Werkgroep 6:
Ontslagrecht II: Bijzondere opzeggingen, beëindigingsovereenkomst en ontbinding
Te bestuderen stof:
· Van der Grinten hoofdstukken 24, 25, 26, 27, 30, 31
· HR 15 februari 1980, NJ 1980/328 (GTM);
· HR 5 februari 1999, NJ 1999/652 (Ameva/Van Venrooij);
· HR 21 januari 2000, JAR 2000/45 (Hema/P);
· HR 6 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187 (New Hairstyle) (zie week 5);
· HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:182 (Decor Handelsmaatschappij B.V.);
· HR 16 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:220 (Bossers & Cnossen);
· HR 30 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:484 (Dräger);
· HR 08 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:203 (Woondroomzorg B.V.);
· HR 23 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2998 (Mediant);
· HR 31 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:571 (Vlisco Netherlands B.V.);
· HR 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1209 (Wilco);
· HR 25 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:80 (Amsta) (zie week 5);
· HR 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:933 (Ecofys);
· HR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 (Victoria).
Casus 1
De Kappen is een multifunctioneel centrum waarin een theater, een filmhuis, een kunstzaal
en een bibliotheek worden geëxploiteerd. Fariha Mahina is per 1 januari 2012 bij De Kappen
in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als
medewerker zakelijke verhuur tegen een salaris van laatstelijk 3500,- per maand. In de
zomer van 2023 wordt haar een promotiekans aangeboden. Aangezien een van haar
collega’s, Els, die de functie van coördinator zakelijke verhuur uitoefende een andere baan
heeft gevonden, wordt aan Fariha gevraagd om deze functie in het vervolg te gaan
uitoefenen. Volgens De Kappen lijkt Fariha daarvoor de geknipte kandidaat, aangezien ze
functioneerde als de rechterhand van Els en Els veel coördinatieklussen aan Fariha overliet.
Fariha besluit in te gaan op het voorstel en partijen beëindigen per 1 juli 2023 de oude
arbeidsovereenkomst van Fariha in onderling overleg en komen per 1 juli 2023 een nieuwe
arbeidsovereenkomst overeen voor onbepaalde tijd. Haar salaris zal EUR 4000,- per maand
gaan bedragen. In de arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de eerste maand van het
dienstverband heeft te gelden als proeftijd. Er is geen cao van toepassing.
Situatie I
Halverwege juli 2023 beëindigt een van de grootste afnemers voor de zakelijke verhuur het
contract met De Kappen. Een enorme financiële domper. De Kappen ziet zich gelet daarop
genoodzaakt om het dienstverband met Fariha te beëindigen en zegt op 25 juli 2023 de
arbeidsovereenkomst met Fariha met onmiddellijke ingang op met een beroep op het
proeftijdbeding.
a. Fariha wil graag haar baan terug. Ziet u daartoe voor Fariha een mogelijkheid met
enige kans op succes?
, Er is sprake van een proeftijdbeding op grond van art. 7:652. Een proeftijdbeding moet:
1. voor beide partijen gelijk zijn
2. schriftelijk zijn
Aan beide vereisten voldaan
Op basis van lid 3 kan bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
een proeftijd van 2 maanden worden overeengekomen. In casu 1 maand overeengekomen,
dus is het beding rechtsgeldig gesloten.
Mag het proeftijdbeding wel worden overeengekomen?
Echter heeft Fariha al gewerkt bij het bedrijf. Een nieuwe proeftijd is niet toegestaan tenzij,
752 lid 6 sub b en c.
Sub c
Ook niet geoorloofd als sprake is van ‘opvolgende werkgevers’:
1. Wezenlijk dezelfde vaardigheden en verantwoordelijkheden als in vorige overeenkomst;
2. Zodanige banden tussen oude en nieuwe wg dat het door de eerste verkregen inzicht in
redelijkheid moet worden toegerekend aan de laatste
Sub b:
1. de nieuwe overeenkomst wezenlijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden vereist
2. ervaringen tijdens eerdere dienstbetrekking onvoldoende inzicht hebben gegeven in
geschiktheid werknemer
Uit de casus blijkt dat de ervaring en tijdens eerdere dienstbetrekking wel voldoende inzicht
hebben gegeven in geschiktheid werknemer, zo hebben ze op basis van eerdere ervaringen
met Fariha waaruit bleek dat zij al deels taken van deze functie goed uitoefende haar deze
nieuwe functie aangeboden. Lid 6 sub b is van toepassing waardoor geen proeftijd kan
worden overeengekomen. Er mag dus geen proeftijdbeding worden overeengekomen.
Als een beding in strijd is met de vorige leden zijn deze bedingen op grond van lid 8 nietig.
WG kan ook zeggen: andere verantwoordelijkheden, je was vorige keer niet
eindverantwoordelijk.
Gevolg nietig proeftijdbeding, lid 8. Er is geen proeftijdbeding en dus kan er nooit een
opzegging gebaseerd zijn op het beding. Dus in strijd gehandeld met 671 lid 1 sub b.
Je moet in 671 lezen dat er sprake moet zijn van bij b: je mag alleen opzeggen zonder
instemming wn als sprake is van een geldig proeftijdbeding, er is geen geldig proeftijdbeding
dus in strijd opgezegd met 671.
De werknemer kan dan op grond van 671 jo. 681 vernietiging (of billijke vergoeding) van de
opzegging verzoeken bij de kantonrechter.
Kan dan ook transitievergoeding (673) en onregelmatige opzegging vergoeding vragen.
Geldt ook bij c, alleen opzeggen als er sprake is van een geldige opzegging 677, als er een
rechtsgeldige opzegging is dan is er ook strijd met 671 lid 1 sub c.
Bij art 652 hoort 676 lid 1. Bij een rechtsgeldig proeftijdbeding hoeft geen opzegtermijn en
geen aanzegtermijn in acht genomen te worden. Maar geen rechtsgeldig proeftijdbeding dus
opzeg en-aanzegtermijn van art. 672 geldt.
Vanaf wanneer gaan we tellen?
1 jan 2012 oud contract
1 juli 2023 is nieuw contract