over integriteit/ethiek vraagt hij heel vaak waarom je eigenlijk integer zou moeten zijn.
Eerste antwoord is dan vaak ‘zodat de buitenwereld niks kwaads van ons denkt’. In principe
legitiem antwoord. Maar als de media nooit achter jouw slechte dingen komt, zou je het dan
wel doen? Ja ook dan moet je je netjes vragen. Maar is een ethische vraag: richt je je tot de
media of vind je dat je in alle opzichten je netjes moet gedragen.
Voorbeelden juridische beroepsethiek:
Casus 1:
- Een advocaat krijgt van een in hechtenis genomen verdachte die vermoedelijk lid is van een
crimineel netwerk de vraag of hij aan de echtgenote wil doorgeven dat het hem ‘op zich
genomen goed gaat’. Natuurlijk wil de advocaat dit. Maar de verdachte voegt er de vraag aan
toe of de advocaat dat dan ook ‘in precies deze bewoordingen’ wil overbrengen …
- De advocaat loopt het risico boodschapper voor het netwerk te zijn. Is hij hiertoe bereid?
o Dit zou in principe niet tot zijn taken behoren als advocaat
o Wat in dit dilemma speelt is in ieder geval hoe scherp moet je kijken. Je kunt precies
doen wat de wet zegt (recht om dit door te geven), maar hoe alert moet je zijn, hoe
ver gaat je verantwoordelijkheid?
Casus 2:
- Een jurist werkt bij een bank mee aan constructies die voor de bank lucratief zijn maar voor
cliënten op termijn nadelig. Alleen hebben zij dit vanwege het ingewikkelde karakter van de
constructies niet door. Strikt juridisch zijn de constructief waterdicht. Maar de
maatschappelijke consequenties zijn groot.
- Kunnen we hem dit aanrekenen? (moreel/juridisch?)
o Je kunt zeggen, puur juridisch is het de bank die de constructies maakt en je bent
werknemer van die bank, maar je kunt ook moreel kijken, hoe zou je dat formuleren
als persoon. Dan heb je wellicht de macht om dingen te veranderen en dan komt de
morele kwestie om de hoek kijken
o Dus in de vraag is het goed of fout wat ik doe, zit ook een beetje de vraag op welk
niveau plaats je de verantwoordelijkheid: juridisch bij het instituut (de bank) of
moreel (bij de persoon).
Casus 3:
- Een verdachte haalt tijdens een rechtszaak de rechter het bloed onder de nagels vandaan
door zijn denigrerende houding tegenover het slachtoffer.
- Wat voor eigenschap wordt van de rechter gevraagd?
o Eerste reactie: rechters moeten alles onpartijdig en onafhankelijk benaderen.
o Maar rechters vinden vaak ook dat empathie en inlevingsvermogen belangrijke
onderdelen zijn van hun taak.
o Hoeveel mag je dan laten zien van je eigen emoties, betrokkenheid.
,Al deze casus:
- Echt gebeurd
- Het antwoord op de vraag hoe met het probleem om te gaan is niet geheel in juridische
termen te geven → er valt geen antwoord te geven op deze vragen gelet op het juridische
systeem. De antwoorden op deze kwesties zijn ethisch van aard.
- Het valt onder ‘juridische beroepsethiek’
Verhouding recht en ethiek
Hoe komen we dan wel tot een goed antwoord?
Als we het niet kunnen op basis van juridische termen, hoe gaan we dat dan wel doen?
- Documenten met kernwaarden/regels/richtlijnen over hoe men met bepaalde ethische
kwesties moet omgaan gemaakt binnen de beroepsgroepen → bijv. de gedragsregels bij
advocaten. De rechtspraak heeft beroepscodes (2 die niet helemaal in lijn met elkaar zijn).
Ook het OM heeft dergelijke beroepscodes, etc.
- Reflectie binnen de beroepsgroep (intervisie rechters, cursussen advocatuur, aandacht voor
ethiek in de opleiding)
➔ Eigenlijk is het antwoord op deze vraag: met behulp van ethische theorieën.
Maar daarin komen we een probleem tegen:
- Recht en ethiek ‘schuren langs elkaar heen’ → ze hebben beide eigen manieren van kijken.
Dit is bij alle disciplines het geval. Maar bij recht en ethiek is dat het spannendst, want ze
hebben heel veel met elkaar gemeenschappelijk, maar toch verschillen ze op essentiële
punten. Ze hebben gemeenschappelijk (i.t.t. de andere wetenschappen) dat ze allebei
normatieve wetenschappen zijn (‘zo moet het. Dit is de juiste manier om te handelen’). Niet
altijd, maar in de kern is dit wel het geval. Die normatieve inzet maken ze allebei net op een
andere manier waar.
- Daarom is eerst helderheid over de onderlinge relatie vereist.
- Stelling: recht en ethiek zijn principieel verschillend, maar in de praktijk van het werk van de
jurist liggen ze in elkaar verstrengeld
Voorbeeld van het onderscheid:
- Folteren? Inspecteur van politie Wolfgang Daschner → in Duitsland had een ontvoerder een
rijk bankierszoontje ontvoerd en die had medicijnen nodig (urgentie dat hij die snel zou
slikken) en de ontvoerder wordt opgepakt en politie vraagt: ‘wilt u zeggen waar het jongentje
zich bevindt?’ Ontvoerder wil dat niet zeggen en inspecteur: ‘als u dat niet wil zeggen dan
hebben wij wel andere middelen waardoor u het zal zeggen’. Hij deed nog niks maar dreigde
dus wel. Door die dreiging zei ontvoerder waar het kind was.
o Folteren is juridisch/categorisch nooit geoorloofd
o Ethisch: eventueel te rechtvaardigen → het handelen van de man werd in de Duitse
media verdedigd vanuit de ethiek. Het was ethisch verantwoord.
De inspecteur is veroordeeld, maar niet gestraft.
- Bonussen en topsalarissen:
o Twee jaar terug verontwaardiging over Schiphol topman (vanuit acht jaar oud
arbeidscontract)
o Recente verontwaardiging salaris ING topman
o Juridisch: geoorloofd → politiek zegt wij vinden het ook niet rechtvaardig maar we
kunnen er niks aandoen. Arbeidscontracten liggen vast en vanuit de rechtszekerheid
moeten we daar niet aan gaan sjoemelen.
o Ethisch: grote bezwaren
o Maar ook: “ING-topman Ralph Hamers verdedigt zijn loonsverhoging van bijna 30
procent, omdat het loon onder de streep uiteindelijk 20 procent minder is dan hem
, ooit is beloofd. "Het getuigt juist van moed dat ik een verlaging van 20% accepteer.”
(Nos.nl, mei 2015) → dit laat zien dat je met ethiek vele kanten uit kan.
Principiële verschillen recht en ethiek (globale observaties):
1. Recht beroept zich op regels (evt. richtlijnen) die worden toegepast
Ethiek beroept zich op waarden/normen/intuïties (innerlijke beleving) → het gaat ook wel
om regels, maar uiteindelijk gaat het toch om wat de motivatie van mensen betreft. Ze
moeten gemotiveerd zijn om een bepaalde manier te handelen. Theorieën en regels kunnen
mensen wel helpen meer motivatie te krijgen, maar uiteindelijk gaat het om de innerlijke
beleving en intentie van mensen.
2. Recht gaat uit van formele autoriteit met macht, die wetten vastlegt en naleving afdwingt
door sancties
Ethiek kent geen formele autoriteit, hoogstens mensen met ‘gezag’, ‘invloed omgeving’,
‘goede voorbeeld geven’ die het innerlijk van mensen kunnen beïnvloeden
3. Recht kan wat ethiek niet kan: ordening in samenleving afdwingen door middel van voor
iedereen heldere criteria → bovendien wordt iedereen geacht het recht te kennen en het te
kunnen begrijpen.
Ethiek kan wat recht niet kan: ethiek gaat over iets wat (rechts)regels moeilijk kunnen
bereiken: de menselijke motivatie → ethiek kan op de menselijke motivatie inspelen. Het
recht met regels en autoriteit daar niet bijkomen. Twee voorbeelden:
o Persoonlijke motivatie: integriteitstrajecten → zaken die juridisch niet meteen
verkeerd zijn, maar waar ethisch wel grote bezwaren tegen zijn. Deze beide
personen zeggen dat als het gaat om goed handelen binnen organisaties ze niet
alleen met regelgeving komen, maar dat ook integriteitbewustzijn in de
organisatiestructuur moet worden gebracht. Maar hoe dat gedaan moet worden
wordt de laatste jaren naar gekeken:
▪ Minister Plasterk: integriteitsbeleid is komende jaren niet gebaat bij meer
regels en voorschriften.
▪ Commissaris van de Koning van Noord-Holland Remkes: ‘integriteit zit tussen
de oren’
o Persoonlijke motivatie: de eed/belofte:
▪ Deze is een ethische daad, geen juridische. Juridisch kan worden vastgelegd
dat de eed wordt uitgesproken, maar de eed zelf is een ‘persoonlijk
commitment’ → een daad van innerlijke overtuiging
▪ Minister wil ook bij bankiers de eed of belofte laten afleggen, omdat de
gewenste omslag in de financiële sector, ’een sterke morele dimensie’, heeft
naast het verankeren van wetten en regels.
▪ De eed is (in tegenstelling tot rechtsregels) onttrokken aan pure
afdwingbaarheid. Advocaat is een vertrouwensberoep, dat zich aan toezicht
onttrekt. Vandaar de eed, als erkenning van plichten die door de
(wereldlijke) macht niet geheel worden afgedwongen. Een handeling van een
particuliere persoon, op niveau van overtuiging.
Hoe komen recht en ethiek elkaar tegen?
1. Recht is ‘gestolde moraal’ → wat wij als recht hebben in de samenleving komt voort uit
ethische opvattingen van goed en kwaad die wij in de maatschappij hebben:
o Aan de basis van het recht liggen de ethische waarden/normen van de samenleving
→ uit de moraal komen de wetten voor en uit de wetten de rechtspraak. Moraal
breder dan de wetten, omdat er opvattingen zijn over goed en kwaad die wel in de
moraal zitten, maar niet in het recht kunnen krijgen. Bijv. salariëring, vrijheid van
meningsuiting. Pas als we iets in algemene regels kunnen formuleren, wordt het
onderdeel van het juridische systeem.
, 2. De wet als kader → wij beschouwen de wet niet als een definitieve goed en kwaad, maar de
wet is een kader en binnen het kader van de wet is er heel veel geoorloofd en binnen dat
gebied zijn er echter veel morele kwesties
3. Beroepsethiek – bijv. eerdere casus:
o Een individu binnen het juridisch systeem vraagt zich af hoe zich tot het systeem te
verhouden → hij ervaart een zekere vrijheid/openheid hoe hij zich nou precies in dat
systeem moet gedragen. Hoe moet je met die vrijheid omgaan? Je moet dan buiten
het juridische systeem een eigen ethische manier vinden hoe je ermee om moet
gaan.
o Ethisch goed handelen loopt doorgaans parallel met het systeem. Ethiek hangt
doorgaans direct samen met de kwaliteit van het werk (J. Soeharno: ‘Integriteit is de
ruggegraat van het notariaat’: integer handelen is een vast onderdeel van goed
notariaat) → meestal is het zo dat de ethisch meest juiste manier uiteindelijk het
juridische systeem ten goede komt.
Ethische theorieën
- Nu meer ‘voeling’ met ethiek krijgen door behandeling ethische theorieën. Omdat:
o Ze helpen de verwarde morele gevoelens en intuïties te ordenen → mensen kunnen
hele verschillende opvattingen hebben en door middel van die theorieën kun je die
wat beter ordenen en structureren.
o Ze richting geven; ze geven antwoord op de vraag ‘wat is goed handelen’
o Ze belangrijke onderbouwing zijn van het recht → uiteindelijk is de ultieme
rechtvaardiging van een jurist: het staat in de wet, de rechter heeft het zo beslist.
Maar in de ethiek zegt men dat achter die juridische opvattingen ideeën van goed en
kwaad liggen en dat daarnaar gekeken moet worden, omdat ethische theorieën dan
heel erg nuttig kunnen zijn.
- 3 ethische theorieën → 3 stromingen:
1. Plichtsethiek (deontologie) → meest ingewikkelde.
2. Utilisme (consequentialisme)
3. Deugdethiek
- NB: Centrale vraag van de eerste twee is: wat moet ik doen; wat is een goede handeling?
- Centrale vraag deugdethiek: hoe moet ik leven? → Bredere en institutionele vraag.
We leven in een rechtstaat. Wat is het belangrijkste instrument?
- Bijv. grondrechten
- Rechtsgelijkheid = gelijke gevallen worden gelijk behandeld. maar lastig want mensen zijn
ongelijk
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter → maar zijn ook mensen, dus misschien wel
onmogelijk.
➔ De plichtsethiek geeft ons de achtergronden van wat een rechtstaat is. Kan funderen wat er
goed is aan de rechtsstaat.
Deontologie; plichtenleer: