Syllabus Geschiedenis VWO
Bovenbouw
Tijdvak 1 t/m 10, HC Steden en burgers in de
Lage Landen, HC Verlichting, HC Duitsland in
Europa & HC China
,Inhoudsopgave
................................................................................................................................................................3
§1: Opbouw van het examen Geschiedenis............................................................................................4
§2: Periodes, tijdvakken, overgangen en maatschappijtypes.................................................................4
§3: Tijdvak 1 t/m 10: Historisch overzicht..............................................................................................7
Prehistorie: Eerste mens – 3000 v.C...................................................................................................7
Oudheid: 3000 v.C. – 500 n.C.............................................................................................................8
Middeleeuwen: 500-1500................................................................................................................10
Vroegmoderne tijd 1500 – 1800.......................................................................................................15
Moderne tijd, 1800 tot heden..........................................................................................................28
§4: Historische Contexten....................................................................................................................46
Historische Context Steden en Burgers in de Lage Landen, 1050 – 1700.............................................46
Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050 –
1302)................................................................................................................................................46
Welke invloed hadden sociaal – economische ontwikkelingen en politieke ontwikkelingen op de
positie van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten (1302 – 1602)?...............................47
In hoeverre bepaalde de burgerij de ontwikkelingen in de Republiek in de Gouden Eeuw (1602 –
1700)?...............................................................................................................................................49
Historische Context Verlichting, 1650 – 1900.......................................................................................51
Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving (1650 –
1789)................................................................................................................................................51
Hoe werden de verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in de Verenigde Staten en
Frankrijk in de praktijk gebracht (1776 – 1813)?..............................................................................52
In welke mate bepaalden verlichtingsideeën de politieke cultuur in Europa (1813 – 1900)?..........54
Historische Context Duitsland in Europa, 1918 – 1991.........................................................................57
Wat leidde tot de opkomst van het nationaalsocialisme en welke gevolgen had dit voor Duitsland
en Europa (1918 – 1945)?.................................................................................................................57
Hoezeer beïnvloedde het ontstaan en het verloop van de Koude Oorlog de geschiedenis van
Duitsland na de Tweede Wereldoorlog (1945-1961)?......................................................................61
Wat verklaart de hereniging van de beide Duitslanden en hun succesvolle integratie in Europa
(1961 – 1991)?..................................................................................................................................67
Historische context China, 1842 – 2001...............................................................................................73
Waardoor verloor China haar positie als regionale grootmacht (1842 – 1911)?..............................73
Waardoor ontstond de Volksrepubliek China, 1912 – 1949?...........................................................76
Waardoor heeft de Volksrepubliek China zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht (1949 –
2001)?...............................................................................................................................................78
§5 Historische vaardigheden................................................................................................................81
§6 Formuleren......................................................................................................................................83
2
,In deze syllabus krijg je meer informatie over wat je allemaal zou moeten kennen en kunnen
om goed voorbereid te zijn voor het examen geschiedenis. Het bevat zowel inhoudelijke
informatie als informatie over vaardigheden. Het biedt een overzicht van alle stof en als het
goed is, vind je in deze syllabus dus geen nieuwe informatie. Je hebt je immers de afgelopen
periode (en afgelopen jaren) al voorbereid op het examen. Hieronder staat bij de inhoud kort
weergegeven wat je moet kennen en kunnen en waar je deze informatie in de syllabus kunt
vinden.
We willen je op deze plek nog vier belangrijke tips meegeven voor het leren van
geschiedenis:
1. Vaker een beetje leren is beter dan in een keer heel veel.
2. Herhaal!
3. Oefen op verschillende manieren. Lees het boek, lees een samenvatting, luister naar
filmpjes, maak vragen en leg uit. Op één manier leren (bijvoorbeeld de hele tijd
dezelfde samenvatting lezen) zorgt er vaak voor dat je vrij gedachteloos de stof tot je
neemt.
4. Maak complete examens! (www.examenblad.nl/ eindexamensite.nl) Op die manier
zie je waar je kennis te kort hebt.
Let op: deze syllabus biedt een kort overzicht van wat je moet leren en is ter aanvulling
bedoeld (extra hulpmiddel). Deze syllabus mag zeker niet je enige leermiddel zijn! Leer,
zeker bij de historische contexten, ook uit je aantekeningen én uit het boek!
3
, §1: Opbouw van het examen Geschiedenis
De examens voor vwo bestaan uit opgaven over de volgende perioden:
- Prehistorie en Oudheid
- Middeleeuwen
- Vroegmoderne Tijd
- Moderne tijd
In het centraal examen wordt circa 65% van de scorepunten besteed aan vragen over de
historische contexten. Circa 35% van de scorepunten wordt besteed aan de toetsing van
oriëntatiekennis, hierin kunnen alle kenmerkende aspecten aan bod komen, dus zowel de
kenmerkende aspecten die terugkomen in een historische context als de kenmerkende
aspecten die geen specificatie kennen.
§2: Periodes, tijdvakken, overgangen en maatschappijtypes
Periodes
Prehistorie, eerste mens – 3000 v.C.
Oudheid, 3000 v.C. – 500 n.C.
Middeleeuwen, 500 – 1500
Vroegmoderne Tijd, 1500 – 1800
Moderne Tijd, 1800 – nu
Overgangen tussen de periodes
Prehistorie naar Oudheid, uitvinding van het schrift rond 3000 v.C. in Mesopotamië.
Oudheid naar Middeleeuwen, val van het West-Romeinse Rijk, 476 n.C.
Middeleeuwen naar Vroegmoderne Tijd, Renaissance, rond 1350 in Italië en vanaf
1450 verspreid over West-Europa
Vroegmoderne Tijd naar Moderne Tijd, de Industriële Revolutie, start rond 1750 in
Engeland, de Franse Revolutie, 1789 in Frankrijk
Maatschappijtypen
Jagers- en verzamelaarssamenleving
Agrarische samenleving
Agrarisch-urbane samenleving
Industriële samenleving
Tijdvakken
1. Tijd van jagers en boeren, eerste mens – 3000 v.C.
2. Tijd van Grieken en Romeinen, 3000 v.C. – 500 n.C.
3. Tijd van monniken en ridders, 500 – 1000
4. Tijd van steden en staten, 1000 – 1500
5. Tijd van ontdekkers en hervormers, 1500 – 1600
6. Tijd van regenten en vorsten, 1600 – 1700
7. Tijd van pruiken en revoluties, 1700 – 1800
8. Tijd van burgers en stoommachines, 1800 – 1900
9. Tijd van Wereldoorlogen, 1900 – 1950
10. Tijd van Televisie en Computer, 1950 – nu
4