Samenvatting schade, afweer, herstel
Zullen we het dan maar eens proberen officiëel te maken met een inhoudsopgave enzo
Inhoud
Celschade en aanpassingen op celschade 2
Wondgenezing 4
Typen afweer & inzoomen op aangeboren afweer 6
Cellen van de aangeboren afweer 6
Complement (met name betrokken bij de aspecifieke afweer) 7
Mechanismen van ontsteking 9
Specifieke afweer: B en T-cellen 15
De B-cel 15
Ontwikkeling van de B-cel in het beenmerg dus 17
De werking van je T-cellen / antigeen herkenning door T-cellen 23
T-cel gemedieerde afweer 25
B-cel gemedieerde afweer 28
Typen IgM 31
Allergische reacties 34
Bepaalde ziektebeelden en ellende 36
Histologie van de practica punten 40
Het diagnostisch proces 41
Histologie plaatjes dump 42
,Celschade en aanpassingen op celschade
Apoptose
- Bij apoptose geen ontsteking
- Geprogrammeerde celdood
- Bij apoptose blijft de inhoud van een vernietigde cel mooi bijeen met een membraan en kan
het complex zelf wel, maar de inhoud individueel niet herkend worden, dus het wordt wel
opgeruimd maar zonder immuunrespons
- De cel-pakketjes worden dan opgeruimd door bijvoorbeeld macrofagen
- Als apoptose massaal optreedt, en de afgesloten afvalpakketjes niet meer effectief
opgeruimd kunnen worden, dan kan je necrotische verschijnselen krijgen maar in principe is
apoptose geen ontsteking
Necrose
- Afvalproducten van cellen zijn dé trigger voor een ontsteking
o Bij het sterven van een cel komt het materiaal in de omgeving terecht. Mitochondria
hebben hun eigen mDNA. Losse mitochondria worden gezien als pathogenen door
ons immuunsysteem want het zijn eigenlijk kleine cellen an zich. Dus
immuunrespons, ontsteking
- Verschillende typen necrose:
o Coagulatienecrose: dit zie je in eiwitrijk weefsel. Het is een eerder “schone” vorm
van necrose want het weefsel behoud zijn vorm. Littekenweefsel is nog wel mogelijk
o Vervloeiïngsnecrose: dit zie je veel in vetrijk weefsel, waaronder de hersenen. Vaak
zie je hier een abces en/of pus. Dikke massa van dode celresten
▪ Een abces heelt niet, pus moet er eerst uit
o Vetnecrose: zie je vaak wanneer veel lipasen vrijkomen die vetten van
lichaamseigen cellen gaan verteren (zelfvertering van het lichaam). Zie je bv bij een
pancreatitis of een trauma
o Gangreen: hele uitgebreide coagulatie met soms vervloeiïng. Zie je vooral in de
extremiteiten. Ernstig beeld
Reperfusie is ook schadelijk?
- Als een weefsel langere tijd ischemisch is geweest en dan in één klap weer op gang wordt
gebracht, is dat ook niet goed omdat zuurstofradicalen zich hebben opgehoopt
Aanpassing van de cel op schade
- Weefsels met veel deling zijn labiel (darmepitheel, beenmerg) en weefsels met weinig deling
zijn stabiel. Ze kunnen wel delen, maar vaak alleen na beschadiging (levercellen). Dan heb je
ook nog permanente cellen (hersencellen en zenuwcellen) en die kunnen niet delen
- Hyperplasie: veel deling van hetzelfde type
o Voor hyperplasie heb je labiele cellen nodig
o Voorbeeld is de melkklier: na een prikkel (prolactine) is er veel deling van cellen,
nodig voor melkproductie
o Eeltgroei is ook een mooi voorbeeld
o Is altijd goedaardig, groei komt door een toename van groeifactoren
- Hypertrofie: cel wordt groter
o Dikkere hartspiercellen bij een sporthart
o Volumetoename
o Kan gepaard gaan met hyperplasie zoals bij obesitas (meer vetcellen maar vetcellen
worden ook groter)
,- Atrofie
o De cel gaat niet dood, maar gaat wel minder eiwit synthetiseren en wordt daardoor
kleiner
o Afname van celvolume door afname van een prikkel die normaal nodig is voor
activatie
o Een voorbeeld is de ziekte polio: bij polio heb je een infectie van motorneuronen.
Daardoor neemt de neurale activatie van skeletspiercellen af en krijg je ontzettende
atrofie van je spieren want die hoeven niks meer te doen
o Atrofie is vaak omkeerbaar. Je hebt ook spieratrofie als je been in het gips heeft
gezeten. Bij polio is het alleen niet omkeerbaar, want die motorneuronen komen
nooit meer terug
o Het mechanisme van atrofie is dat de balans eiwitsynthese / eiwitafbraak is
veranderd. Een cel gaat efficiënter zijn eigen componenten recyclen bij gebrek aan
voeding (autofagie)
▪ In het cytoplasma worden membranen gemaakt die delen van het eigen
cytoplasma omsluiten en dan rijpen. Dat complex heet een autofagosoom,
en dat fuseert met een lysosoom. Dit complex breekt de organellen in het
membraan af
▪ De stoffen worden dan gebruikt of uitgescheiden. Het fagocyteren van eigen
materiaal is een proces dat in het begin ook energie kost
▪ Dit mechanisme is wel erg belangrijk voor gezond ouder worden
- Metaplasie: een ander type cel op de plaats dan normaal is
o Normaal celtype gaat over in een anders gedifferentieerd weefsel
o Door continu reflux van maagzuur in de oesophagus verandert het
oesophagusepitheel langzaam naar maagepitheel, soms zelfs compleet met
slijmbekercellen
o Hetzelfde gebeurt als je rookt: dan krijg je meer type I alveolaire cellen omdat type II
cellen beschadigen
- Dysplasie
o Onomkeerbaar
o De beschadiging is dusdanig, dat er DNA-mutaties optreden
o Dit is per definitie een voorstadium van tumorvoming
, Wondgenezing
Waarom krijgen we littekens?
- Epitheel heeft een heel hoog regeneratief vermogen. Het kan goed delen, en goed
regenereren. Bij een oppervlakkige wond krijg je daardoor vaak volledig herstel
- Bindweefsel: weinig regeneratief vermogen en daardoor vaak littekens. Hierdoor ontstaat
functieverlies, maar de wond is wel dicht
Extracellulaire matrix is van groot belang voor hoe goed een wond kan genezen. Dit is namelijk de
bron van stoffen die structuur geven aan weefsels. Er zijn twee hoofdtypen;
- Lamina basalis
o Bevat vooral type IV collageen en laminine. Dit ligt heel mooi uitgespreid
- Interstitiële matrix
o Bevat vooral vezelrijke typen collageen waar je echt aan kan trekken
o Bevat ook elastine
Die lamina basalis is niet hetzelfde als je basaalmembraan!
- In het basale membraan van epitheelcellen zitten integrinen die contact maken met de
lamina basalis
- Zodra die intergrinen contact maken, is er een signaal voor de cel om te delen. De cel deelt
dan en “groeit” naar boven toe
o Zodra de cel naar boven toe groeit, laat de integrine los. De cel stopt nu met delen,
en kan zich differentiëren
HIF1 Alpha en het naar binnen groeien van de wond
- Als je een wond hebt met een grote bloeding, staat in het midden van de wond het bloed als
het ware “stil”. Dit deel krijgt geen zuurstof meer, en dan krijg je hypoxie
o Als er sprake is van hypoxie, wordt dat HIF1 Alpha geactiveerd. Dit is een eiwit dat
lokaal tot uiting komt en vanuit het “hypoxe” weefsel naar buiten gaat. Het heeft
een effect op de bloedvaten verderop, en stuurt de epitheelcellen aan om naar
binnen te groeien om zo de wond te dichten (want vanuit het midden kan niks
groeien)
▪ Dan krijg je granulatieweefsel. Granulatieweefsel is het op afstand naar
binnen groeien van epitheelcellen. Dat naar binnen toe groeien wordt
gedaan door myofibroblasten: die zijn in staat cellen naar het midden te
trekken
Angiogenese
- Bij normale omstandigheden heb je veel zuurstof en zijn alle cellen intact. Dan heb je weinig
HIF(1alpha)
- Als je weinig zuurstof hebt zoals in het bovenste voorbeeld beschreven, dan worden HIF-
transcriptiefactoren actief. HIF staat letterlijk voor Hypoxia Induced Factor
o En als die transcriptiefactoren actief zijn krijg je secretie van VEGF en daardoor gaan
endotheelcellen zich delen (omdat HIF bindt aan de promotiereceptor van VEGF)