Samenvatting van het boek ‘DE SAMENLEVING; kennismaking met de sociologie’. De
begrippen en onderwerpen die expliciet in het hoorcollege behandeld zijn, staan gemarkeerd
met de kleur van deze zin.
, Wat is sociologie? HC1
Sociologie en onze samenleving (sociologisch perspectief)
Wat is sociologie? Volgens het boek “systematisch onderzoek van de menselijke
samenleving”. Centraal hierin staat sociologisch perspectief en sociologische
verbeeldingskracht. Wat je als vanzelfsprekend ziet dat je dat ter discussie gaat stellen.
De Amerikaanse socioloog omschreef het sociologische perspectief als: Het zien van het
algemene in het bijzondere, ofwel algemene vinden in specifieke situaties. Veel mensen
hebben de ervaring dat sociologie ervoor zorgt dat je het ongewone in het bekende gaat
zien, dit is het ter discussie stellen van het zelfsprekende. De sociologie bestuurd de
maatschappij als geheel en hoe de maatschappij invloed uitoefent op onze keuzes en
beslissingen zonder dat we het door hebben.
Persoonlijke keuzes in hun sociale context
Je leert algemene patronen ontdekken in specifieke situaties, deze situaties zeggen vaak
veel over de samenleving. Zelfmoordstudie van Durkheim staat hierin centraal. In
hoofdlijnen vond hij bepaalde groepen binnen de samenleving die eerder overgingen tot
zelfmoord dan personen in andere groepen. Hij zocht dit in de binding binnen de
samenleving, slechte binding met de samenleving leidde tot deze stap. Dit fenomeen werd
ook wel sociale integratie genoemd, meer individualistische personen plegen eerder
zelfmoord dan personen met een sterke sociale binding. Dit laat zien dat persoonlijke keuzes
te herleiden zijn naar grotere patronen binnen de samenleving.
Kennisvraag: waarom is het risico op zelfdoding groter bij ongehuwden dan bij
gehuwden?
Ongehuwden hebben een groter sociaal isolement dan gehuwden, zij hebben geen binding
met een levenspartner waardoor ook sociale kringen minder groot zijn.
Marginaliteit en crisis
Kijken vanuit een sociologisch perspectief is simpel te leren, zo zijn er twee verschijnselen
die daarbij kunnen helpen: een bestaan in marges van de maatschappij en het doormaken
van een sociale crisis. De marginaliteit heeft betrekking op als deel van het dagelijks leven
geen deel uitmaken van de dominante groep in een samenleving. Des te groter de
marginaliteit van een individu des te meer is het individu instaat om het sociologische
perspectief te hanteren. Een samenleving die door een grote maatschappelijke verandering
gaat of een grote crisis heeft, kan ons uit evenwicht brengen en ons er toe dwingen om met
een sociologische visie naar vraagstukken te kijken.
Het ongewone in het bekende
Ter discussie stellen wat wij als normaal beschouwen. Wat heeft de invloed van sociale
structuren op individuen. Een voorbeeld hiervan is de studiekeuze. Hoewel het een
persoonlijke keuze is, is het bepaald door sociale structuren. Wat als normaal beschouwd
wordt, is afhankelijk van de samenleving waar je in leeft. Wright Mills: sociologische
verbeeldingskracht. Transformeren van persoonlijke problemen tot maatschappelijke
vraagstukken, voorbeelden armoede, criminaliteit en verslaving. Kijken naar de rol van
geschiedenis op biografie. ‘socioloog als mythejager’.
Mondiale visie
De huidige informatietechnologieën heeft de wereld dichtbij elkaar gebracht, dit heeft er dan
ook toe geleid dat veel academische disciplines een mondiaal of globaal perspectief
hanteren. Dit omvat het bestuderen van de wereld in zijn geheel en de plaats doe onze
,samenleving daarin inneemt. Het globale perspectief heeft de plaats in de sociologie zoals in
de eerste plaats dat een globaal bewust zijn een logisch verleng stuk is. Het verder kijken
dan de landsgrenzen laat veel betekenis zien achter vraagstukken en de verschillen. De 200
landen in de wereld kunnen onderverdeelt worden in drie belangrijke categorieën: hoge-
inkomenslanden, landen met de hoogste algemene levensstandaard. Ongeveer vijftig
landen vallen binnen deze categorie, waaronder de westerse landen. gezamenlijk leveren
deze landen de meeste goederen en diensten en bezitten het merendeel van de rijkdom in
de wereld. De middeninkomenslanden zijn de tweede categorie, dit zijn landen die we
globaal gezien met een gemiddeld levensstandaard aan zien. Hier vallen 80 landen onder,
zoals Oost-Europese landen sommige Afrikaanse landen, vrijwel alle latijns-amerikaanse
landen en Aziatische landen. Inwoners leven zowel op het platteland als in steden,
verplaatsen zich te voet, per dier, tractor, scooter, fiets of auto. In deze landen heerst grote
sociale ongelijkheid. De lage-inkomenslanden betreffen de overige 60 landen. Dit betreffen
landen met een laag levensstandaard, waarvan de meeste inwoners arm zijn. Kenmerkend
voor deze landen is dat sommige mensen extreme welvaart hebben, maar het overgrote deel
onder erbarmelijke omstandigheden leven. Zij beschikken dan ook niet over de mogelijkheid
om uit deze omstandigheden te komen.
Alle sociologische hoofdstukken worden vergeleken met situaties uit ons rijke westen en
andere landen. Hier zijn vier redenen voor:
1. Het leven dat we leiden wordt gevormd door het land waar we inleven. Een voorbeeld hiervoor is
dat vrouwen in rijke landen veel minder kinderen krijgen dan vrouwen in rijke landen. Zodoende laat dit
ons zien dat persoonlijke keuzes beïnvloed worden door de maatschappij om ons heen.
2. De contacten tussen de samenlevingen zijn sterk toegenomen. Door de toegenomen
informatietechnologie zijn we meer betrokken geworden dan alleen met onze buurlanden zoals in het
verleden. Ook hebben alle landen invloed op elkaar, wat inhoudt dat problematiek in arme landen
gevolgen kan hebben voor de rijkere landen.
3. Veel sociale problemen waarmee de westerse wereld geconfronteerd wordt, zijn elders veel
ernstiger. De armoede of gender ongelijkheid lijkt een probleem wat zich in ernstige vormen voordoet in
het westen, echter is dit probleem in lage-inkomenslanden nog veel groter.
4. Globaal denken helpt ons om meer inzicht in onszelf te krijgen. In veel werelddelen is armoede
groot en onveiligheid heerst constant op straat, echter is de liefde die men voelt voor familie en vrienden
zeer groot en meer dan bij arme delen in de westerse wereld. Zij voelen zich vaak eenzaam en kwaad,
zij zien welzijn en geluk terug in materieel bezit.
Sociologie en persoonlijke groei
De sociologie kent verschillende voordelen voor ons als mens. Het maakt ons bewuster en
actiever, en zorgt ervoor dat we kritischer gaan denken. De vier grootste positieve effecten
ervan zijn: aan de hand van het sociologische perspectief kunnen we nagaan wat er
wel en niet klopt aan het alledaagse denken; Het sociologische perspectief geeft ons
beter inzicht in de mogelijkheden en hindernissen die we in het dagelijks leven tegen
komen; Het sociologische perspectief geeft ons de mogelijkheid een actieve rol te
spelen in de samenleving waarvan we deel uit maken; De sociologie helpt ons om in
een wereld te leven die zich kenmerkt voor diversiteit.
Opkomst sociologie
De sociologie is een relatief jonge wetenschap, alhoewel de criminologie nog jonger is. Eind
19e eeuw kwam de wetenschap op, in Nederland was de eerste hoogleraar sociologie de
heer Bonger 1922. In het algemeen ontstonden de grote theorieën tijdens grote
maatschappelijke veranderingen in de achttiende en negentiende eeuw. Drie grote
veranderingen hebben een transformatie van de samenleving teweeggebracht:
Industrialisering. De samenleving die veranderde van veel handwerk en platteland werk naar
fabriekswerk. Er ontstond een scheiding tussen werk en privé, de tradities die hun leefomgeving
eeuwenlang bepaald hadden kwamen ineens in het gedrang.
, Urbanisatie. Naarmate de werkgelegenheid op het platteland afnam, trokken vele mensen naar de stad
om nieuw werk te zoeken om hun gezin te onderhouden.
democratisering. Deze economische ontwikkelingen en stedelijke groei zorgde ervoor dat mensen
anders gingen denken. De verplichtingen van mensen naar god en de koning verplaatste zich naar het
nastreven van eigenbelangen. Filosofen introduceerde begrippen als de vrijheid en de rechten van het
individu. Door de nieuwe denkwijze verschoof de gedachte dat mensen dachten dat de wereld door god
of het lot bepaald wordt, en nieuw tijdperk was aangebroken waarin men meer individualistischer
werden.
Denken over de samenleving gaat terug naar de oudheid, maar was toen in de filosofie in bv
China en Griekenland. Comte ‘sociologie’ ontwikkeling in drie fases: theologische fase (tot
1350 god heeft het zo gewild en niet anders), metafysche fase (14e 15e eeuw, samenleving
begon bekeken te worden), wetenschappelijke fase (vanaf 15e toen begon de wetenschap
het een en ander te verklaren). Comtes benadering wordt positivisme genoemd: inzicht
verwerven op basis van wetenschappelijk onderzoek.
Renaissance (15e – 16e eeuw) ontdekking nieuwe wereld delen, zon als kern van heelal.
God begon verder weg te staan van het verklaren. Reformatie(, Verlichting (17e – 18e eeuw)
vertrouwen in de wetenschap komt op, gekenmerkt door vooruit gang en op het ontwikkeling
van een maakbare samenleving. Modernisering van de samenleving was een proces dat
opgang werd gebracht door industrialisering, gekenmerkt door een proces van sociale
veranderingen. Moderniteit zijn sociale patronen die het resultaat zijn van industrialisering.
Modernisering kan ook gedefinieerd worden als het sociale veranderingsproces dat in gang
is gezet door de industrialisering.
De Amerikaanse socioloog peter Berger onderscheidde vier belangrijke kenmerken van de
modernisering: verdwijnen van kleine traditionele gemeenschappen, de
voortschrijdende aftakeling, ofwel vernietiging van de relatief hechte gemeenschappen zoals
de mensheid eeuwenlang heeft geleefd. Hoewel men in het heden nog steeds wel in kleine
hechte gemeenschappen leeft, zijn ze alle wel verbonden doormiddel van auto’s internet, het
isolement is hedendaags slechts geografisch.
Uitbreiding van individuele keuzemogelijkheden. Het gevolg van modernisering heeft is
het verdwijnen van tradities. Men gaat meer het leven als een oneindige reeks aan keuze
zien, vroeger werd dit over gelaten aan goden en het lot. Berger noemt dit proces
individualisering.
Oriëntatie meer gericht op toekomst en groeiend tijdsbesef. door de modernisering zijn
mensen meer met de toekomst bezig. Nieuwe ontdekkingen zullen het leven beter maken,
heel optimistisch. Vroeger deed men alles met de stand van de zon en de seizoenen als
tijdsbesef, hedendaags bestaat er een strak dagschema. Iedereen doet alles op de minuut
want tijd is geld.
Grotere sociale diversiteit. In de pre-industriële samenleving zorgde hechte familie banden
en sterke geloofsovertuigingen voor conformiteit binnen de samenleving. diversiteit en
verandering werden ontmoedigt. De modernisering heeft een meer wetenschappelijke en
rationeel wereldbeeld opgezet. De toename van interactie stimuleren diversiteit.
In woorden van belangrijke sociologen
Tönnies, de teloorgang van de gemeenschap. Met de Theorie gemeinschaft en
gesellshaft heeft Tönnies een waardevol verslag van modernisering vast gelegd. Met
gemeinschaft worden de kleine gemeenschappen verondersteld, deze verdwenen door
modernisering van het wereldtoneel. Door de modernisering veranderde de sociale wereld
van familie en traditie in zakelijke benaderingen die gebaseerd is op feiten, efficiëntie en
geld. In het westen zijn sociale betrekkingen tussen mensen op eigenbelang gebaseerd, dit