Invloedstijlen:
Overreden: (duwstijl, S1)
Is een duwstijl. “Je neemt ruimte in om jouw input of mening over te brengen op de ander.”
Je ‘duwt’ jouw mening, idee of voorstel als het ware naar de ander om deze persoon mee te
krijgen in de richting die jij voor ogen hebt. Overtuigen door middel van argumentatie.
Voorbeeld 1: In semester 1 liepen we met een project erg achter doordat er binnen de groep
slechte communicatie was. Tijdens een projectmeeting zei ik vervolgens: Ik heb een idee. Ik
stel voor dat we nu eerst even een to-do list gaan maken met wat er allemaal nog gedaan
moet worden zodat we weer op schema lopen. Hierdoor is er een goed overzicht en door dit
plan zorgen we ervoor dat er weer orde is in de groep.
Voorbeeld 2: Tijdens overleg in mijn projectgroep, waren we in discussie over wat voor een
concept we definitief gingen gebruiken. Na een lange tijd had ik een duidelijk concept in mijn
hoofd dat ik het beste vond. Dit concept was al eerder naar voren gekomen maar nog niet
onder de loep genomen door de rest van mijn groepsleden. Ik pakte mijn moment om het
concept met duidelijke argumenten naar voren te brengen om de rest van de groep over te
halen, dit concept te kiezen. ‘Waarom gebruiken we dit concept niet, de onderdelen passen
goed binnen het idee’.
Ik kwam op dat moment erg rustig en zakelijk over. De boodschap was kort en bondig en
niet emotioneel.
Kenmerken:
• Duwstijl à aanbod, voorstel doen, argumenteren
• Tekst à Ik stel voor dat ...; in de eerste plaats ...; anderzijds ...
• Toon à precies, gearticuleerd, zakelijk, niet emotioneel, kort en bondig
• Houding à rustig, op vingers tellen, afwegende gebaren, op afstand
• Emotie à zakelijk, koel, rationeel, redelijk, afstandelijk, beheerst
• Voorwaarde à je moet je zaakjes goed kennen, kennis van feiten
, Stellen: (duwstijl, S2)
Stellen is een duw-stijl. Duwen is doelgericht. “Je neemt ruimte in om jouw verwachtingen
duidelijk te maken aan de ander.”
Je ‘duwt’ jouw eisen, grenzen, normen/ waarden naar voren door precies te zeggen wat je
van de ander wilt. Mensen die vaardig zijn in stellen, weten precies wat ze willen en zijn heel
duidelijk wat ze van anderen verwachten of nodig hebben.
Voorbeeld 1: Op het werk kreeg ik de taak om de leiding te zijn van de afdeling waar ik aan
het werk was. Dit was achter de hoofdbar. Het was erg druk en chaotisch op dat moment en
veel personeel wist niet wat zij moesten doen, waardoor ze maar een beetje achter de bar
gingen staan. Er moest snel gezorgd worden voor orde dus ik riep tegen het personeel: jullie
moeten nú aan het werk. Ik verwacht dat jij mee gaat helpen met bier tappen en jij gaat
bijspringen bij de uitgifte. Wat ik niet waardeer is dat jullie nu niks staan te doen dus
onmiddellijk aan de slag.
Voorbeeld 2: Tijdens een project, kwamen mijn groepje en ik erachter dat we een rapport
nog niet af hadden gemaakt. Door de drukte hadden we dit over het hoofd gezien, terwijl we
het de volgende dag in moesten leveren. We hadden met zijn allen één moment van stress,
waarna onze voorzitter besloot om zo snel mogelijk een taakverdeling te maken. Ze gaf
iedereen een taak waar hij/zij goed in was, zodat alles zo snel mogelijk af zou zijn. ‘Ik
verwacht van jullie dat jullie deze taken af hebben aan het eind van de middag!’.
Kenmerken:
• Duwstijl à norm/eis stellen, oordelen, uitruilen
• Tekst à Ik verwacht van jou ...; ik waardeer in jou ...; als jij..., dan zal ik ...
• Toon à indringend, duidelijk
• Houding à stevig, aankijken, duidelijke lichaamstaal.
• Emotie à confronterend, gezag uitstralend, persoonlijk
• Voorwaarde à je moet weten wat je wilt, niet de persoon aanvallen, beperk je tot
de feiten