WERKVERTALINGEN Herodotos
Palladion, Hoofdstuk 9. Herodotos, geluk en hybris
3. KROISOS EN SOLON (I, 29-33)
MET EXTRA AANTEKENINGEN IN ROOD
a. Solon bezoekt Kroisos (29-30)
1 Toen/Nadat die (volkeren) onderworpen waren (PTC perfectum Passief, gen.
absolutus) en Kroisos bezig was zijn macht uit te breiden (PTC praesens Actief
(deponens), gen. abs.) voor de Lydiërs,
arriveren (praes. historicum) in Sardis, dat door rijkdom bloeide/aan het bloeien was/in
bloeiende staat verkeerde,
al de andere geleerden (onderwerp van ‘arriveren’) uit Griekenland, die er in die tijd 5
(toevallig) waren, om welke reden elk van hen dan ook kwam,
en in het bijzonder ook Solon (als werkwoord erbij denken: “arriveert in Sardis”), een
man uit Athene, die voor de Atheners, toen ze (erom) gevraagd hadden / op hun
verzoek (PTC aoristus Actief, dativus mannelijk meervoud, hoort bij ‘voor de Atheners’)
wetten had gemaakt en (‘wetten had gemaakt en’ is een hoofdzin-vertaling van ‘nadat hij
wetten had gemaakt’) tien jaar naar het buitenland was gegaan,
(nadat hij was) uitgevaren onder het mom van een studiereis,
opdat / om er natuurlijk voor te zorgen dat hij niet gedwongen werd (indic. aor. Passief)
een (= tina) van de wetten (gen. partitivus / deel van een geheel) die hij had opgesteld,
af te schaffen.
10 Want zelf (= aujtoi; ) waren de Atheners niet in staat (oi|o~ te eijmiv = ik ben in staat) dat
(nl. het afschaffen van een van de wetten die Solon had opgesteld) te doen:
ze werden namelijk door zware eden gebonden/vastgehouden/gedwongen om de
wetten die Solon (ook maar) voor hen opstelde/zou opstellen, tien jaren lang te (zullen)
gebruiken (‘zullen’ kan erbij omdat er eigenlijk een inf. futurum staat, maar is inhoudelijk
misschien overbodig).
Omwille precies ( precies/juist is de vertaling van aujtw`n) daarvan en van zijn
wetenschappelijke interesse ging Solon dus op reis en (‘ging op reis en’ is een hoofdzin-
vertaling van ‘nadat op reis gegaan was’) arriveerde/kwam aan in Egypte 15 bij Amasis
en in het bijzonder ook in Sardis bij Kroisos. Toen hij gearriveerd was, werd hij gastvrij
ontvangen in het koninklijke paleis door Kroisos. (historisch kan dit niet kloppen: zie
inleiding Tb p. 165. Amasis en Kroisos zijn tijdgenoten, Solon reisde vóórdat zij aan de
macht kwamen).
Daarna, op de derde of vierde dag, leidden dienaren op bevel van Kroisos (‘op bevel
van K’ is een vrije vertaling van de genitivus absolutus: “nadat K het had bevolen”) Solon
rond langs de schatkamers en toonden
20 alles/alle bezittingen “zijnde groot en rijk”/die groot en rijk waren/in (al) hun grootheid
en rijkdom.
b. De gelukkigste man (30)
WERKVERTALING Herodotos | Palladion, © uitgeverij Eisma, Leeuwarden, 2022 / KOR 2023
1
, 1 Toen hij alles (ta; pavnta) aanschouwd en aandachtig bekeken had, vroeg Kroisos hem,
min is het lijdende voorwerp bij “vroeg”, en bij deze acc. enk. mannelijk sluiten zich de
participia qehsavmenon en skeyzmenon aan, dus letterlijk: “Kroisos vroeg hem (min) nadat
hij (namelijk Solon, aangeduid met min) alles had aanschouwd en bekeken”)
toen het geschikte moment voor hem (oiJ = aujtw`/) daar was, het volgende:
‘Vreemdeling uit Athene, het is namelijk zo dat (γάρ) bij ons over u veel informatie is
gearriveerd, zowel vanwege uw wijsheid als van uw 5 reislust,
dat u (namelijk) op zoek naar kennis (letterlijk: PTC praesens nom. mann. enk. “op zoek
zijnde naar kennis”)
veel land/een groot gebied bezocht hebt vanwege uw wetenschappelijke interesse.
Nu dus is bij/aan/voor mij een/het verlangen opgekomen om u te vragen,
of (eij na werkwoorden van ‘vragen, informeren’ betekent niet ‘als’ maar ‘of’) u al/reeds
iemand (= tina) gezien hebt (die) het gelukkigste van allen (gen. partitivus) (is).’
Hij vroeg dat (= tau`ta)
verwachtend/terwijl hij verwachtte/omdat hij verwachtte/in de verwachting
de gelukkigste van de mensen te zijn,
maar Solon zegt (praesens historicum),
helemaal niet 10 gevleid hebbend/zonder enige vleierij, maar zich aan de waarheid
gehouden hebbend:
‘Koning, Tellos uit Athene.’ (Tellos is een veel voorkomende naam, dus hiermee wordt
blijkbaar een eenvoudige Athener zonder adellijke afkomst bedoeld; een soort “meneer
de Vries uit Amsterdam”, een grote stad waar minstens 100 families de Vries wonen.)
Kroisos verwonderde zich zeer over het gezegde en (‘verwonderde zich zeer en’ is een
hoofdzin-vertaling in plaats van ‘nadat hij zich zeer verwonderd had’)
vroeg vol spanning/in gespannen verwachting:
‘In wat voor opzicht meent/oordeelt u dat Tellos de gelukkigste is?’
De ander sprak: ‘Tellos had (letterlijk: “Aan Tellos waren”, dativus van bezit) enerzijds,
terwijl z’n stad het goed maakte, (gen. absolutus, PTC praesens) 15 mooie en goede
kinderen, en ook zag hij voor/aan/bij hen allen (= sfi a{pasi) kinderen geboren waren (dit
is een AcP: hij zag kinderen (acc.) geboren zijnde (PTC aor., acc. onzijdig meervoud) =
hij zag dat kinderen geboren waren/hij zag kinderen geboren zijn)
en (dat zij/de kinderen) allemaal in leven bleven/gebleven waren, (Tellos was dus
gelukkig in het opzicht dat hij goede en mooie kinderen had en dat die allemaal ook nog
eens zélf kinderen kregen, die ook nog eens niet doodgingen – wat met de hoge
kindersterfte een grote meevaller was!)
en anderzijds viel hem ten deel/ kreeg hij (ejp-egevneto (aujtw/`) eu\ h{konti – aujtw`/ moet je in
gedachten aanvullen bij het PTC praesens (dat. mann. enk.) h{konti)
terwijl hij het qua levensonderhoud goed maakte/ het goed met hem ging qua
levensonderhoud,
naar onze maatstaven, (Solon bedoelt: wij Atheners zijn nu eenmaal niet zo rijk als jullie
Lydiërs, dus ‘het goed maken qua leefomstandigheden’ betekent voor ons iets anders
(iets meer bescheiden) dan voor jullie)
een uiterst/zeer schitterend einde van het leven/levenseinde (= onderwerp).
Toen er namelijk voor de Atheners een gevecht was ontstaan tegen de naburige
bevolking in 20 Eleusis, (dit is een genitivus absolutus)
kwam hij te hulp en (‘kwam hij te hulp en’ is een hoofdzin-vertaling in plaats van ‘nadat
WERKVERTALING Herodotos | Palladion, © uitgeverij Eisma, Leeuwarden, 2022 / KOR 2023
2