Nederlands examen
2018
,Inhoudsopgave
Signaalwoorden...................................................................................................................................................3
Aankondigende signaalzinnen.............................................................................................................................3
Tekstsoort, schrijfdoel, intente van de schrijver..................................................................................................4
Tekstsoorten....................................................................................................................................................4
Schrijfdoelen....................................................................................................................................................5
Citeren en met eigen woorden....................................................................................................................... 5
Alineafunctes................................................................................................................................................ 6
Hoofdgedachte en hoofdvraag....................................................................................................................... 6
Samenvatten................................................................................................................................................. 8
Functe van tekstgedeelte.............................................................................................................................. 9
Standpunt en argumenten........................................................................................................................... 11
Argumentate en argumentateschema’s...................................................................................................... 13
Argumentateschema’s......................................................................................................................................13
Drogredenen............................................................................................................................................... 16
Aanvaardbaarheid van argumentate........................................................................................................... 18
,Signaalwoorden en signaalzinnen
Signaalwoorden
- Geven het verband aan tussen (delen van) zinnen en tussen alinea’s.
- Geven belangrijke informate over de oobouu van een tekst of tekstgedeelte.
- Kunnen bijvoorbeeld een oosomming, voorbeeld of een verklaring aankondigen.
Soorten signaalwoorden Voorbeelden signaalwoorden
Oosomming Ook, bovendien, verder, eveneens, dan,
vervolgens, daarnaast, ten eerste…ten
tueede, zouel…als
Tegenstelling Maar, echter, toch, daarentegen, in
tegenstelling tot, daar staat tegenover dat,
enerzijds…anders
Oorzaak-gevolg Daardoor, door, doordat, uaardoor, zodat,
te danken aan, te uijten aan, het gevolg
van, ten gevolge van, de oorzaak hiervan is
Reden-verklaring Want, omdat, daarom, uaarom, namelijk,
immers, aangezien
Doel-middel Door middel van, met de bedoeling om,
met behulo van, om te, daartoe, oodat
Toelichtng Denk hierbij aan, bijvoorbeeld, zo, dat komt
voor bij, ter illustrate, dat is het geval bij
Vergelijking Net als, zoals, zo ook, evenals, eveneens,
eenzelfde, hetzelfde/dezelfde als, in
vergelijking met, vergeleken met,
soortgelijke
Vooruaarde Als, indien, mits (oo vooruaarde dat), tenzij
(behalve uanneer), stel dat
Conclusie Dan ook, dus, aldus, hieruit volgt,
concluderend
Samenvatting Kortom, samenvatend, alles bij elkaar
genomen, om kort te gaan.
Aankondigende signaalzinnen
, Aankondigend - Ik zal hier enkele voor- en nadelen van rekeningrijden
besoreken.
- Maar aan het systeem kleven ook enkele bezuaren.
- Hoe is de oomars van het toerisme te verklaren?
Terugblikkend - Van de besoroken verklaringen lijkt de laatste me het meest
aannemelijk.
Aankondigend en - Welke conclusie kunnen ue nu uit bovenstaande
terugblikkend onderzoeksresultaten trekken?
Tekstsoort, schrijfdoel, intentie van de schrijver
Teksten in examens komen uit kranten en tjdschrifen. Ze gaan over onderueroen van
maatschaooelijke aard.
Tekstsoorten
1. Informateve tekst/uiteenzetting
- Een tekst uaarin de schrijver iets uitlegt, beschrijf, verklaart of mededeelt.
Kenmerken
- Objectef: auteur geef voornamelijk feiten, geen eigen mening
- Bedoeld om de lezer te informeren over een stand van zaken of een gang van
zaken om de lezers iets te laten begrijoen
Bij uiteenzetende tekst of tekstgedeelten uordt objectef uitleg gegeven, uorden
indelingen aangeduid en uorden samenhangen en orocessen verduidelijkt.
2. Betogende tekst/betoog
- Een tekst uaarin de schrijver een duidelijk standount inneemt en dat standount
met argumenten onderbouut.
Kenmerken
- Subjectef (auteur geef voornamelijk eigen mening)
- Bedoeld om de lezers van het standount te overtuigen.
Bij betogende teksten of tekstgedeelten uordt een beargumenteerd standount
ingenomen.
3. Beschouuende tekst/beschouuing
Een tekst uaarin de schrijver de lezer interoretates, verklaringen en ooinies ter
overueging aanbiedt.
Kenmerken
- Gedeeltelijk objectef, gedeeltelijk subjectef
- Bedoeld om de lezer over een kueste te laten nadenken.
- De schrijver belicht een verschijnsel van verschillende kanten.
- Mogelijke verklaringen van en verschillende standounten (inclusief zijn eigen
standount) over een kueste uorden voorgelegd, zodat de lezer zijn eigen mening
kan uorden.