Preventie van huidkanker door in te spelen op de intenties en het
gedrag omtrent zonnebrandgebruik onder Nederlandse
adolescenten
Lucia Mendoza 2716536
Puck Baltus 2709442
Perine Schoenmaker 2707045
Teddie Engelkes 2591976
Groep 3C
Puck Guldemond
31 maart 2022
Aantal woorden: 8733
, Inhoud
1. Inleiding 2
1.1 Het gezondheidsprobleem 2
1.2 De doelgroep 2
1.3 Gedragsfactoren 3
1.5 Rehabilitatie factor 4
1.6 De gekozen factoren 4
1.7 Determinanten 4
2. Theoretisch model 7
3. Interventie ontwerp 8
3.1 Afzender 8
3.2 Setting 8
3.3 Interventieoverzicht 8
3.4 Influencer 10
3.5 Buitenreclame 13
3.6 Social ads 15
4. Implementatie en verspreiding 17
4.1 Beleid 17
4.2 Regulering 18
4.3 Organisatie 18
5. Evaluatie 20
5.1 Formatieve evaluatie 20
5.2 Summatieve evaluatie 21
5.3 Uitkomstevaluatie 22
Literatuurlijst 23
Bijlage A - Afweegtabel factoren 29
Bijlage B - Afweegtabel determinanten 30
Bijlage C - Doelen determinanten 31
Bijlage D - Tijdsplanning 32
Bijlage E - Ontwerp interventie element influencer 33
Bijlage F - Ontwerp interventie element buitenreclame 35
Bijlage G - Ontwerp interventie element social ads 37
Bijlage H - Voorbeeldvragen impactevaluatie 39
1
, 1. Inleiding
1.1 Het gezondheidsprobleem
Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland (KWF, z.d.-a).
De afgelopen 10 jaar is het aantal mensen met huidkanker meer dan verdubbeld (KWF,
z.d.-a). In 2021 kregen 82.800 mensen in Nederland de diagnose huidkanker en in 2020 zijn
er meer dan 900 mensen overleden aan de gevolgen van huidkanker. In de meeste gevallen is
huidkanker het gevolg van teveel onbeschermde blootstelling aan uv-straling (KWF, z.d.-c).
Huidkanker als gevolg van teveel onbeschermde blootstelling aan uv-straling is een probleem
op mondiaal niveau. Australië is het land met het hoogste aantal incidenten van huidkanker,
in de Verenigde Staten stijgt het aantal huidkanker gevallen sinds 2003 drastisch en de
stijging bij Scandinavische landen is ook zorgelijk (Vries et al., 2005). Op eigen bodem is
eenzelfde zorgelijke trend aan de gang, Nederland stond namelijk in 2018 al als vijfde op de
lijst van het hoogste aantal huidkanker gevallen wereldwijd (WCRF, z.d.). Gezien deze
zorgelijke gevallen in Nederland is bij het ontwikkelen van de interventie gefocust op
nationaal niveau. De sociale diagnose van het probleem hoort bij stap 1 van het
Precede-Proceed model (Green & Kreuter, 2004).
De derde duurzame ontwikkelingsdoelstelling van de 2030-agenda voor duurzame
ontwikkeling is het zorgen voor een goede gezondheid en het bevorderen van welzijn voor
iedereen op alle leeftijden (SDG 3, 2020). Het doel is om ziekte te voorkomen door de
informatiesystemen voor gezondheidsvoorzieningen en gemeenschappen te verbeteren, met
inbegrip van toezicht op ziekten en risico's. De implementatie van dit doel is: versterking van
de capaciteit voor vroegtijdige waarschuwing, risicobeperking en beheer van
gezondheidsrisico's. Het doel om huidkanker door uv-straling aan te pakken sluit aan bij deze
doelstelling omdat het gaat over de gezondheid van mensen. Dit kan worden bewerkstelligd
door vroegtijdig de doelgroep van de interventie te waarschuwen voor de gevaren die de
uv-straling met zich meebrengt (SEARO, 2017).
1.2 De doelgroep
Bij het eerste deel van het Precede-Proceed model gaat het om de epidemiologische
diagnose van het probleem. Het gaat hier om het bepalen welke gezondheidsproblemen het
belangrijkste zijn voor welke groepen (Green & Kreuter, 2004). Voor elke leeftijdscategorie
is insmeren uiterst belangrijk om huidkanker door uv-straling te voorkomen. Echter
spenderen jongvolwassenen de meeste tijd in de zon en willen zij het liefst bruin worden.
Andere leeftijdsgroepen zijn meer geneigd om hun huid te beschermen omdat zij vaker
2
, bezorgd zijn over hun gezondheid (Valerie et al., 1997). Daarnaast is gebleken dat kinderen
en jongeren in een kritische periode vallen als het gaat om preventie van huidkanker op lange
termijn (Westerdahl et al., 1994). Met kritische periode wordt de relatie tussen aantal
verbrandingen en ontwikkeling van huidkanker bedoeld. Over de hele wereld zijn
onderzoeken gedaan naar welke doelgroep zich het slechtst insmeert en hierdoor het grootste
risico loopt op huidkanker, hieruit bleek dat dit adolescenten tussen de 15 en 24 jaar zijn
(Westerdahl et al., 1994; Tamu et al., 2006; Vries et al., 2005). Aan de hand van deze
gegevens en het doel om met de preventiecampagne een langer termijn effect te behalen is de
doelgroep voor deze interventie Nederlandse adolescenten tussen 15 en 24 jaar.
1.3 Gedragsfactoren
Het tweede deel van het Precede-Proceed model gaat over het identificeren van
gedrags- en omgevingsfactoren die bijdragen aan het gezondheidsprobleem. Gedragsfactoren
zijn het gedrag en de leefstijl van het individu die bijdragen aan het probleem (Green &
Kreuter, 2004). Een gedragsfactor voor adolescenten die bijdraagt aan het krijgen van
huidkanker is het niet, inconsequent of op onjuiste manier insmeren met zonnebrand
(Schaaphok, 2020). Onder Nederlandse jongeren smeert slechts minder dan de helft zich
consequent in en meer dan 80% zegt wel eens verbrand te zijn (Vries et al., 2005). Doordat
het insmeren niet vaak genoeg herhaald wordt en de meeste mensen te weinig zonnebrand
gebruiken, zijn ze niet goed beschermd tegen de zon (KWF, z.d.-b).
Een andere gedragsfactor die zorgt voor huidkanker onder adolescenten is overmatige
blootstelling aan uv-straling. Adolescenten hebben een positieve houding tegenover zonnen
en zij zijn ook de groep die het meest in de zon ligt ten opzichte van andere leeftijdsgroepen
(Valerie et al., 1997). Vooral tussen tussen 12 en 3 uur ‘s middags in de zon zijn is risicovol
omdat de zonkracht dan het sterkste is (KWF, z.d.-b). Adolescenten hebben vaak meer vrije
tijd dan volwassenen en zitten daarom vaker in deze tijden in de zon (Arthey & Clarke,
1995).
1.4 Omgevingsfactoren
Er zijn ook factoren buiten het individu die bijdragen aan het maatschappelijke
probleem, dit zijn de omgevingsfactoren (Green & Kreuter, 2004). Een belangrijke
omgevingsfactor voor huidkanker is sociale norm. Een sociale norm is een manier van
denken, voelen of zich gedragen die door de groep als passend wordt beschouwd. Er kan
onderscheid gemaakt worden in verschillende soorten normen. Verdelingen van dergelijke
overtuigingen in een populatie, ook wel descriptieve normen genoemd, is van toepassing op
het huidige gezondheidsprobleem (American Psychological Association, z.d.).
3