Osmose:
(Het aantrekken van water door de celwand door stoffen die niet door de celwand heen
kunnen maar het evenwicht proberen te realiseren door vocht aan te zuigen)
Vocht gaat wel door de celwand heen maar de andere stoffen niet, er wordt een soort
evenwicht gerealiseerd.
Diffusie:
Stoffen gaan door celwand door concentratie verschillen aan de andere kant
Verplaatsing langs het concentratiegradiënt van een hoge concentratie naar een lage
concentratie. Zuurstof gaat naar de cel en 02 naar buiten. Semi permeabel.
Filtratie:
Selectief doorlaten vaan stoffen door drukverschillen.
Actief membraan transport:
Door filtratie en druk. Dit kost energie, komt voor bij uitwisseling van stoffen via bloedvaten
in de nieren. (ATP pomp)
Passief membraantransport:
Door osmose en diffusie. Kost geen energie gaat op basis van concentratie verschillen aan de
andere kant.
Intracellulair
In de cel.
Intercellulair
Ruimte tussen de cellen in. Het vocht tussen de cellen in.
Extracellulair
Bloed, lymfe, en intercellulair (daar zit het vocht).
Colloïd osmotische druk (eiwitten)
Het drukverschil binnen en buiten het bloedvat ten gevolge van osmose. De vaatwand is wel
permeabel voor water maar niet voor grotere moleculen zoals eiwitten.
Normaal; COD = 25 mm hg de aanzuigende kracht (trekken water aan)
RR = 35 mm Hg de druk die op de vaatwand wordt uitgeoefend.
Het vocht gaat uit de bloedbaan. De colloid osmotische druk is dus niet hoog genoeg om het
vocht vast te houden.
COD = 35 mm Hg
RR = 15 mm Hg
Dus het vocht wordt dan weer aangetrokken.
Aan het begin is het filtratie, daarna resorptie.
, AFP periode 1
Les 4 – Cel en weefselleer en weefseltypen
Kenmerken van verschillende soorten weefseltypes;
Er zijn verschillende weefseltypen:
• Epitheel: oppervlakteweefsel (beschermen en klierfunctie), bloedvaten;
• Spierweefsel: glad, skelet- en hartspierweefsel;
• Skeletspierweefsel is willekeurig
• Hart- en gladspierweefsel is onwillekeurig
• Zenuwweefsel: doorgeven impulsen
• Bindweefsel: kraakbeen-, been-, vet- en bindweefsel in engere zin.
EPITHEEL WEEFSEL
Bescherming van ziektes van buitenaf. Zijn de cellen die de bovenste laag van de huid of
slijmvliezen vormen. Epitheel cellen sluiten met heel weinig intercellulaire stof op elkaar aan
zodat moleculen niet of nauwelijks tussen de epitheelcellen door kunnen. Doormiddel van
actief transport kunnen bepaalde moleculen toch langs de epitheel cellen heen. Dit soort
cellen bevinden zich in de darmwand en de nier.
Epitheelcellen kunnen allerlei vormen aannemen.
SPIERWEEFSEL
Spierweefsel is elastisch weefsel, dat het vermogen heeft dmv prikkels te veranderen. Als
brandstof om samen te trekken gebruiken de spieren als brandstof glucose. In de spiercellen
kan glucose in de vorm van glycogeen tijdelijk worden opgeslagen. Glucose wordt door
zuurstof verbrand tot koolzuurgas en water à vindt plaats in de mitochondriën. Dit zorgt
ervoor dat we de spier kunnen samentrekken en dat het lichaam warmer wordt.
De samentrekking van ingewandsspieren komt langzaam tot stand en blijft langere tijd
bestaan. Samentrekken van de skeletspieren gebeurd snel en kortdurend. De cellen van
skeletspieren zijn dwarsgestreept en cellen van ingewandsspieren worden gladde spiercellen
genoemd. Uitzondering van de hartspier, die zijn dwarsgestreept.
Het endoplasmatisch reticulum van de spiervezel noemt men sarcoplasmatisch reticulum.
Het bestaat uit membranen, die zeer regelmatig gerangschikt zijn in de lengterichting van de
spiervezel, tussen de myofibrillen. Myofibrillen zijn draadvormige organellen (celorgaantjes)
die het vermogen hebben zich samen te trekken. Myofibrillen vertonen dwarse strepen, in
lichte en donkere banden. Tussen de myofibrillen in liggen enkele mitochondria. De
dwarsgestreepte spiervezel bevat verder vele celkernen, die op regelmatige afstanden in het
verloop van de spiervezel liggen. Omdat de spiervezel helemaal gevuld is met myofibrillen,
worden de kernen tegen het sarcolemma (celmembraan) aangedrukt.
ZENUWWEEFSEL
De belangrijkste functies zijn; het generen, overdragen en verwerken van info in de vorm
van actiepotentialen.
We kunnen de cellen van het zenuwstelsel onderverdelen in neuronen en gliacellen.
Neuronen: de meeste neuronen kunnen zich niet meer delen.
- Perifere sensibele neuronen: gaat van het lichaam af
- Perifere motorische neuronen: naar de spieren toe.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper denisedenhaann. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.