Samenvatting slachtoffers
Er komt een schriftelijke opdracht en een tentamen over de hoorcolleges en werkgroepen (kern) en
literatuur (hoofdlijnen).
Week 1: slachtofferschap en victimologie 3/4
Hoorcollege + werkgroep + verplichte literatuur
HOORCOLLEGE
Wat is een slachtoffer?
Betekenis ‘slachtoffer”
- Oorspronkelijk/religieus: het geslachte offerdier
- Van Dale: iemand die door bepaalde gebeurtenissen zwaar getroffen wordt
- Wetboek van Strafrecht art. 51 lid 1: als slachtoffer wordt aangemerkt degene die als
rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit vermogensschade of een ander nadeel heeft
ondervonden.
Slachtofferbeelden
1. Type criminaliteit: gewelds, zeden, vermogen etc.
2. Context waarbinnen criminaliteit plaatsvindt: bv. thuis, school, werk, vrije tijd, sport etc.
3. Slachtofferkenmerken: bv. geslacht, leeftijd, etniciteit, seksuele voorkeur etc.
4. Aantal slachtoffers: individueel of collectief slachtofferschap.
5. Nabijheid tot het delict:
- Primair slachtofferschap: slachtoffer zelf, die het is overkomen. Rechtstreeks geraakt.
- Indirect/secundair slachtofferschap: vrienden en familie slachtoffer / omstanders
- Indirect/tertiair slachtofferschap: maatschappij als slachtoffer
- Slachtofferloze delicten
6. Frequentie slachtofferschap: enkelvoudig, herhaald (van een vorm criminaliteit) ,
chronisch of meervoudig (van meerdere vormen criminaliteit)
Westers slachtofferbeeld, sterk beïnvloed door:
o Christendom (Van Dijk): christus als lijdensfiguur, medelijden, vergiffenis (maar geen wraak)
o Tweede Wereldoorlog: ervaring kampslachtoffers/-overlevers (kampsyndromen)
o VS: Civil rights movements → gelijke burgerrechten voor zwarte minderheden
o Vrouwenbeweging (tweede feministische golf) → gelijke burgerrechten voor vrouwen
o VS: Vietnamoorlog → ervaringen van veteranen (PTSS) → zorgstelsel
o Literatuur Christie: de criteria voor het zijn van een ideaal slachtoffer (ZIE LITERATUUR)
o De media: Zo is er een leedhiërarchie: ‘worthy’ versus ‘unworthy’ victims. Gevolgen voor:
Wetenschappelijke aandacht, bv. veel onderzoek naar mensen handel of (huiselijk)
geweld naar of misbruik van kinderen/vrouwen/overheidsfunctionarissen
Wettelijke bescherming, bv. Regelgeving voor de hierboven genoemde groepen
Wetsuitvoering, bv. meer handhaving op hierboven genoemde onderwerpen
o De tijdsgeest van invloed op ons slachtofferbeeld, bv. vroeger geweld tegen ‘heksen’ en geweld
t.a.v. homoseksuelen.
Tegenwoordig zijn slachtoffers ‘hot’: slachtofferrechten, slachtofferbeleid,
slachtofferadvocaten, slachtofferorganisaties, slachtofferadvocaten, belangengroeperingen
etc.
“Echte’ slachtoffers versus “slachtofferitis”
Doelen slachtofferrechten:
1. Correcte bejegening tijdens slachtofferproces om secundaire victimisatie te
voorkomen
2. Correcte bejegening om te helpen met traumatische verwerking
3. Erkend worden als slachtoffer door (materiële en immateriële) schade
4. Bescherming kwetsbare groepen
Victimologie als wetenschappelijke discipline:
Versus de criminologie:
, o Criminologen houden zich bezig met de vraag waarom bepaalde individuen crimineel worden,
wat daar de gevolgen van zijn (voor de dader) en welke implicaties dat heeft voor wetgeving en
beleid (straffen en preventie)
o Victomologen houden zich bezig met de vraag waarom bepaalde individuen slachtoffer
worden, wat daar de gevolgen van zijn en welke implicaties dat heeft voor wetgeving en beleid,
Ontstaansgeschiedenis → zie literatuur Van Dijk, Groenhuiijsen en Winkel
Hedendaagse victimologie, interdisciplinair:
1. Kritisch perspectief (vandaag): wat is een slachtoffer, wat is lijden? (filosofisch)
2. Sociologisch/criminologisch (epidemiologisch): hoe vaak komt het voor? Wat bepaald
het risico? Oorzaken?x Angst voor nieuw slachtofferschap
3. Psychologisch: hoe wordt er op slachtoffers gereageerd (sociale psychologie), wat zijn de
psychologische van slachtofferschap (traumapsychologie)
4. Juridisch: positie slachtoffer in het strafproces en andere (wettelijke) regelingen
5. Historisch: genocide, slavernij, civil rights movement
LITERATUUR
Betekenis van het begrip slachtoffer (-schap) - Christie
Het zijn van een slachtoffer is geen objectief fenomeen, maar is objectief en wordt bepaald door de sociale
omgeving: ene slachtoffer namelijk meer ideaal dan andere slachtoffer. Zes criteria ideale slachtoffer:
1. Slachtoffer is zwak, afhankelijk
2. Slachtoffer verrichte een deugdzame activiteit
3. Slachtoffer treft geen blaam t.a.v. aanwezigheid plaats delict
4. De dader is groot en slecht (t.o.v. het slachtoffer)
5. De dader is onbekend en geen bekende van het slachtoffer,
6. Het slachtoffer is echter sterk genoeg (en dus ook weer niet té zwak zijn) om van zich te doen horen en
de status van het slachtoffer te claimen (of als dood erkend te worden als slachtoffer).
Paradox: nu makkelijker bij vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld dan vroeger (‘male
dominance’, huiselijk geweld gezien als privézaak), want kan zichzelf claimen als slachtoffer → maar nu
vrouwen kunnen scheiden en gewoon weg kunnen gaan, en minder zwak worden dan de man, wat hen
weer een minder
Christie noemt twee voorbeelden van niet-ideale slachtoffers:
1. Oude vrouwen in de middeleeuwen, ‘heksen’
Terwijl oude vrouwen nu juist als typisch slachtoffer worden gezien → omdat het beeld van
mensen verandert met de tijd, ook verandert wie als ideale slachtoffer gezien wordt
2. Arbeiders: slachtoffer van het systeem, leefden in omstandigheden waarvoor niemand
verantwoordelijk werd gehouden/als dader kon worden aangewezen (depersonifiëring).
Daarnaast hadden andere partijen andere belangen (bv. verzekeringsmaatschappij gaan
failliet wanneer arbeiders minder premie betalen).
Ideale slachtoffers creëren ideale daders (= groot en gemeen) en hebben deze ook nodig: hoe meer
ideaal het slachtoffer, hoe meer ideaal de dader en hoe meer ideaal de dader, hoe meer ideaal het
slachtoffer. Zo heb je drie types niet-ideale daders:
1. De drugsdealer: slachtoffers hiervan niet bezig met het verrichten van deugdzame activiteiten
2. De gewelddadige dader: is vaak een bekende van het slachtoffer of is net als het slachtoffer
beïnvloed door drugs/drank.
3. Soldaten tijdens oorlog (inmiddels, net na WOII juist de ideale dader): zijn vaak normale
mensen onder invloed van propaganda of die geen andere weg zien, waarbij wij hetzelfde
gedaan zouden hebben als geplaatst in die context.
Ideale slachtoffers zijn niet per se echte slachtoffers, maar zijn wel angstiger om slachtoffer te worden
dan echte slachtoffers. Echte slachtoffers zijn vaak ook bewust van de risico’s, maar weten dat de kans
klein is en bezoeken bv. alsnog risicovolle plekken (en hebben dan net die pech
Voordelen van het zijn van een ideaal slachtoffer:
o Door het zo opstellen kunnen bepaalde handelingen gedefinieerd worden als criminaliteit, ook
omdat de dader als meer ideaal gezien wordt, en zo aangepakt worden.
Nadelen:
, o Slachtoffer wordt als zwak gezien, wat lastig kan zijn voor bv. vrouwen die enerzijds huiselijk
geweld willen stoppen maar anderzijds gelijkheid willen.
o De dader wordt als meer ideaal gezien, waardoor afstand wordt gedaan van hem/haar en
waardoor er ook teveel focus kan gaan liggen op bepaalde daden met een ideale dader,
waarbij andere daden met een minder ideale dader vergeten worden.
Drie gevolgen negeren slachtofferrol:
1. Vaker slachtoffer
2. Minder aandacht voor slachtofferschap
3. Minder angst
Rol van de media bij het slachtofferschap - Greer
Niet alle slachtoffers krijgen evenveel aandacht van de media, wat leidt tot een leedhiërarchie. De
kenmerken die van invloed zijn op de selectiviteit van de media:
a) De kenmerken van het ideale slachtoffer (literatuur Christie)
b) Demografische kenmerken: leeftijd, geslacht, klasse, etniciteit, seksuele voorkeur
c) De nieuwswaarde:
1. Bepaald door news values: criteria die, vaak impliciet, de selectie, productie en prioritering van
evenementen als nieuws beïnvloeden. Belangrijke nieuwswaarden zijn onder meer drama en actie,
directheid (simpelheid), geweld, beroemdheden en seks.
Deze criteria verschillen echter per plek, afhankelijk van de cultuur, sociale context en
historische context. De criteria kunnen dus ook veranderen.
2. Zijn vaak signal crimes: bijzonder ernstige of spraakmakende misdaden die niet alleen van
invloed zijn op de directe deelnemers (slachtoffers, overtreders, getuigen), maar ook op de bredere
samenleving, resulterend in een herconfiguratie van gedrag of overtuigingen.
3. Hoe groter de potentie een zaak te visualiseren, hoe meer nieuwswaarde. Meest succesvol zijn
foto’s van het slachtoffer en emotionele reacties door slachtoffers/getuigen/familie.
Dit komt door de visualisation of crime news: de toename en het belang van visuele
representaties in misdaadnieuws, in het algemeen ter verbetering van de onmiddellijke
toegankelijkheid, menselijke interesse en algehele communicatieve impact.
Hierbij is de persconferentie erg belangrijk geworden, niet alleen voor de media maar ook
voor het politieonderzoek (meer media-aandacht = grotere kans tips).
4. Het falen van de instituten met publieke bescherming als taak, of de representatie van een delict
van een maatschappelijk probleem hebben grote nieuwswaarde → aanwakkeren discussies
De selectie van de media kan leiden tot:
1) Ondervertegenwoordiging van slachtoffers en criminaliteit
Slachtoffers van straatcriminaliteit en anti-sociaal gedrag → oude mensen gepresenteerd als
ideale slachtoffer, maar jonge mensen zijn daadwerkelijk het vaakst slachtoffer. Ook te weinig
gerapporteerd over niet-blanke mensen die slachtoffer zijn van racisme.
Slachtoffers van witteboorden- en organisatiecriminaliteit → slachtoffers vaak niet in beeld
omdat ze niet weten dat ze slachtoffer zijn; zich niet kunnen individualiseren als slachtoffer of
maar een klein beetje slachtoffer zijn. Beeld ideale slachtoffer/dader hier moeilijk waar te
maken, vaak komt alleen witteboordencriminaliteit in beeld als het voldoet aan het stereotype
beeld.
2) Oververtegenwoordiging van slachtoffers en criminaliteit
Politie en gevangenis officieren als slachtoffers → vaak erg groot en relatief overdreven in het
nieuws gebracht, terwijl dit maar weinig voorkomt.
3) Misrepresentatie (verkeerd voorstellen) van slachtoffers en criminaliteit
Slachtoffers van het strafrechtsysteem → vaak óf teveel gefocust op het slachtoffer zelf (de
schuld geven, bv. door achtergrond) óf teveel op de fouten van het systeem. Dus te eenzijdig.
Volwassen slachtoffers van zedendelicten → erg gender-biased (vrouw óf ideale slachtofer
[zwak] óf een hoer [eigen schuld]) en weinig gericht op de dader. Maakt gebruik van traditionele
stereotypen terwijl ze weinig doen om de heersende mythes over verkrachting aan te vechten
en het probleem van seksueel geweld van mannen tegen vrouwen aanpakken.
, Kinderslachtoffers van zedendelicten → mensen kunnen op een bepaald niveau beseffen dat de
grootste gevaren voor kinderen vaak van binnenuit komen, maar hun angsten zijn gericht op
externe bedreigingen - kreupelhout in plaats van woonkamers, vreemden in plaats van
familieleden - omdat dit zowel praktisch als emotioneel beter te doen is op een dagelijkse basis.
De media draagt bij aan dit (onterechte) stereotype.
Betekenis van het begrip ‘slachtoffer’(-schap) - Van Dijk:
H3: etymologie van het woord slachtoffer, drie conclusies:
betekent in veel talen (Germaans, Romaans, Slavisch, modern Grieks, Hebreeuws, Arabisch), of vindt
in veel talen zijn oorsprong in het religieuze woord ‘offerdier’. Dus universele betekenis binnen de
judeo-christelijke en islamitische cultuurkring ,
Niet alle talen hebben dit als betekenis, zoals het Chinees en het Japans.
Het gebruik ervan in de westerse en islamitische cultuur gaat niet terug tot de oudheid' d.w.z.' tot de
oorspronkelijke teksten van Bijbel, Torãh of Koran. Deze woordkeuze heeft pas veel later bij de
westerse talen en het Arabisch ingang gevonden'
Men is gedupeerden in de omgangstaal van de moderne tijd gaan aanduiden als slachtoffer omdat dit tot
uitdrukking brengt dat men compassie heeft met hun onschuldige leiden en dat ze dezelfde compassie
verdienen als Jezus (gekruisigd). Dit woord namelijk (iig in de Bijbel) eerder alleen voor Jezus gebruikt.
Van Dijk, Groenhuijsen & Winkel (samengevoegd met deel hoorcollege en H10 van literatuur Van Dijk)
Ontstaansgeschiedenis victimologie
1. Begon na WOII → strafrechtelijke / interactionistische victimologie:
Grondleggers (o.a.)
Von Hentig: Deed zelf mee in WOII en zag zichzelf als schuldige van zijn eigen
slachtofferschap. Formuleerde 2 uitgangspunten:
1. Strafrecht bepaalt grenzen victimologie
2. Interactie daders en slachtoffers: welke rol speelde het slachtoffer bij de
totstandkoming van de daad?
Stelde dat sommige mensen vanwege hun persoonlijkheid slachtoffer werden; ermee
geboren
Mendelsohn:: slachtoffertypologieën: speculatieven niet door theorie en empirie gestuurde
categorisaties op basis van hoeveelheid eigen schuld slachtoffer:
1. Compleet onschuldig
2. Beetje schuld
3. Net zo schuldig als dader
4. Meer schuld dan dader
5. Slachtoffer van eigen gepleegde strafbare feit
6. Zich voordoen als slachtoffer om iemand anders (ten onrechte) straf te laten krijgen.
In latere publicaties hieraan vastgehouden maar minder victim blaming/verontschuldiging
dader en meer gericht op hulpverlening.
Gevormd door WOII, dus opkomst victimologie voortvloeisel van naoorlogse vragen over goed en
fout, vergelding en verzoening, wat werd toegepast op het terrein van de gewone criminaliteit
Ging vooral over (typologieën van) de schuld van het slachtoffer met betrekking tot het misdrijf,
poging dit psychologisch te onderbouwen: slechts weinigen zouden geen schuld hebben. Deze
benadering niet slachtoffer-vriendelijk, kregen in feite schuld in schoenen geschoven
2. Van speculatie naar empirie: victimologie als wetenschappelijke discipline
Zelfstandige wetenschappelijke discipline, want de victimologie leidde tot veel onderzoeksvragen
die men theoretisch en methodologisch ongeveer hetzelfde onderzocht. O.a. te zien aan de vele
handboeken die uitgebracht zijn.
De victimologie werd hiermee in hoog tempo empirisch. Veel publicaties uitgebracht, opkomst
beroepsorganisaties, gespecialiseerde tijdschriften etc. Belangrijke onderzoeken:
, - Wolfgang: studie naar 588 moorden in Philadelphia:
o Alcoholgebruik speelt vaak een rol (2/3 gevallen)
o Dader en slachtoffer zijn bekenden van elkaar (1/2 gevallen)
o Victim precipitation (1/4 gevallen) = mate waarin slachtoffer zelf bijdrage levert aan
totstandkoming delicten
- Amir: vond ook victim-precipated bij verkrachtingen
3. Tweede golf victimologie → algemene / behandelvictimologie
Met de opkomst van het feminisme (tweede feministische golf) ook kritiek op de eerste
victimologen: namelijk (bewust of onbewust) schuldig aan victim blaming. Dit speelde vooral een
grote rol bij verkrachtingen. → Wat is victim blaming?
= slachtoffer krijgt de schuld van victimisatie
Hangt samen met ideale slachtofferbeeld: hoe meer ideaal, hoe minder eigenschap.
Theoretische verklaring just world hypothesis (Lerner):
1. Wederzijds nakomen afspraken (voor wat, hoort wat)
2. Krijgen wat je verdient (= rechtvaardigheid)
Instandhouding wereldbeeld: “slachtoffer is afspraken niet nagekomen!”
Victim blaming is een heel specifiek voorbeeld van secundaire victimisatie (GEEN
secundair slachtofferschap) = mensen die als zijn aangemerkt als slachtoffer en in die
hoedanigheid opnieuw slachtoffer worden, kan zowel binnen strafrecht (bv. door onjuiste
bejegening) of daarbuiten (dus victim blaming). Het gaat hier om de perceptie van het
slachtoffer/
Door de toenemende bemoeienis van psychiaters en klinisch psychologen verschoof de aandacht
van medeschuld slachtoffer naar de psychische problemen en noden van slachtoffers nadat het
misdrijf is gepleegd: slachtoffers van ongevallen, rampen, oorlogssituaties en andere ingrijpende
li{e events werden geacht min of meer dezelfde gevolgen voor de gedupeerden te hebben als
misdrijven. Victimologie dus niet langer slechts strafrechtelijk.
o Deze toenemende bemoeienis van psychiatrie en klinisch psychologen kwam door opkomst
van het sleutelbegrip post-traumatische stressstoornis in de jaren ‘60 = herbeleving van
het traumatiserende gebeuren met de daarbij horende angstgevoelens.
o Ook opkomst Slachtofferhulp: bieden mensen praktische, emotionele en juridische steun.
Ondanks succes toch twee fundamentele problemen:
1. Overgrote deel van die slachtoffers niet actief benaderd en weet ook zelf de weg naar
de hulpverlening niet te vinden → oplossing = invoering stelsel (bv. risicotaxatie)
2. Slachtoffers met een hoog risico op blijvende klachten krijgen geen passend en
bewezen effectief hulpaanbod → oplossing = cognitieve gedragstherapie (o.a.
EDMR).
Het slachtoffer kwam steeds meer in beeld en slachtofferenquêtes werden erg belangrijk en
leverde veel nieuwe informatie op, ook voor de criminologie.
Hier een passief slachtofferbeeld, terwijl juist gebleken is dat een slachtoffer vaker
woede/wraakgevoelens hebben in de situatie. Mede door de traumaleer wordt dit in de
hulpverlening victimologie compleet genegeerd → christelijk slachtofferbeeld.
Ook hier wordt weer uitgegaan van het ideale slachtoffer/dader (literatuur Christie), maar in
werkelijkheid lopen de dader-en-slachtofferrollen door elkaar.
Gericht op het voorkomen van secundaire victimisatie door te zorgen voor een correcte
bejegening en informatie leveren door politie en justitie. Slachtoffer langzamerhand steeds meer
rechten (victimisering strafrecht). Zelfs een eigen rol in proces gekregen door spreekrecht:
slachtoffer van zware misdaden recht woord te voeren ter zitting over de gevolgen die het misdrijf
voor hem heeft gehad. Mogen zich niet uitspreken over de strafmaat (maar inmiddels onbeperkt!)
o Ondanks goede ervaring spreekrecht niet iedereen voorstander, veel (vooral rechters) zijn
bang voor emotionalisering van het proces en demonisering van de dader. Ook bang dat
slachtoffers met hun wraakgevoelens directe bevrediging willen in zo’n hoge mogelijke
straffen (echter niet bevestigd in onderzoek).
o Mogelijk slachtoffervriendelijk alternatief = restorative justice / herstelrecht = dader-
slachtofferbemiddeling. Momenteel gebruikt als aanvulling op het strafrecht. Probeert juiste
evenwicht te vinden tussen de belangen van het slachtoffer en van de gemeenschap
, enerzijds, en van het belang om de dader te re-integreren anderzijds. Slachtoffers zouden in
deze visie moeten worden bijgestaan om via bemiddeling of onderhandeling over
schadevergoeding en dergelijke hun conflicten met de daders op te lossen. Mits goed
voorbereid kan het goed uitpakken.
o Maar zowel bij restorative justice als bij de strafrechtelijke procedure bevinden slachtoffer
die een expressiemogelijkheid voor hun gerechtvaardigde woede zoeken bevinden zich
tussen wal en schip: bij de strafrechtelijke procedure slechts scherp afgebakende bijrol en
bij restorative moeten ze zich houden aan het vredesmakende script houden (wat al lastig
is) en raken hun belangen vaak op de achtergrond.
WERKGROEP
Mannen > vrouwen slachtoffer, want mannen gaan gemiddeld vaker om met andere mannen dan
vrouwen en onder de mannen zitten de meeste daders
In stad wonen > in dorp wonen slachtoffer, want te maken met meer mensen en minder sociale controle
Single man > getrouwde man slachtoffer, andere routine-activiteiten
Jonge man > oude man slachtoffer, andere routine-activiteiten
Veiligheidsparadox / fear of crime paradox: mensen die minste kans hebben om slachtoffer te worden
zijn er het meeste bang voor.
Databronnen onderzoek slachtofferschap:
1. Slachtofferenquêtes, nadeel: mensen kunnen liegen
2. Politiestatistieken, nadeel: dark number
3. Justitiële registraties
4. Medische registraties
5. Registraties van andere instanties
Constructivisme (hier heeft Christie veel mee overeen)
“there is no such thing as truth, everyone has their own truth.”
Constructen = het draait niet om wat de situatie is, maar hoe wij de situatie definiëren
Ook de term slachtoffer is niet objectief, maar wordt bepaald door de sociale omgeving
De status ’slachtoffer’: ideaaltype & hiërarchie
CONCLUSIES
Slachtofferschap is een divers en diffuus begrip
Beelden slachtofferschap bepaald door cultuurhistorische achtergrond, de media en tijdsgeest
Slachtoffers en de studie van slachtoffers zijn ‘hot’
Slachtoffers worden vaak zelf als schuldig bestempeld (victim blaming)