Hierbij een samenvatting voor het tentamen van blok 2. Deze samenvatting bevat de hoofdstukken 6 tot en met 9. Zit een duidelijke structuur in waardoor het een fijne samenvatting is om te leren.
Hoofdstuk 6: Inleiding van het Nederlandse recht
§1 Het burgerlijk wetboek
Drie rechtsgebieden:
• Het personen en familierecht boek 1 BW
• Het rechtspersonenrecht boek 2 BW
• Het vermogensrecht overige boeken
Hieronder vallen alle subjectieve rechten en plichten die onderdeel van het vermogensrecht kunnen zijn.
Onder subjectief recht valt de bevoegdheid van iemand in een concreet geval aan een regel van objectief
recht ontleent.
Het vermogensrecht
Goederenrecht:
• Vaak wie de eigenaar van een zaak is en hoe die eigendom van een zaak rechtsgeldig kan
worden overgedragen.
Verbintenissenrecht
• De aanspraak van de ene persoon jegens de andere persoon.
§2 Rechtssubject
De drager van rechten en plichten
Natuurlijke personen
• Mensen van vlees en bloed worden als rechtssubject aangemerkt.
Rechtspersonen
• Redenen van doelmatigheid als juridische eenheid in het leven geroepen, zij dragen zelfstandig
rechten en plichten.
Rechtspersoon wat het vermogensrecht betreft gelijk aan een natuurlijk persoon.
Voorbeelden hiervan:
• Verenigingen
• BV
• NV
§3 Rechtsfeiten
Het gevolg van gebeurtenissen die door de regels van het recht worden benoemd en georganiseerd.
• Blote rechtsfeiten: Verband dat het feit niet is aan te merken is als een actieve menselijke
handeling.
• Menselijke handeling: Recht verbindt er een gevolg aan, denk hierbij aan een koop of een
aanrijding.
Menselijke handelingen met rechtsgevolg:
Te weten rechtshandelingen:
Gedragingen van een of meer rechtssubjecten waarbij een rechtsgevolg wordt beoogd. De wil is hierbij een
vereiste voor de rechtshandeling art 3:33 BW
Onderscheiden in:
• Eenzijdige rechtshandeling
Sprake van eén persoon het beoogde rechtsgevolg tot stand brengt.
• Meerzijdige rechtshandeling
Aansluitende wil van twee of meer rechtssubjecten is vereist.
Voorbeeld: overeenkomst
Feitelijke handelingen met rechtsgevolg
De wil van het rechtssubject is niet relevant, deze is niet van belang bij het ontstaan van een rechtsgevolg.
• Meest voorkomende is de onrechtmatige daad.
• Wet eist niet dat de schade door de pleger van de onrechtmatige daad is beoogd en dat er dus op
een of andere manier opzet in het spel is.
Wanprestatie: tekortkomingen in de nakoming van de verbintenis.
1
, §4 Absolute en Relatieve Vermogensrechten
Absoluut vermogensrecht
Geldt tegenover iedereen
Volledige rechten;
• Eigendomsrecht
• Rechten op de voortbrengselen van de menselijke geest (geen betrekking op stoffelijke zaken).
Beperkte rechten;
• Vruchtgebruik (recht om bezitting ander te gebruiken)
• Pand
• Hypotheek
• Erfdienstbaarheid
• Erfpacht
• Opstal
• Appartementsrecht
Relatief vermogensrecht
Geldt tegenover een of enkele personen.
• Inhoud van het vorderingsrecht bevat een doen of nalaten ook wel een prestatie.
• Verschil hierbij is de reikwijdte van de bevoegdheid.
Voortvloeien van een verbintenis
• Uit een rechtshandeling
Menselijke handeling met een beoogd rechtsgevolg. Sluiten van een koopovereenkomst is het
ontstaan van een of meer verbintenissen.
Voorbeelden: Overeenkomst, Eenzijdige rechtshandeling.
• Verbintenissen uit de wet
Ontstaat uit een rechtmatige daad.
Ontstaat uit en bestaande overeenkomst
Voorbeelden: Rechtmatige daad, Onrechtmatige daad, Wanprestatie.
Te niet gaan van verbintenissen
• Prestatie niet nagekomen
• Verrekening
• Compensatie
§4 de natuurlijke verbintenis
Een vorderingsrecht zonder rechtsvordering.
• Bij een natuurlijke verbintenis kan niet worden teruggevorderd.
• Dringende morele verplichting levert ook een natuurlijke verbintenis op.
• De natuurlijke verbintenis kan worden omgezet in een normale verbintenis door een overeenkomst
te ondergaan.
§5 handelingsbekwaamheid
De rechtssubjecten krijgen de mogelijkheid zelfstandig onaantastbare rechtshandelingen te verrichten. Art
3:32 lid 1 BW
Nietige rechtshandeling; beoogde rechtsgevolg in het geheel niet intreedt omdat dit door de wet is
verboden.
Vernietigbare rechtshandeling; op zichzelf geldig.
• Aan vernietiging verbindt ons recht meestal terugwerkende kracht.
• Hierdoor kan het gevolg zijn dat de vernietigde rechtshandeling geacht wordt nimmer rechtsgeldig te
zijn geweest.
• Twee groepen die deze handelingen kunnen verrichten;
® Minderjarigen, met uitzondering van handlichting art 1:235 BW
® Onder curatele gestelde
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper IrisStudies. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,50. Je zit daarna nergens aan vast.