Hoorcollege 1 Verschillende rollen en kwaliteit van de
leerkracht
Is klasklimaat (gemeten met de CLASS) van invloed op de prestaties van leerlingen in het voortgezet
onderwijs? Zo ja, welke dimensies wel/niet?
Ja, maar niet in de dimensie ‘emotional support domain’.
In hoeverre had het programma My Teaching Partner effect op de betrokkenheid (engagement) van
leerlingen in het voortgezet onderwijs? Denk je dat dit programma ook zou kunnen werken in het
basisonderwijs?
Het programma had een modest increase in egagement. In het basisonderwijs zou het kunnen
werken, maar ik denk dat het beter is voor het voortgezet onderwijs.
Zie je de dimensies van de CLASS (beschreven in Allen et al., 2013) ook terug komen in Schunk et al.
(2014)?
Ja, deze zie je terug:
Classroom Climate: refers to the atmosphere of the classroom-its social, psychological, and
emotional characteristics.
Warm, cold, permissive, democratic, autocratic and learner-centered.
The climate is strongly affected by teacher-student interactions
Classroom Organization: refers to how activities are set up, students are grouped, work is evaluated
and rewarded, authority is established, and time is scheduled.
Management: refers to the ways that teachers maintain order, where order denotes the
extent that students are acting acceptably such that classroom events can occur.
o Proactive
o Reactive
o Clarity
o Firmness
o Roughness
o Withitness
o Overlapping
o Group focus
o Movement management productivity
o Minimizing satiation
Vormen van klassenmanagement uit elkaar halen.
Vergelijkingen van theorieën: bijvoorbeeld het Classroom Assessment Scoring System met de
interpersoonlijke theorie.
Kwaliteit op twee niveaus: klasklimaat/leerkrachtstijl en dyadische relaties.
Schunk
Instructiekwaliteit
- Herhaling: opdreunen van regels
, - Reciteren: een beetje uitleg, vragen stellen op een sturende manier.
- Instructie: uitgebreide uitleg, als een vraag wordt gesteld dan legt de leerkracht het uit en
zegt niet alleen dat het fout/goed is.
- Discussie: kindgericht, over iets praten om tot een antwoord te komen. Vraagt actieve input
van de leerlingen.
- Dialoog: op abstract niveau over concepten vragen, hoeft niet per se een antwoord uit te
komen.
Klasorganisatie
Dit is meer dan alleen gedragsmanagement… Onderscheid tussen reactief en proactief :
- Reactief: een reactie op wat de leerlingen doen.
o Helder (wie en welk gedrag), krachtig (menen wat je zegt en duidelijk) en ruwheid
(nare manier).
- Proactief: voorkomen, zorgen dat de klas zo georganiseerd is zodat onduidelijkheden zo veel
mogelijk voorkomen worden.
o Withitness: bewustzijn van alles wat er in de klas gebeurt
o Overlapping: differentiëren, in groepjes werken. Op een zo soepel mogelijke manier
omgaan met problemen.
o Movement management: gaat over van de verandering van de ene activiteit naar de
andere. Zorgen dat dit soepel gaat zodat leerlingen niet afgeleid raken, onrustig
worden, of juist dat het niet te snel gaat.
o Group focus: zorgen dat de rest van de klas betrokken blijft bij wat er in de klas
gebeurt, bijvoorbeeld tijdens een spreekbeurt.
o Minimizing satiation: verveling/verzadiging tegengaan.
Interventie gedragsmanagement: taakspel
- Doel: stimuleren van gewenst gedrag
- Voor BO en VO (ook BSO, SO)
- Gespeeld in teams, aan de regels leren houden. Dit doen ze door elkaar te stimuleren en daar
krijgen ze beloningen voor. De eigen verantwoordelijkheid staat centraal.
o Complimenten geven, ongewenst gedrag negeren.
Interpersoonlijke theorie/Roos van Leary
Deze theorie stelt dat je leerkracht kan indelen in dimensies:
- Boven - onder: de mate van invloed en dominantie in de interactie
o Volgzaam of leidend?
- Tegen – samen: de affectieve kwaliteit van het gedrag van de leerkracht
o Vriendelijk, ondersteunend en behulpzaam of vijandig?
Het idee is dat je het gedrag van de leerkracht beschrijft op basis van deze dimensies.
Instructiekwaliteit komt niet terug in de interpersoonlijke theorie.
Teaching through interactions framework (theorie) van CLASS
Kijken naar kwaliteit:
, - Kwaliteit = interacties tussen leerkrachten en leerlingen
- Kwaliteit = multidimensioneel
o Emotionele ondersteuning: affectieve kant, hoeveel warmte is er? Is er een positieve
sfeer?
o Klasorganisatie: hoe organiseer je de klas, kun je goed orde houden, management?
o Instructiekwaliteit: hoe zorg je dat leerlingen ook op een hoger niveau leren?
- Dimensies zijn relevant in BO en VO (en kinderopvang)
Gemiddelde kwaliteit in PK-5 (pre-kindergarten) classrooms in VS
- Emotionele ondersteuning is in orde
- Classroom organization is in orde
- Instructional support: niet ok!
Klasklimaat en prestaties in VO (Allen et al.)
Ze vonden dat alle domeinen significant samenhingen met de prestaties van de leerlingen.
- Wat er eerder in het jaar gebeurt, werkt dus door in het einde van het jaar
- Leerkrachtstijl is redelijk stabiel
- Emotionele ondersteuning blijkt het sterkst voor de prestaties
o Maar de unieke effecten zijn niet onderzocht.
Moderatie door klasgrootte (ook voor instructionele support)
Ze vonden een interactie-effect: het effect van de emotionele ondersteuning op de prestaties hangt
af van de klasgrootte, waarbij het effect groter is in kleinere klassen dan in grotere klassen.
Dit lijkt de indruk te wekken dat de emotionele ondersteuning het belangrijkst is voor de prestaties.
Verder is het klasklimaat van invloed op
Significante effecten (klein tot middelgroot):
- Sociale competentie
- Externaliserend gedrag
- Motivatie en betrokkenheid
Investeren in een goed klasklimaat helpt om de motivatie en betrokkenheid te vergroten.
- Een beter klasklimaat hangt samen met betere prestaties.
My Teaching Partner (MTP)
Dit is een interventie gebaseerd op CLASS.
- Online database met video’s met good practices
- Online consulten op basis van eigen videomateriaal
- Voor BO en VO
- Duur van de interventie is 12/13 maanden
De leerkracht maakt een video van de eigen les, waar hij feedback op krijgt. De leerkracht reageert
daar vervolgens op, en dit bespreken ze. Er wordt dan een actieplan opgesteld.
Effect op MTP-S op prestaties
, De interventie heeft effect op de prestaties van de leerlingen.
Maar komt dat dan ook door het klasklimaat? Ja! Het directe effect van de interventie op de
prestaties is niet meer significant, maar gaat via de interacties tussen leerkracht en leerling.
Effect MTP-S op gedragsmatige betrokkenheid (Gregory et al., 2014)
MTP-S versus controle groep. Wat vonden ze?
- Meer betrokkenheid eind schooljaar (matige, bescheiden effecten)
- Toename Analyse en Probleem Oplossen
- Toename Instructieleervormen
Maar geen effect op emotionele ondersteuning! Dus de interventie is niet voldoende om de
emotionele kwaliteit van leerkrachten te verbeteren.
Ze vonden een mediatie door instructiekwaliteit
- Het effect van de interventie op de betrokkenheid wordt verklaard door de verbetering van
de instructiekwaliteit.
Ze vonden ook een mediatie voor Analyse en Probleem Oplossen.
Conclusie: we kunnen het klasklimaat veranderen. Maar, voor emotionele kwaliteit is er meer nodig.
Suggesties voor schoolpraktijk (Allen et al., 2013)
- Grappen maken met leerlingen
- Contact zoeken met leerlingen vanaf het moment dat ze binnenkomen
- Vragen naar gebeurtenissen binnen en buiten de klas
- Leerlingen keuzes bieden
- Variëren in instructievormen
- ‘Waarom’ vragen stellen