SAMENVATTING COMPLEET MEDISCHE KENNIS TENTAMEN OUDEREN
WEEK 1 3
18.4 3
15.4.2 Artrose/ arthritis deformans 5
Hoofdstuk 3 Bijwerkingen, interacties en farmacokinetiek van medicijnen 6
3.1 Farmacokinetiek: wat het lichaam met de medicijnen doet 6
3.2 Hoe geneesmiddelen bijwerkingen veroorzaken 9
3.3 Geneesmiddelen interacties 11
3.4 Factoren die juiste dosering van geneesmiddelen bepalen 12
3.5 Geneesmiddelen en bijzondere groepen patiënten 13
WEEK 2 14
6.0 Het circulatiestelsel 14
6.6.3 Hemostase 15
Hoofdstuk 9 Bloed 15
9.5 Diep Veneuze Trombose (DVT) 16
9.6 verhoogde bloedingsneiging 17
HOOFDSTUK 4 Geneesmiddelen tegen coronaire hartziekten 18
4.3.3 anticoagulantia 18
4.3.4 Geneesmiddelen om stolling te voorkomen 19
WEEK 3 22
Hoofdstuk 12 22
12.5.3 functies 22
Hoofdstuk 10: Zenuwstelsel/ Neurologie 25
Hoofdstuk 11: Enkele psychiatrische aandoeningen 26
11.1 Delier 26
11.3 Geneesmiddelen voor de behandeling van psychische/ psychiatrische stoornissen
27
11.3.1 psychofarmaca 1: anxiolytica 27
11.3.2 Psychofarmaca 2: Hypnotica 27
11.3.3 psychofarmaca 3: Antidepressiva 28
11.3.4 Psychofarmaca 4: Antipsychotica 29
11.4 Geneesmiddelen voor de behandeling van neurologische stoornissen
(neurofarmaca) 29
11.4.3 Geneesmiddelen om de ziekte van alzheimer onder controle te houden 29
10.2 uitgebreide beperkte neurocognitieve stoornis 31
10.3 Een uitgebreide of beperkte neurocognitieve stoornis door de ziekte van Alzheimer.
31
10.4 vasculaire neurocognitieve stoornis 32
Hoofdstuk 17 ouderenpsychiatrie 32
17.2 veranderingen bij ouderen 32
17.3 psychiatrische problematiek bij ouderen 33
WEEK 4 34
Hoofdstuk 6 circulatiestelsel 34
6.1 het hart 34
6.1.1 ligging van het hart 34
1
, 6.1.2 Bouw van het hart 34
6.1.3 hartkleppen 35
6.1.4 Hartwand 35
6.1.5 Hart Prikkelgeleidingssysteem 35
6.2 Hartfunctie 36
6.2.1 Hartcyclus 36
6.2.2 Bloeddruk in het hart 37
6.2.3 ECG (Check afbeelding 6.11 in het boek AF) 38
6.2.4 Hartcapaciteit 38
6.5 Bloeddruk 38
6.5.1 bloeddruk bepalende factoren 39
6.5.2 Bloeddruk in de lichaamscirculatie 39
6.5.3 Bloeddruk in de longcirculatie 39
6.5.4 stroomsnelheid van het bloed 39
6.5.5 Regulatie van de bloeddruk 39
Hoofdstuk 8 hart en vaten 40
8.1.1 bloedsomloop/circulatie klein en groot 40
8.2 Shock 42
8.3 SIRS, sepsis en septische shock 43
8.8 Hartfalen 45
Hoofdstuk 4 het cardiovasculaire systeem 47
4.3.2 lipidenverlagende geneesmiddelen 48
Hoofdstuk 5 het cardiovasculaire systeem 2 48
5.3 Antihypertensiva 48
WEEK 5 52
Hoofdstuk 13 spijsvertering/ digestivus 52
13.1 Spijsvertering/digestief 52
13.2 Peritonitis/ ileus 53
13.2.2 Ileus 53
13.3 Ulcus pepticum 54
13.3.1 Gastro-oesofageale reflux 54
13.3.2 Ulcus duodeni en ulcus ventriculus 55
13.4 Ziekte van Crohn en colitis ulcerosa 56
13.5 obstipatie 57
Hoofdstuk 7 het spijsverteringsstelsel 57
7.3 Middelen voor de behandeling van stoornissen van het spijverteringsstelsel 57
7.3.2 H2-receptorantagonisten 57
7.3.3 Protonpompremmers 57
7.3.4 Geneesmiddelen voor de behandeling van maagzweren 58
7.3.5 Geneesmiddelen voor de behandeling van diarree 58
7.3.6 Middelen tegen behandeling van obstipatie 58
Hoofdstuk 8 energie en stofwisseling 58
8.3 energiebehoefte 58
8.4 Lichaamsgewicht en andere antropometrische indices 59
2
, 8.5 overgewicht 59
8.5.2 Mogelijke oorzaken van overgewicht 60
8.5.3 Behandeling van overgewicht 60
Hoofdstuk 7 Overgewicht en obesitas 61
WEEK 6 62
Hoofdstuk 7 Spijsverteringskanaal 62
7.3.2 Lever 62
7.3.3 de galwegen 65
7.4 peritoneum 65
Hoofdstuk 13 spijsvertering/ digestivus 65
13.6 levercirrose 65
WEEK 7 67
Hoofdstuk 28 voeding bij kanker 67
28.1 Voedingsadviezen bij Kanker 67
28.2 Voedingsadviezen bij de behandeling van kanker 67
28.3 Verminderde afweer 68
WEEK 8 69
Hoofdstuk 29 Voedselovergevoeligheid 69
29.1 Vormen van voedselovergevoeligheid 69
29.1 voedselallergie 69
29.1.2 Niet-allergische voedselovergevoeligheid (voedselintolerantie) 69
29.1.3 Voedselaversie 70
29.2 Diagnose en behandeling van voedselovergevoeligheid 70
29.3 Prognose en preventie van voedselovergevoeligheid 71
3
,WEEK 1
18.4
Sterven
● Huidgevoel is vaak het eerste zintuig dat sterft, dit houdt in dat de
pijngewaarwording verdwijnt.
● Daarnaast wordt het gezichtsvermogen ook minder, dit heeft er mee te maken dat
het hoornvlies dof en troebel wordt. Dit ontstaat door het ontbreken van traanvocht
● Gehoor blijft vaak het langst het best
● Circulatie: wordt minder, hierdoor worden ver van het hart gelegen lichaamsdelen
het eerst en snel koud.
● Bloeddruk: neemt af en voor dat het hart er mee stopt wordt de hartslag snel en
onregelmatig
● Ademhaling: traag, onregelmatig en moeizaam
● Spierweefsel: Glad en dwarsgestreept verslapt, hierdoor lukt het niet om een juiste
lichaamshouding aan te nemen. Het hoofd zakt op de borst en de ogen en mond zijn
half open.
● Dit hierboven zijn typische gelaatsuitdrukkingen en gelaatsvorm, dat noem je :
Facies hippocratica.
● Facies hippocratica: spitse, bleke, koele neuspunt. spitse kin, ingevallen slapen,
koele oren, slappe bewegingsloze lippen, slap hangende wangen die met elke
ademhaling mee bewegen. bleke tot asgrauwe kleur en koud zweet op het
voorhoofd.
● Dood treedt op door zuurstofgebrek in de hersenen, het hart klopt vaak nog even
door na de laatste ademhaling.
De overledene
De dood is ingetreden wanneer alle voor het leven belangrijke functies zijn uitgevallen:
Ademhaling, circulatie, hersenfuncties en reflexen. Een aantal verschijnselen treden op:
● Ogen zijn dof en troebel pupilreflex is verdwenen een kwartier na de dood neemt de
oogdruk af.
● Oogdruk vermindert, hierdoor zijn de ogen bij de pupillen te vervormen. Je ziet dan
ook vaak dat de ogen een beetje hoekig worden.
● Na een kwartier tot een half uur ontstaan er bruine of paarse vlekken. Dit noem je de
lijkvlekken, deze ontstaan door stilstaand gestold bloed, in diep gelegen weefsels.
● Rigor Mortis: Lijkstijfheid, Dit ontstaat 2 tot 3 uur na de dood en begint bij het hoofd.
Dit ontstaat door het verstijven van de dwarsgestreepte spieren.
● Het verstijven ontstaat door een grote hoeveelheid calcium welke door gebrek aan
zuurstof in de spieren niet kan worden weggepompt. Na 8 tot 12 uur is het hele
lichaam verstijfd.
● Na 30 uur verdwijnt lijkstijfheid doordat de eiwitten zich gaan ontbinden.
● 24 uur na het overlijden gaat het lijf over naar ontbinding. Dit gebeurt van binnenuit
door bacteriën in de maag en darmen.
● Autolyse: Zelfvertering. Deze enzymen komen vrij in de weefsels en zorgen ervoor
dat cellen worden opgeruimd.
● Gasvorming treedt op bij ontbinding, hierdoor zet de buik op.
Osteoporose
4
, ● Osteoporose = Een skeletafwijking met afgenomen botmassa en een toegenomen
risico op spontane fracturen
● Botsterkte is afhankelijk van:
○ Erfelijke factoren, lichaamsbeweging, zuivelinname en vitamine D of zonlicht
● Jongvolwassenen hebben een piek massa bot, daarna neemt botmassa geleidelijk
af.
● Osteoporose kan worden vastgesteld met de DEXA botmeting
Oorzaken
● Daling oestrogenen postemnopauzaal
● langdurig systemisch gebruik van corticosteroïden
● Gebrek aan beweging, te weinig calcium inname, tekort aan zonlicht, alcoholisme en
roken
Verschijnselen
● Verminderde lichaamslengte is een vroeg teken (krimpen)
● Klachten treden pas op na het ontstaan van fracturen
● Lage rugpijn door ingezakte wervels
● Heupfracturen en polsfracturen
Onderzoek
● Anamnese is gericht op risicofactoren en pijnklachten
● Bloedonderzoek toont normale waarden
● Röntgen kan een botbreuk bevestiging
● DEXA-techniek kan worden ingezet om in de wervels en heup botmassa te bepalen
Behandeling
Preventieve adviezen:
● Voldoende lichaamsbeweging
● voldoende Calcium
● Regelmatig zonlicht
● Vallen voorkomen
● Stoppen met roken
Medicatie
● Bisfosfonaten
○ Remmen de botresorptie door osteoclasten
○ Tasten wel de slokdarm aan
■ Dus rechtop met veel water innemen
● Daarnaast calcium en vitamine D innemen
Enkele reumatische aandoeningen
Reuma is een verzamelnaam voor pijnlijke, niet-traumatische aandoeningen van het
bewegingsapparaat.
● Basisbehandeling
○ Ontlasten en rust
● Onbelaste oefeningen helpen contracturen van kapsel of spieren te voorkomen
● NSAID’s en corticosteroïden werken ontstekingsremmend
● Ontstekingsremmend effect beperkt schade aan het gewricht
5
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ingedemmer1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,00. Je zit daarna nergens aan vast.