DE WANDELAAR - ADRIAAN VAN DIS
Motto en opdracht
De roman heeft geen motto. De opdracht is er wel : “Voor Ellen.”
Structuur en verhaalopbouw
De roman is opgebouwd uit 36 hoofdstukken die niet genummerd zijn en geen titel hebben.
Ze worden chronologisch verteld. De lengte van de hoofdstukken varieert: de kortste
hoofdstukken zijn slechts één pagina.
Perspectief
Er is sprake van een personaal perspectief: de lezer maakt kennis met de gedachtewereld van
de Nederlandse verteller die in Parijs woont, mijnheer Mulder. Abusievelijk wordt hij in het begin
van de roman aangezien voor monsieur Martin. En van die splitsing maakt Mulder in het verhaal
herhaaldelijk gebruik. Daarbij lijkt monsieur Martin het betere alter ego van Mulder te zijn. Af en
toe zijn er stukjes in de handeling die auctoriaal verteld lijken, omdat dan buiten het personage
van Mulder wordt verteld.
Samenvatting van de inhoud
Tijdens een van de dagelijkse wandelingen die de Nederlander Mulder (gekleed in zijn houtje-
touwtjejas) in Parijs maakt, merkt hij dat er vlak bij zijn huis in een woning brand is uitgebroken.
Er springt direct daarna een hond naar beneden en die wordt opgevangen door Mulder. Voor de
buurt wordt Mulder daarna ook wel monsieur Martin genoemd. Hij laat het maar zo, ook wanneer
de politie naar zijn naam vraagt: Nicolas Martin
Mulder heeft geen beroep: hij leeft van een erfenis. Je kunt dus zeggen dat hij een bemiddeld
man is.
Later ontmoet Mulder ook de voorganger van de katholieke kerk, pére Bruno. Die vertelt hem
o.a. over de herkomst van de hond die namelijk een reis van Tjaad gemaakt heeft over land en
over zee om tenslotte in Frankrijk terecht te komen. De hond was een soort geluksbrenger voor
degene die hem uit Afrika heeft meegenomen. De hond is bekend in de buurt en Mulder wordt
de komende tijd dan ook voornamelijk herkend, wanneer hij de hond bij zich heeft. De hond van
wie hij de naam niet weet, heeft nogal wat verwondingen opgelopen bij de brand. Mulder moet
zich ook melden bij de politie en hij valt daar door de mand, als de agent hoort dat hij niet
monsieur Martin heet. Hij is meteen een beetje verdacht. De naam Martin heeft hij overgenomen
van een standbeeld in Parijs. Toen Martin in 1943 stierf, werd Mulder geboren. Dat kan toch
eigenlijk ook geen toeval zijn.
,Maar er is wel wat gebeurd met Mulder. De hond laat hem op een andere manier kijken naar de
minder sociaal bedeelden in de Franse hoofdstad: de bedelaars, (oa. de bedelares met het
afschroefbare been) de allochtonen, de zwervers en de hoeren. Hij is getuige van een geval van
doodslag bij een benzinepomp, maar durft daarbij toch ook niet op te treden. Ook ziet hij overal
erediensten van diverse geloven, terwijl hij zelf een overtuigd atheïst is. De hond zou van een
macho mijnheer zijn geweest , die Triple X heet en het lijkt er tijdens een wandeling op dat de
hond de achtervolging inzet bij die vorige baas. Mulder raakt de hond kwijt, maar gelukkig keert
die later weer bij hem terug. Hij is wel even radeloos en reddeloos wanneer hij denkt dat hij de
hond is kwijtgeraakt.
Mulder ontmoet tijdens zijn wandelingen père Bruno weer. Hij praat met hem over het geloof.
Mulder is nogal negatief over de religie, maar Bruno vertelt hem dat de westerse mens de religie
heeft afgezworen om die van de meubelboulevard en van de files ervoor in de plaats te krijgen.
Daar kan Mulder toch maar weinig tegen in brengen. Bruno is een bijzondere man: hij helpt
allochtonen verder en drinkt bovendien een stevige whisky.
Intussen wordt het erg onrustig in Parijs: er breken relletjes uit in de buitenwijken, er worden
auto’s in brand gestoken. Mulder blijft maar wandelen, ontmoet in een duur restaurant een hoer,
die hem mee naar zijn huis lokt. Hij wil haar wel betalen, maar Le Chien (zoals hij de hond
noemt) bijt op het moment suprème in zijn kuit en dan is het met de sekszin wel gedaan. Mulder
ontmoet ook Le Chinois weer, een op straat zwervende Chinees, die hij ook graag financieel zou
willen helpen, maar die man wil geen geld van hem aannemen. Dat altruïsme van Mulder is
ontstaan, doordat de hond hem een andere zienswijze op het leven heeft gegeven. Zo leest hij
in de krant dat een weduwe van een bij de brand omgekomen allochtoon uit Sri Lanka geen geld
heeft om haar man in Afrika te laten cremeren. Hij gaat haar opzoeken(ze is helaas niet thuis,
want ze is een illegale schoonmaakster) en bezorgt haar via een allochtoons jongetje een
envelop met geld. Ze schrijft hem daarvoor later een bedankbrief waarin ze hem ook alweer
monsieur Martin noemt. Als reactie op de bedankbrief stuurt Mulder= Martin haar weer geld toe.
In Parijs komen hongerstakers in acties tegen de regering die de “sans papiers” wil uitzetten.
Père Bruno verleent de hongerstakers onderdak, maar er sluiten zich ook andere elementen bij
de actie aan (o.a. krakers en activisten) De politie grijpt dan hardhandig in en o.a. père Bruno
wordt door één van de politiehonden gebeten. Ook Mulder wordt weer opgepakt en de
politieagenten vragen zich weer af wat hij daar ter plekke doet. Hij blijft voor hen een verdachte
persoon.
Op een van zijn wandelingen ontvangt Mulder geld van een oude dame, omdat zijn hond een
kunstje heeft voorgedaan. Hij schaamt zich ervoor en hij weet nu ook hoe de bedelaars zich
voelen. Ook ontmoet hij Le Chinois weer, die inmiddels de vinger van zijn ontstoken hand zelf
, geamputeerd heeft.(door de vinger met zwart garen af te binden) Mulder wil hem helpen, maar
de Chinees weigert dat: wel zou hij een mooie vrouw willen hebben. Die mooie vrouw is
inmiddels wel in de buurt van Mulder zelf gekomen, want de Afrikaanse vrouw die hij Sri heeft
genoemd, zoekt contact met hem en ze maken ook een afspraak. Ze vertelt hem ook over het
meisje Fanta dat met ernstige brandwonden, die ze heeft opgelopen bij de brand aan het begin
van de roman, in het ziekenhuis ligt. Samen met de hond en de vrouw bezoekt hij haar en dan
moet net op dat moment het verband worden gewisseld. Fanta schreeuwt het uit van de pijn;
alleen de vertelsels van Sri lijken haar een beetje af te leiden.
De wandelingen van de hond hebben er ook voor gezorgd dat Mulder zijn honger naar kunst
enige tijd niet heeft kunnen stillen. Hij probeert met de hond bij een museum binnen te komen
door te vertellen dat de hond naar kunst verlangt en hij wordt daardoor voor zot versleten. Dan
komt de bedelares met het ene been bij Mulders appartement: ze zal tijdelijk voor de hond
zorgen, want Mulder moet snel naar père Bruno. Die vertelt hem dat hij in de problemen zit,
omdat hij een illegale Afrikaan onderdak verschaft. Het is de “kaarsenman” Ngolo, die in de
torenkamer van de kerk huist. Mulder gaat naar hem toe: eigenlijk is de kaarsenman de
eigenaar van de hond die hij meegenomen heeft uit Afrika. Maar de hond kon hem ook verraden
en daarom heeft hij een keer een hete kaars in zijn bek geduwd. Daarna was de hond bij hem
weggebleven. Maar hoe moet het verder met deze man “sans papiers.”? Père Bruno kan een
paspoort voor de neger regelen, maar hij heeft dan wel 15.000 € nodig voor de Albanese
onderwereld die het paspoort kan namaken. Bruno en Mulder besluiten dat hij dan een
Nederlands paspoort moet krijgen en dat hij op de Antillen geboren moet zijn, nl. op St. Maarten
dat Franstalig ook St. Martin heet. Dat is natuurlijk niet toevallig, want Mulder noemt zich ook
Martin en in die hoedanigheid is hij niet minder dan een weldoener of een heilige.
Wanneer hij van Bruno terugkeert, zijn er problemen in zijn eigen appartement: de wc van de
bovenbuurman is kapot en er is lekkage. Opnieuw komt er een tegenstelling tussen arm en rijk
in het geding. Mulder ontmoet nu ook Sri voor wie hij nog steeds Martin heet: ze wandelen
buiten met de hond, want hij wil haar zijn luxe in zijn huis niet laten voelen.
Mulder heeft het besluit genomen om een paspoort voor Ngolo te bestellen bij de Albanezen.
Intussen is Sri naar Lyon gevlucht vanwaar ze brieven aan Martin schrijft: ze vindt hem een
weldoener, maar ze dacht dat ze in Parijs niet langer veilig was, omdat ze een “sans papiers” is.
Mulder wil haar ook een Nederlands paspoort schenken. Dan meldt Sri dat ze weer terug komt
naar Parijs. Dat gebeurt allemaal op dezelfde avond: de ontmoeting met Sri op het station waar
de politie hem in de gaten houdt. Hij doet net alsof ze zijn vrouw is. Maar hij moet op diezelfde
avond ook het paspoort voor Ngolo ophalen. Het dreigt even mis te gaan vanwege opnieuw
uitgebroken relletjes, maar tenslotte heeft hij het valse paspoort te pakken.
Sri blijft bij hem slapen, want ze heeft geen onderdak, maar ze slapen niet in hetzelfde bed.