In de samenvatting wordt vrijwel alles van het huis van Thorbecke en de parlementaire stelsel uitgelegd. Over de Eerste Kamer, Tweede Kamer, Beleid, Staten- Generaal en zo maar doet.
Thorbecke
Architect van de nieuwe grondwet (1848) waarin de uitgangspunten van de
bestuurlijke organisatie van Nederland zijn vastgelegd:
Grondlegger Nederlandse parlementaire democratie:
- Scheiding der machten
- Ministeriele verantwoordelijkheid
- Democratisch gekozen (soort van) 1e en 2e kamer gemeenteraden en de provinciale
staten
- De invoering van het recht van amendement aan de Tweede kamer en het recht
van enquête van aan de eerste kamer
- Vrijheid van onderwijs, vereniging en vergadering, van meningsuiting en van
drukpers
- Openbaarheid van vergaderingen van de vertegenwoordigende lichamen
- De mogelijkheid om de kamer te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven
- 3 bestuurslagen: rijk, provincie en gemeenten
Huis van Thorbecke
Eenheidsstaat
Centrale coördinatie
,Gedecentraliseerd
Overdracht van taken en bevoegdheden naar lagere bestuurslagen
Verhoudingen
Decentraal
Autonomie
Het zelfstandig regelen en besturen van de eigen aangelegenheden. Door autonomie
kunnen lagere overheden inspelen op plaatselijke omstandigheden en wensen.
Medebewind
De verplichting van lagere overheden om mee te werken aan de uitvoering van
besluiten van hogere organen. Medebewind voorkomt dat burgers in verschillende
gemeenten ongelijk worden behandeld.
Eenheid
Toezicht
Nationale overheid kan alle besluiten van lagere overheden vernietigen wanneer die
in strijd zijn met de wet of het algemeen belang.
Eenvormigheid in wet en regelgeving
Ieder besluit van een daartoe bevoegd overheidsorgaan dat algemeen verbindende
voorschriften bevat, kan worden beschouwd als een wet.
- Wet in formele zin: Regering + Staten-Generaal (Wie brengt wetten tot stand)
- Wet in materiële zin: algemeen bindend; door bevoegd orgaan
Staatsrechtelijke beginselen
Nederland is een rechtstaat: de overheid is aan het recht gebonden.
Om de macht van de overheid te beperken en daarmee de vrijheid van onder andere
de burgers te waarborgen, kent onze rechtsstaat de volgende beginselen:
- Het legaliteitsbeginsel;
- Het beginsel van de machtenscheiding;
- Het beginsel van de democratie;
- De onafhankelijkheid van de rechter;
- De waarborg van de grondrechten.
Legaliteitbeginsel
- Handelen van de overheid is gebonden aan wet en regelgeving
- Geen willekeur
- Elke bevoegdheid waarbij de vrijheid van de burgers wordt beperkt, moet berusten
op de Grondwet of een andere wet in formele zin.
Het beginsel van de machtenscheiding
- De wetgevende, uitvoerende (regering) en de rechtsprekende macht
- Checks and balances voorkomt machtsmisbruik
- Geen strikte machtenscheiding in Nederland
Het beginsel van de democratie
- Kiezen van volksvertegenwoordigers
- Vrije en geheime verkiezingen
,- Primaat van de politiek (Politiek gaat altijd voor. Primaat = als eerste)
De onafhankelijkheid van de rechter
- In de Nederlandse rechtsstaat kan in geschillen tussen overheid en burger door een
onafhankelijke rechter worden beslist.
- Besluiten van de overheid kunnen bijvoorbeeld door een onafhankelijke rechter op
rechtmatigheid worden getoetst.
- De onafhankelijke rechter heeft volgens artikel 11 Wet algemene bepalingen (Wet
AB) geen wetgevende functie en mag in geen geval de innerlijke waarde of bilijkheid
van de we beoordelen: het is aan de wetgevende macht om dat te doen.
- De rechter mag zijn eigen persoonlijke opvatting over de in de wet geregelde
materie niet in zijn uitspraak betrekken.
De waarborg van de grondrechten
- Klassieke grondrechten:
* Verplichten de overheid zich te onthouden van een bepaalde activiteit, waardoor de
burger een zekere vrijheid heeft op bepaalde gebieden.
* Vrijheidsrechten en politieke rechten
- Recht op gelijke behandeling (artikel 1)
- Vrijheid van godsdienst (artikel 6)
- Vrijheid van meningsuiting (artikel 7) – Hierbij hoort ook vrije en onafhankelijke
media, kenmerk van de rechtsstaat
- Sociale grondrechten:
* Rechtsbijstand (artikel 18), werkgelegenheid (artikel 19), bestaanszekerheid (artikel
20), milieubescherming (artikel 21), volksgezondheid (artikel 22) en onderwijs (artikel
23)
De organen van de staat
- De koning
- De ministers
- Staatssecretarissen
- De regering
- De Staten-Generaal
LEERDOEL 1
KC: Wat is het openbaar bestuur?
“Het geheel van organisaties en activiteiten die primair zijn gericht op de
besturing van de maatschappij” (van den Berg, 2021)
Centrale begrippen
* Besturing: Richting geven
* Maatschappij: De samenleving binnen een grondgebied
Definities (Verschillende perspectieven)
* Juridisch: Iedere instelling met een publiekrechtelijke vorm van organisatie
* Economisch: Iedere instelling die hun inkomsten (grotendeels) vanuit belasting
verkrijgen
* Doel- en taakstelling: Iedere instelling die zich richten op het algemeen belang
* Verantwoording: Instellingen die rechtstreeks verantwoording afleggen aan een
publiek orgaan (gemeenteraad, Tweede kamer)
, * Bevoegdheden: Instellingen met publiekrechtelijke (in de wet vastgestelde)
bevoegdheden
Overheden worden omschreven als instanties die binnen een afgebakend domein
(gebied/sector) met gezag bindende beslissingen en nemen en dezen ook kunnen
handhaven (Hoogerwerf, 2021).
Kenmerken Nederlandse openbaar bestuur
* Constitutionele monarchie
* Rechtsstaat
* Scheiding der machten
* Scheiding tussen kerk en staat
* Parlementair stelsel
- Ministeriele verantwoordelijkheid
- Vertrouwensbeginsel
- Dualistisch
* Bevolking kiest geen bestuurders
* Evenredige vertegenwoordiging
* Gedecentraliseerde eenheidsstaat
* Geen constitutioneel hof
* Geen juryrechtspraak
* Omvangrijk functioneel bestuur
KC: De grenzen van het openbaar bestuur
Openbaar bestuur in beperkte/strikte zin versus Openbaar bestuur in
brede/ruime zin
Openbaar bestuur
- Ruime zin of beperkte zin
Verschillende invalshoeken
* Juridisch/eigenaarschap:
- Iedere instelling met een publiekrechtelijke vorm van organisatie
* Financiering/bekostiging:
- Iedere instelling die zijn inkomsten (grotendeels) vanuit belastingen krijgt
* Verantwoording/politieke controle
- Iedere instelling die verantwoording schuldig is aan een politiek orgaan
Maar ook:
* Doelstelling:
- Iedere instelling die zich richt op het algemeen belang
* Bevoegdheden
- Iedere instelling met publieke bevoegdheden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maximajbd. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,04. Je zit daarna nergens aan vast.