100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting hoorcolleges, werkcolleges en kennisclips Burgerlijk Recht II €3,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting hoorcolleges, werkcolleges en kennisclips Burgerlijk Recht II

5 beoordelingen
 106 keer bekeken  6 keer verkocht

Samenvatting van de hoorcolleges en kennisclips van Burgerlijk Recht II. Ook de werkcolleges zijn hierin verwerkt. Bovendien bevat het document alle verplichte jurisprudentie.

Laatste update van het document: 6 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 117  pagina's

  • Onbekend
  • 11 mei 2018
  • 19 mei 2018
  • 117
  • 2017/2018
  • Samenvatting
  • hoorcolleges
  • hoorcolleges bur
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (42)

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: joycecornelissen • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: emmahoogestijn • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Kimvankalkeren • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: demasieranne • 5 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: PVivian • 4 jaar geleden

avatar-seller
astridmeijerink
Samenvatting Burgerlijk Recht II

Bronnen van verbintenissen
Aanspraak is van belang in het verbintenissenrecht:
- Aanspraak is een vorderingsrecht. Je hebt bijv. als aannemer aanspraak op betaling van de
prestatie die is geleverd. De opdrachtgever heeft dan de verplichting om te betalen (de
prestatie die verschuldigd is).
- Verbintenis is een verplichting: ik verbind mij om dat te doen = ik verplicht mij om dat te
doen. De aanspraak van de een is de schuld van de ander. Dus altijd aanspraak tegenover
schuld. De aanspraak heb je tegen de wederpartij (degene met wie je bijv. het contract
gesloten hebt).
- Dit is anders dan bij het goederenrecht waar het niet gaat om relatieve rechten (alleen
inroepen jegens de wederpartij), maar om absolute rechten (inroepen jegens een ieder).
- Ook een verkeersongeval kan een verbintenis zijn. Als iemand, iemand anders aanrijdt
ontstaat een verplichting tot het vergoeden van de schade. Er is dan 1 verbintenis. Het
slachtoffer heeft er recht op en heeft dus een aanspraak.
- Stel je neemt een pakje aan voor de buren. Je hebt het idee dat de buur het zelf moet komen
ophalen. Het is echter zaakwaarneming, je bent als aannemer van het pakje allerlei
verplichtingen verschuldigd. Je hebt een voortzettingsplicht en zorgplicht: dit zijn allemaal
verbintenissen en als je daar niet aan voldoet moet je wellicht schadevergoeding betalen. Je
moet het pakje naar de ander brengen, zonder schade. Ongemerkt kom je in een
rechtsfiguur terecht waarbij je allemaal verplichtingen krijgt.

Verbintenissen kun je onderverdelen in resultaat- en inspanningsverbintenis:
- Resultaatsverbintenis → je betaalt voor het resultaat en niet de inspanning. Bijv. de
aanneming van werk, bijv. als de een schilder in je huis komt schilderen.
- Inspanningsverbintenis → bijv. arts kan niet garanderen dat je beter wordt, maar kan zich
wel inspannen om als redelijk bekwaam arts zo goed mogelijk voor je belangen op te komen.

Vermogensrecht:




Definitie van een verbintenis:
- Een vermogensrechtelijke rechtsband tussen twee of meer partijen waarbij de ene partij een
prestatie verschuldigd is en de andere partij tot die prestatie gerechtigd is.
o De situatie waarbij het recht van de een de plicht van de ander is en omgekeerd
o Aanspraak tegenover schuld
- NB.
o Begrip verbintenis in ruime zin → gehele rechtsbetrekking: bijv. het gehele contract
o Begrip verbintenis in enge zin → schuld; passiefzijde: de verplichting.
o Verbintenis is een rechtsplicht; niet iedere rechtsplicht is een verbintenis
o Verbintenis versus Obliegenheit → soms verplichtingen in het verbintenissenrecht
die wel een verplichting zijn maar geen verbintenis. Dit betekent dat tegenover de

, verplichting geen aanspraak staat. Er staat wel een sanctie op, maar geen aanspraak.
Voorbeelden obliegenheiten:
▪ Klachtplicht (art. 6:89 en 7:23 BW) → als een prestatie niet voldoet aan het
contract is de schuldeiser erbij gebaat dat je op tijd aan de bel trekt, om hem
de kans te geven zelf te beoordelen of het een gebrekkig product is en het te
herstellen. Laat je het te lang liggen, dan is hij misschien in de bewijspositie
geschaad. Staat geen aanspraak tegenover. Verkoper kan je niet in de nek
grijpen dat je op tijd moet klagen. Hij kan dit niet bij de rechter afdwingen.
• Sanctie → recht vervalt om een beroep op schadevergoeding te
doen.
▪ Mededelingsplicht bij dwaling → als verkoper vermoedt dat de koper een
onjuiste voorstelling van zaken heeft, verwacht het recht dat hij dat vertelt
tegen de koper. Dit is wel een plicht, maar geen verbintenis, er staat geen
aanspraak tegenover.
• Sanctie → dwaling (dus evt. vernietiging van de overeenkomst).
▪ Schadebeperkingsplicht (art. 6:101 BW).

Ontstaan verbintenissen:
- Art. 6:1 BW: “Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.” →
Hoofdbron is dus de wet. Uit de wet voortvloeit: dus er kunnen veel verbintenissen in de wet
genoemd zijn, maar de wet kan ook suggereren dat er verbintenissen zullen ontstaan.
- HR Quint/Te Poel:
o Feiten: bouwbedrijf Quint sloot een aannemingsovereenkomst met Te Poel en Quint
moest in opdracht van Te Poel twee winkelwoningen bouwen. Dat deed hij en op
een gegeven moment stopte Te Poel met betalen van de verschuldigde termijnen.
Quint had dus al wel gebouwd en had een vordering maar kreeg het niet betaald.
Toen sprak hij de broer van Te Poel aan, omdat die woningen gebouwd bleken op de
grond van de broer. Dit betekent dat de broer eigenaar was o.g.v. natrekking (art.
5:20 lid 1 sub e BW). Dus zei Quint dat hij moest betalen o.g.v. ongerechtvaardigde
verrijking. Het verweer was dat deze niet in de wet stond.
o Vroeger bestond de ongerechtvaardigde verrijking nog niet, tegenwoordig is deze
neergelegd in art. 6:212 BW. In het BW stonden wel andere bronnen van
verbintenissen en hier kwam de vraag op of je ook een vordering kan instellen tot
schadevergoeding als de wet niet met zoveel woorden zegt dat die bron van
verbintenis bestaat.
o Hof zei dat het niet kon omdat de bron niet in de wet staat, waardoor er geen
verbintenis kan zijn.
o HR zegt dat het niet zo is dat je geen verbintenis kan hebben als die niet zozeer in de
wet is neergelegd. HR zegt dat we een open systeem hebben, zie art. 6:1 BW
(‘voortvloeit’). Het hoeft niet per se in de wet te staan, als het in het stelsel van de
wet past, maar niet letterlijk genoemd is, kan je het alsnog aannemen.

Bronnen van verbintenissen:
- Art. 6:1 BW: “Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.”
o Verbintenissen die de wet expliciet noemt → verbintenissen uit de wet. De wet zegt
letterlijk dat dit verbintenissen zijn en/of dat er verplichtingen uit voortvloeien (bijv.
‘verplicht’). Bijv. onrechtmatige daad, onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde
verrijking, ongedaanmakingsverbintenis, zaakwaarneming etc.
o Bronnen waar de wet naar verwijst → overeenkomst (art. 6:213 BW: er staat
nergens dat je ergens verplicht toe bent, binnen een overeenkomst kunnen partijen
verplichtingen aangaan, het kan, maar de inhoud is niet duidelijk), redelijkheid en

, billijkheid, rechterlijke uitspraken etc. Vaak gaat het hierbij om verbintenissen uit
overeenkomsten. Ook als is de groep eigenlijk groter.

Typen verbintenissen:
- Art. 3:296 BW bepaalt: “Tenzij uit de wet, uit de aard van de verplichting of uit een
rechtshandeling anders volgt, wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te geven, te
doen of na te laten, daartoe door de rechter veroordeeld.”
- Afdwingbare verbintenissen: vorderingsrecht → rechtsvordering, de civiele verbintenissen.
Verbintenissen zijn meestal afdwingbaar in rechte. Als de prestatie niet wordt verricht, ofwel
de verbintenis niet wordt nagekomen, moet je het voor de rechter kunnen afdwingen, want
anders heb je er niet veel aan. Je moet het hard kunnen maken bij de rechter. Dit is een
eigenschap die bijna alle verbintenissen hebben.
- Natuurlijke verbintenissen (art. 6:3 BW): niet rechtens afdwingbaar → hier kun je niet mee
naar de rechter, maar het zijn wel rechtsgronden. Betaal je toch als schuldenaar, dan heb je
niet onverschuldigd betaald, maar de wederpartij kan het niet afdwingen bij de rechter.
Ontstaan natuurlijke verbintenissen (art. 6:3 BW):
a. Wet (verjaring; kansspel) of rechtshandeling (herenakkoord):
▪ Verjaring → bij verjaring heb je nog wel een vorderingsrecht, maar je kunt
het niet meer afdwingen bij de rechter. Je hebt geen rechtsvordering meer.
Betaalt de schuldenaar alsnog, dan is het niet onverschuldigd.
▪ Kansspel → als je wint bij een kansspel heb je wel een aanspraak, maar je
kan hem niet in rechte afdwingen.
▪ Rechtshandeling → partijen kunnen onderling afspreken dat zij bepaalde
rechten niet in rechte gelde gaan maken. Bijv. een gentlemensagreement: ze
zijn te goed om het in rechte af te dwingen.
b. Dringende morele verplichting van zodanige aard dat naleving daarvan (…) naar
maatschappelijke opvattingen als voldoening van een aan die ander toekomende
prestatie moet worden aangemerkt (HR Goudse Bouwmeester) → de verplichtingen
zijn zo belangrijk dat als je daaraan voldoet je de wederpartij geeft waar hij recht op
heeft. Bijv. weduwe blijft achter zonder inkomen. Man heeft 30 jaar voor degene
gewerkt, maar geen pensioen opgebouwd. Dan moet de werkgever haar een
ouderdomsvoorziening geven. Werkgever doet wat wij maatschappelijk wel verplicht
vinden. Zij heeft er wel recht op, als de werkgever het geeft, kan hij het niet achteraf
terughalen omdat er geen rechtsgrond bestond. Dus niet onverschuldigd betaald.
o NB. Omzetting: art. 6:5 BW: natuurlijke verbintenis wordt rechtens afdwingbare
verbintenis (= civiele verbintenis) → door een afspraak tussen partijen.
o NB. Betaling o.g.v. natuurlijke verbintenis is niet onverschuldigd (HR Goudse
bouwmeester) → man liet zich spekken door de gemeentepenningen. Had er geen
voordeel mee gehad en voordat hij ontslagen werd heeft hij die gemeentepenningen
teruggestort. Toch ontslagen en hij vorderde die steekpenningen terug. Maar
volgens de HR is dit een dringende morele verplichting en dus niet onverschuldigd
betaald.

De obligatoire overeenkomst:
- Obligatoire overeenkomst = verbintenisscheppende overeenkomst → zij kunnen
verbintenissen creëren.
- Definitie: Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij één of meer partijen
jegens elkaar een verbintenis aangaan (art. 6:213 BW)
- Totstandkoming: Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan
(art. 6:217 lid 1 BW).

Aanbod:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper astridmeijerink. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  6x  verkocht
  • (5)
  Kopen