Samenvatting methodisch handelen
Les 1:
Er zijn 8 stappen (soms ook 5/6/7), het gaat om een plancyclus. Bij stappenplannen die minder dan 8
stappen bevatten wordden stap 2 en 3 vaak samengevoegd.
1. Ben je competent?
2. Oriënteren
3. Vraag bepalen
4. Doelen formuleren
5. Info verwerken
6. Plan van aanpak
7. Uitvoering
8. Evalueren/relatie afbouwen
Varianten:
o Plan Do Check Act (Estinea)
Oplossingsgericht werken in het kort:
o Niet het probleem staat centraal, maar de oplossing
o Laat cliënten zelf bedenken hoe zij hun eigen problemen kunnen oplossen
o Jouw houding is nieuwschierig, warm, positief, uitnodigend en bemoedigend
o Krachtbronnen
o Vier de successen
o Doen wat werkt
o Cliënt maakt de keuzes in doelen en werkwijze
o Hulpverlener ondersteunt dit proces
Perspectief
Traditioneel: het medische model
o Verzamelen gegevens en beschrijving probleem
o Probleemanalyse
o Bedenken van oplossingen voor de cliënt (interventies)
o Uitvoeren van interventies
o Evalueren en vervolg
Start van het oplossingsgerichte gesprek: socializen (ijsbreken en krachten verkennen),
probleemforulering, wel: erkennen van het probleem, niet: analyseren
Functies van socializen: belang van eerste indruk, start van ‘bouwen aan vertrouwen’, op het gemak
stellen/het ijs breken, onvermoede krachten en competenties opsporen (dat kan alleen als je
nieuwschierig bent, wilt weten)
Basishouding oplossingsgericht werken
o Cliënt is expert in de eigen ervaringen, gedachten en gevoelens
o Hulpverlener is expert in oplossingsgerichte gespreksvoering
o Cliënt beschikt per definitie over competenties en krachten
o Cliënt bepaalt het tempo, hulpverlener volgt
o Hulpverlener is respectvol, nieuwsgierig en bescheiden
, Les 2:
Stap 2 van het ondersteuningsplan is: oriënteren.
Oriëntatie situatie cliënt:
o Welke informatie is relevant?
o Wat is jouw referentiekamer?
o Algemene informatie
o Persoonlijke informatie -> niet probleemgericht maar persoonsgericht (leefgebieden):
Bijvoorbeeld; wonen, financiën, sociale relaties, psychische gezondheid, zingeving,
lichamelijke gezondheid, dagbesteding
o Hoe verzamel je de info? -> in gesprek, observatie, info van derden
o Hulpmiddelen: (totale communicatie), tijdbalk, SAMPC, ecogram, ZRM, diviseriteitscirckel
Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM):
o Ontwikkeld in VS (Self-Sufficiency Standard) voor gezinnen, die wel voldoende middelen
hadden, maar toch niet rond konden komen
o Vervolgens in 2004 in Utah (VS) verbreed van alleen financiële standaard naar een reeks van
aandachtgsgebieden voor gezinnen of individuen om overeind te blijven in de maatschappij.
Het heette toen de Self-sufficiency Matrix
o In 2009 door GGD Amsterdam naar Nederlandse situatie door-ontwikkeld. Er was behoefte
aan een objectieve standaard in plaats van alleen de subjectieve mening van de individuele
hulpverlener.
o Inmiddels toegepast in veel gemeenten, verslavingszorg, maatschappelijke opvang,
reclassering en in sociale wijkteams
o Doel: snel en objectief beeld krijgen van mogelijkheden cliënt
o Werkwijze: per domein op basis van objectieve criteria de score van de cliënt in kaart
brengen.
o Er zijn 5 scores per domein: 1. Acuut probleem 2. Niet zelfredzaam 3. Beperkt zelfredzaam
4. Voldoende zelfredzaam 5. Volledig zelfredzaam
o Op basis van de scores wordt de zorgbehoefte en de begeleidingsbehoefte bepaald
o Het supplement ouderschap wordt ingevuld als er sprake is van ouderschap, maar wel altijd
in combinatie met de basis-ZRM
o Bij elke categorie wordt ook aangegeven of er hulp aanwezig is en zo ja of dit
formele/informele hulp is.
o Domeinen ZRM; financiën, werk & opleiding, tijdsbesteding, huisvesting, huiselijke relaties,
geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, middelengebruik, basale ADL,
instrumentale ADL, maatschappelijke participatie, justitie
o Supplement ouderschap; lichamelijke verzorging door ouder, sociaal-emotionele
ondersteuning door de ouder, scholing van de ouder, opvang van het kind
o Basisinstuctie: Beoordeel het huidig functioneren (hoe gaat het NU) op basis van wat u weet
(informatie uit observatie, niet uit interpretatie) en ga uit van volledige zelfredzaamheid
(scoor van rechts naar links)
Construeren van oplossingen; de fasering van een gesprek
o Starten, socializen, wel of niet tutoyeren, bruggetje naar de volgende fase, eventueel:
duidelijk maken hoe je werkt
o Probleembeschrijving
o Vragen naar de percepties van de cliënt
o Hoe beïnvloedt het probleem de cliënt?
o Wat heeft de cliënt al geprobeerd?
o Ontwikkelen van doelen