Inleiding in de Forensische Psychiatrie en Psychologie
Samenvatting Hoorcolleges
Hoorcollege 1: Algemene inleiding in het vakgebied
15/11/2023
Breivik’s Death Trial Anders Breivik heft hier een dodelijk pad begaan, hier waren vele leerlingen op zomerkamp.
Hij had een rechtszaak, waarbij 4 psychiaters aanwezig. Twee psychiaters hebben geconcludeerd dat Breivik
psychotisch was en leed aan schizofrenie, een paranoïde type. Hij was volgens deze psychiaters
ontoerekeningsvatbaar. Dit hebben ze geconcludeerd omdat hij bij zijn moeder woonde (na op kamers te hebben
gewoond), hij had ook moeite met bijvoorbeeld plannen. Dit was opvallend, want alles wat Breivik deed was van
minuut tot minuut gepland. Ook toen hij moest improviseren ging dit hem goed af.
Hierna zijn twee nieuwe psychiaters aangewezen. Zij diagnosticeerden een narcistische
persoonlijkheidsstoornis, maar zeiden dat hij niet psychotisch was. Hij had wel vreemde ideeën, maar deze waren ook
op het Internet te vinden. En in de psychologie is het zo dat als jouw idee wordt gedeeld in een groep, dan is het niet
jouw particuliere idee, dat was geen waan. Zij vonden het bij zijn moeder wonen ook een voordeel, omdat hij hier heel
veilig kon experimenteren. Hier was veel discussie over, maar de rechtbank was het met dit tweede psychiater duo.
Hier is nog steeds veel discussie over.
Hierna volgen nog twee casussen, namelijk de Bijenkorfmoeder, ‘Jack de Prikker’.
Eigenlijk is er altijd veel discussie over wanneer iemand ‘ontoerekeningsvatbaar’ is.
Meestal (in Nederland) doet een psycholoog het onderzoek bij een rechtszaak. Zij kunnen middels de WAIS de
intelligentie vaststellen, en zijn beter in het vaststellen van persoonlijkheidsstoornissen. Psychotische stoornissen
kunnen beter worden vastgesteld door psychiaters.
Je kan niet voor elk misdrijf TBS krijgen, het moet een bepaalde ernst hebben waarbij iemand een gevaar is voor de
samenleving. Als iemand dus bijvoorbeeld een eenmalige psychose heeft, dan komt iemand niet in aanmerking voor
TBS.
Psychoses
- Waan = Een idee.
- Hallucinaties = Een zintuigelijke waarneming (horen, zien, ruiken, voelen, proeven).
Age-Crime Curve
Als iemand ouder is dan kan die bijvoorbeeld ook dementerend zijn (bijvoorbeeld de afperser van Linda en John de
Mol). Door fronto-temporale dementie kan iemands gedragsinhibitie aangetast kan zijn, waardoor iemand dus een
gedragsverandering kan doorgaan. Hierbij kan neuro-imaging, bijvoorbeeld een MRI- of PET-scan, redelijk objectief
beoordelingen maken.
Het Pieterbaancentrum heeft een Neuropoli. Het doel is om de komende jaren meer inzicht te krijgen op het
feit dat gedetineerden veel vaker dan gemiddeld in de gewone bevolking hersenschade heeft, dit zou ongeveer 60%
van de gedetineerden zijn. Dit zou ongeveer 3x zoveel zijn als in de gewone bevolking.
Waarom is er Forensische psychiatrie, en niet cardiologie of urologie?
Er draagt eigenlijk maar één ding bij aan je gedrag, en dit is je brein. Vele psychische aandoeningen hebben
dan ook invloed op je gedrag.
,Artikel 39 Wetboek van Strafrecht: ‘Niet strafbaar is hij die een feit begaat, dat hem wegens de psychische stoornis,
psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap niet kan worden toegerekend.’ (Dáárom geïnteresseerd in
de toerekeningsvatbaarheid).
Artikel 37a: De verdachte bij wie tijdens het begaan van het feit gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de
geestvermogens bestond, kan op last van de rechter ter beschikking worden gesteld indien…
Het strafrecht erkent in de rechtsartikelen dat een psychologische stoornis effect kan hebben op iemand
gedrag.
DSM Hier staan alle stoornissen in met de criteria voor wanneer iemand een stoornis heeft. Deze DSM is gemaakt
in de VS, met input van over de hele wereld. De DSM is vooral gebaseerd op de wetenschap, en de werkelijkheid
baseert zich weer op de wetenschap. Als je een diagnose stelt moet de verzekeraar dit in de DSM moeten terugvinden.
Dit is niet het enige classificatiesysteem, je hebt ook nog ICD registratie, maar dit wordt niet in Nederland gebruikt.
Syndroom vs. Ziekte
In de DSM is het zo dat je een lijst met symptomen hebt, waarbij je bijvoorbeeld 5 of meer symptomen moet hebben
om een diagnose te krijgen.
Wat maakt iets een psychiatrische stoornis? – “syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen op het
gebied van de cognitieve functies, de emotieregulatie of het gedrag van een persoon, dat een uiting is van een
disfunctie in de psychologische, biologische, of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het psychische
functioneren. Psychische stoornissen gaan gewoonlijk gepaard met significante lijdensdruk en/of beperkingen in het
functioneren op sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden. Een reactie op een
veelvoorkomende stressor of een verlies, bijvoorbeeld het overlijden van een dierbare, die te verwachten valt en
cultureel wordt geaccepteerd, is geen psychische stoornis. Sociaal deviant gedrag (politiek, religieus of seksueel
bijvoorbeeld) en conflicten die zich vooral afspelen tussen een individu en de maatschappij zijn geen psychische
stoornissen, tenzij de deviantie of het conflict het gevolg is van disfunctioneren van het individu, zoals in het
voorgaande wordt beschreven.”
Je gaat altijd de hoofdklacht behandelen, omdat waar de meeste lijdensdruk zit, zit ook vaak de meeste motivatie om
eraf te komen. Daarnaast wil je als psycholoog aansluiten bij de hulpvraag van een persoon.
Comorbiditeit = Wanneer iemand verschillende stoornissen naast elkaar heeft (dit komt erg vaak voor).
Onvrijwillige opname: Wet Verplichte GGZ TBS
Er wordt ook soms misbruik gemaakt van psychologische stoornissen Je kan iemand voor gek verklaren ‘die
nemen we toch niet serieus’. Daarnaast kan je iemand zo oneindig lang opsluiten, of een dwangbehandeling geven.
Het kan ook een voordeel hebben, een mentale stoornis kan ook als excuus gebruikt worden. Iets kan dan in
plaats van een algemeen, maatschappelijk probleem, een persoonlijk probleem zijn.
Bijna de helft van alle Nederlanders krijgt ergens in hun leven een psychische aandoening. Uit onwetendheid of door
misvattingen plakt de omgeving daar nog een stempel, een stigma, bovenop. Dat kan grote gevolgen of
belemmeringen of zelfs discriminatie opleveren.
Er is ook altijd veel controversie rondom psychische stoornis. Sommigen
vinden bijvoorbeeld dat gedrag nooit een stoornis kan zijn, maar altijd
gewoon gedrag is. Ook waren er veel oude controversiële behandelingen.
Medicijnen voor je psychische stoornis, bijvoorbeeld antidepressiva.
Voordeel: Het kan je helpen, soms lukt psychotherapie niet tot je met
medicijnen begint.
Nadeel: Bijwerkingen, afhankelijkheid.
Dit soort middelen werken op neurotransmitters. Hoe de medicijnen precies
werken weten we niet, we weten niet waarom het effect op de stemming
heeft en het zes weken duurt tot het begint te werken.
Heel veel therapieën proberen effect te hebben op Gedachten, Gevoelens en
Gedrag, zoals Cognitieve Gedragstherapie.
, Hoorcollege 1: Inleiding strafrecht voor niet-juristen
15/11/2023
1. Het Strafrecht
Privaatrecht = De burger, dus bijvoorbeeld burenruzies en
scheidingen.
Publiekrecht = De overheid en de burger
Staats- en bestuursrecht = Bijvoorbeeld wie welke
vergunning krijgt.
Strafrecht:
Materieel strafrecht is op al het gedrag dat strafbaar is. Dit zegt welk gedrag strafbaar is, onder welke voorwaarden en
welke straffen er zijn. Voorbeelden:
- Doodslag Art. 287 Wetboek van Strafrecht “Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als
schuldig aan doodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde
categorie.”
- Diefstal Art. 310 Wetboek van Strafrecht “Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort
wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie”
Wederrechtelijk = In strijd met het recht.
Formeel strafrecht (strafprocesrecht) = Regels voor opsporing, vervolging en berechting. Voorbeelden:
- Art. 126g lid 1 Wetboek van Strafvordering “In geval van verdenking van een misdrijf, kan de officier van
justitie in het belang van het onderzoek bevelen dat een opsporingsambtenaar stelselmatig een persoon volgt
of stelselmatig diens aanwezigheid of gedrag waarneemt.”
- Art. 151a lid 1 Wetboek van Strafvordering “De officier van justitie kan ambtshalve of op verzoek van de
verdachte of diens raadsman in het belang van het onderzoek een DNA-onderzoek, dat gericht is op het
vergelijken van DNA-profielen, laten verrichten [etc].”
Materieel Strafrecht Formeel Strafrecht
Wetboek van Strafrecht (Sr) Wetboek van Strafvordering (Sv)
Bijzondere wetten (bv. De Opiumwet) Bijzondere strafwetten
Binnen het Nederlandse strafrecht is het Europese strafrecht ook van groots belang. Een van de belangrijkste
verdragen binnen Europa is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin bijvoorbeeld deze wetten
staan: Verbod op foltering (art. 3 EVRM); Recht op vrijheid (art. 5 EVRM); Recht op een eerlijk proces (art. 6
EVRM).
Beginselen:
- Vervolgingsmonopolie OM (geen eigenrichting) = Het OM is de enige die mag vervolgen. De officier van
Justitie besluit of er uiteindelijk vervolgd wordt of niet.
- Legaliteitsbeginsel = Niemand mag worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten dat geen strafbaar
feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde van het handelen of nalaten. Gedrag is alleen
strafbaar als het door de wet strafbaar is gesteld (dit moet voorafgaand aan het gedrag in de wet worden
vastgesteld). Soms moet een rechter dit interpreteren. Dit geld ook andersom, dus voor wat de overheid mag
doen om iemand te onderzoeken/vervolgen.
- Onschuldpresumptie = Iemand is onschuldig tot het tegenovergestelde bewezen is.
- Nemo tenetur = Niemand kan gedwongen worden om aan hun eigen veroordeling mee te werken. In
Nederland hebben we ook het zwijgrecht, dit loopt een beetje hierin over.
- Recht op een eerlijk proces = De verdediging moet een goede verdediging voeren en hierin niet beperkt
worden.
- Subsidiariteit (het meest geschikte middel) = Het meest geschikte middel om iets te onderzoeken moet
gekozen worden.
- Proportionaliteit (geen grotere inbreuk dan nodig) = Om iets te onderzoeken moet er geen grotere inbreuk dan
nodig plaatsvinden.