aantekeningen
Created @November 18, 2021 4:25 PM
Tags
college 1, 18-11-2021
leerdoelen:
kennis van de kenmerkende eigenschappen van het vakgebied orthopedagogiek
kennis van de verschillende aandachtsgebieden
kennis van de etiologische modellen en veel toegepast behandelwijzen binnen de orthopedagogiek
kennismaken met hedendaagse orthopedagogische vraagstukken en discussies
onderscheid van het boek:
primaire opvoedingsproblemen: de opvoeder slaagt er moeilijk in om de pedagogische vraag van het kind in te
schatten of er adequaat op te reageren
secundaire opvoedingsproblemen: handelingsverlegenheid is het gevolg van kenmerken van het kind, de ouder en/of
de context
invloed van context: interactioneel en ecologisch
een pedagogisch perspectief dat interactioneel en ecologisch van aard is.
werken vanuit contextuele, scologische en transactionele modellen
orthopedagoog handelt altijd in veranderlijk normatief kader en een veranderlijke cultureel-hostorische context
sociale constructen: plaats, tijd en cultuur
verschillende visies op: definities, aandachtspunten, classificatie, diagnostiek, etiologie, onderzoek en behandeling
belang van kritische reflectie
kinderen met gedrags- en emotionele problemen
lichte, tijdelijke, bepaalde situaties/bepalde personen, leeftijd- en/of fasegebonden vs langdurig of blijvend, in combinatie
met andere problemen en/of ernstig lijden tot gevolg hebben (kind of omgeving)
ontwikkelingsperspectief, continuumgedachte, context, informant
onderzoek en etiologie, wat we weten vanuit (epidemiologisch) onderzoek:
afhankelijk van definitie, wijze waarop gemeten wordt, de betrokken informant
geen aanwijzing dat 'toeneemt', soms sprake van verschuiving
impact van veelheid aan negatieve invloeden
(systemische) ongelijkheid
paragimaverschuiving: van praten over naar praten met
ervaringskennis & ervaringsdeskundigheid
veerkracht
systeem en context
aantekeningen 1
, etiologie: ecologische, multifactoriele of cumulatieve verklaringsmodellen:
multicausaal: combinatie van factoren
risicofactoren vs. protectieve factoren: bijdragen of in standhouden vs tegengaan of beperken
cumulatiehypothese: kans groter naarmate er meer risico-factoren zijn en minder protectieve factoren
focus op veerkracht
veranderbaarheid
biologische factoren vs leerervaringen
biologische factoren: gedrag wordt gestuurd door biologische processen: bijvoorbeeld impact van stress
leerervaringen: elk gedrag is betekenisvol en het resultaat van een leerproces (bijvoorbeeld klassieke conditionering
(pavlov) en operante conditionering skinner). (leren kan niet los worden gezien van de (relationele) context: (gezins-)
susteem, school, netwerk, socio-, politieke, culturele context
gehechtheidstheorie (bowby, 1969)
veilige hechting: kinderen ervaren dat ouders/opvoeders consistent op een ondersteunende en zorgende manier hen
proberen te helpen, wanneer zij moelijkheden ervaren
onveilig gehecht: ouders/opvoeders zijn inconsisten of niet ondersteunend, dan kunnen kinderen vertrouwen in
ouderlijke zorg/opvoeder verliezen
>belang van een veilige basis & mogelijkheid van herstel (schofield & beek)
wat is classificatie en diagnostiek en waarom doen we dit?:
gemeenschappelijke taal ter bevordering van onderlinge communicatie. weten wat er speelt, waar dit mogelijk door
gebeurt en hoe er naar gehandeld kan worden.
classificatie: systematisch ordenen en groeperen van gedragsproblemen op basis van gelijke eigenschappen en
onderlinge relaties.
diagnostiek: wat is er aan de hand, hoe is 'probleem' ontstaan, hoe wordt dit in stand gehouden, hoe kan dit behandeld
worden en wat is de prognose.
classificatie vs diagnostiek: onderbrengen van probleemherkenning in 1 of een aantal rubrieken van een
classificatiesysteem, terwijl diagnostiek betrekking heeft op het totale proces van gedetailleerde beeldvorming als basis
voor een plan of als basis voor meer individu-gerichte advisering
onderkennende, classificerende diagnostiek: wat is er aan de hand?
verklarende diagnostiek: hoe is het ontstaan, wat houdt het instand of versterkt het? (kennis van etiologie,
verschillende factoren)
(be)handelingsgerichte diagnostiek: wat is er aan de hand, wat dient er veranderd te worden en hoe kan deze
verandering hetbeste aangebracht worden (indicatiestelling)
classificatiesystemen:
klinisch psychiatrische classificatiesystemen (DSM-systeem en ICD-systeem)
beschrijven van problematieken van individuen en het classificeren in stoorniscategorieën
laatste jaren meer focus op ICF van WHO (stelt meer interactie tussen omgeving centraal)
belang van kritische reflectie: medisch model, gedecontextualiseerd, beperkte validiteit in verschillende culturen,
alles-of-niets
aantekeningen 2
, empirisch statistische classificatiesystemen (ASEBA)
psychometrische invalshoek: gebaseerd op uitkomsten van grote groepen kinderen/jongeren
belang van kritische reflectie: minder scherpe diagnosestelling (comorbiditeit tussen verschillende syndroomschalen),
lijsten correleren minimaal
behandeling
aspecten van behandeling:
evidence-based & practice-based: kwaliteit van een interventie in de praktijk
steeds meer aandacht voor werkzame factoren
meervoudige of multimodale behandeling: complexiteit en samenhang met meerdere factoren (kind, gezin, omgeving)
paradigmaverschuiving: van individu naar systeem/context & samenhang
specialistische aangelegenheid
theoretische perspectieven op behandeling:
psychodynamische visie (Freud, 1909): focus op intrapsychische conflicten uit het verleden die ten grondslag liggen
aan gedrags- en emotionele problemen
cognitieve gedragstherapeutische behandelingsmodel: achtergrond in 'leerervaringen' - focus op tekort of teveel aan
gedrag bij gedrags- en emotionele problemen (te weinig, of verkeerde leerervaring)
moderne CGT: gebaseerd op sociale leertheorie & integratie van cognitieve en omgevingsinvloeden
systeem- of gezinstherapeutische benadering: gezin centraal, interactie, hele gezin, focus op hier & nu
orthopedagogiek: integratie van verschillende systemen, achtergronden en perspectieven
samenvatting:
werkveld: zeer breed en verschillende perspectieven
multicausaal en multifactorieel
interactioneel
van probleem naar focus op veerkracht, participatie, inclusie
van individuele benadering naar systeem
invloed van tijd, plaats, cultuur
vanuit verschillende stromingen verschillend naar oorzaken en oplossingen gekeken kan worden
college 2, 19-11-2021
LEERSTOORNISSEN
algemene leervoorwaarden: factoren die het leren op school beïnvloeden= voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
1. sensomotorische ontwikkeling (sensotiek en motoriek)
2. visuele perceptie
3. auditieve perceptie
aantekeningen 3
, 4. taal en denken (expressief en receptief)
5. sociale ontwikkeling en adaptatie
specifieke leervoorwaarden: bijzondere kennis en vaardigheden op een specifiek domein van de schoolse vaardigheden
visuele waarneming: je ziet wat er staat
auditieve waarneming: je hoort wat je zou moeten horen
intermodale integratie: dat wat je uitspreekt en wat je opschrijft zou gelijk moeten zijn.
grafemen: geschreven dingen
fonemen: iets wat je uitspreekt, het geluid wat je maakt
alles is een combinatie en grafeem en fonemeen moeten gelijk zijn.
dpqb: probleem letteren! niet alleen visueel, maar ook auditief.
definities van leerproblemen:
aanvankelijk: discrepantie tussen IQ en leerprestaties (Dumont: leerstoornis), verschil.
IQ en prestaties zijn laag, hier moet een reden voor zijn.
IDEA (Individuals with Disabilities Education Act): niet onbesprekenL de rechtbank in de VS 'oordeelt'
laatste 15 jaar: weinig evidentie voor discrepantiebegrip tussen IQ een leerprestaties
idee van leervoorwaarden: wordt niet meer aanvaard
automatiseren = kern van leerstoornis
definiëren van een leerstoornis: DSM V: specific learning disorders (SLD). er is sprake van een leerstoornis als er
aan deze 3 voorwaarden wordt voldaan.
achterstand: lees-, spelling- of rekenniveau betekenisvol beneden het niveau dat we mogen verwachten op grond van:
de omvang van het systematisch (remediërend) onderwijs; type en niveau van gevolgd onderwijs, dagelijkse activiteiten
die iemand gewoonlijk uitvoert, intellectuele en zintuiglijke mogelijkheden.
in leerproces is er een opvallende hardnekkigheid of didactische resistentie voor
beïnvloeding: de automatisering komt niet tot stand ondanks systematische hulp.
exclusiviteit: problemen alleen in het domein van leren (geen andere oorzaken)
aantekeningen 4