100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Economie Levensloop (LWEO) H1 t/m H6 €4,98
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Economie Levensloop (LWEO) H1 t/m H6

5 beoordelingen
 27 keer verkocht

Samenvatting waar alles in staat van H1 t/m H6 van de lesbrief Levensloop van LWEO. De lesbrief vind ik nogal onduidelijk en daarom heb ik in deze samenvatting alles heel overzichtelijk gezet. Alle formules zijn heel duidelijk. Anders dan bij de samenvattingen van anderen heb ik informatie uit opdr...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 15  pagina's

  • 19 mei 2018
  • 15
  • 2016/2017
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2060)

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: sophievanrijswijk • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: willemverhoeven • 3 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: isabelvanm • 3 jaar geleden

Fijn dat je er wat aan had! Dankje :)

review-writer-avatar

Door: anneschuring7 • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: apbaars • 5 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: isabelvanm • 3 jaar geleden

Vertaald door Google

Jippie!

review-writer-avatar

Door: juulvos11 • 5 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: isabelvanm • 3 jaar geleden

Leuk om te horen, bedankt!

avatar-seller
isabelvanm
Economie proefwerk H1, H2 en H3
Hoofdstuk 1: kiezen
••..•m•
Consumeren en produceren
• Consumeren: het aanschaffen van producten door de eindgebruiker
• Investeren: het aanschaffen van kapitaalgoederen door een particulier bedrijf of
door de overheid.
• Schaars: Een product is schaars als er een offer of inspanning moet worden geleverd
om het te verwerven.

Opofferingskosten
• Opofferingskosten (alternatieve kosten) zijn de gederfde opbrengsten van het beste,
niet gekozen, alternatief. Een voorbeeld:
- Ilse kan kiezen tussen een avondje bioscoop en het wassen van de auto van haar
moeder. Een bioscoopkaartje kost Ilse € 9 en het wassen van de auto van haar
moeder levert haar € 10 op. Beide activiteiten vindt Ilse heel leuk. Als zij kiest voor
de bioscoop zijn de opofferingskosten € 10 en de totale kosten € 9 + € 10 = € 19.
- Maar stel nu dat Ilse het wassen van de auto niet zo leuk vindt en niet bereid is dit
te doen voor minder dan € 8. De opofferingskosten voor het bioscoopbezoek zijn
dan € 10 – € 8 = € 2 en de totale kosten bedragen in dat geval € 9 + € 2 = € 11. De
opofferingskosten zijn in dit laatste geval gelijk aan het (werknemers-)surplus of
de netto opbrengst van het auto wassen.

Budgetlijn
Een budgetlijn geeft de verschillende combinaties van twee bestedingsmogelijkheden bij een
bepaald budget.
• Het budget is een nominaal bedrag: uitgedrukt in euro’s.
• Als men budgetlijnen tekent, en de keuze binnen het budget verandert, dan leidt dat
tot een verschuiving over of langs de lijn. De lijn zelf verandert niet. Deze verandert
alleen als het budget verandert.

Koopkracht
• Koopkracht is geld uitgedrukt in goederen (reële waarde van het geld).
Als het budget van Nico met 20% stijgt en de prijzen van cola en chips stijgen beiden
met 8% is de koopkracht van Nico toegenomen met (120/108) × 100% – 100% =
11,1%.
• RIC = NIC / PIC: indexcijfer koopkracht = indexcijfer nominaal inkomen / prijsindexcijfer

,Speltheorie
Bij de speltheorie wordt voorondersteld dat:
• Beslissingen van de ene partij invloed hebben op de beslissingen van de andere
partij.
• Spelers rationeel handelen.
• De informatie symmetrisch is.
• De uitbetalingsmatrix geeft de te verwachten opbrengsten weer bij een bepaalde
strategie.
• Er sprake is van evenwicht indien de uitkomst van het spel voorspeld kan worden.
Twee dominante strategieën betekent een evenwicht in dominante strategieën.

Gevangendilemma
Voor een voorbeeld, ga naar http://www.youtube.com/watch?v=p3Uos2fzIJ0
De uitbetalingsmatrix ziet er in dit geval als volgt uit:




De dominante strategie is steal! De vrouw volgt die strategie, de man echter niet. Zouden zij
beiden zonder vooraf te overleggen een rationele keuze maken, dan zouden ze beiden
kiezen voor steal. Het resultaat zou dan voor beiden nul zijn. Zoals ook in dit filmpje is te
zien, zou het maken van een afspraak kunnen leiden tot een beter resultaat, maar als je
elkaar niet vertrouwt blijft de prikkel heel sterk om voor eigen belang te kiezen en dus niet-
coöperatief te zijn.

Tit for tat (lik op stuk)
Indien het spel meerdere keren wordt herhaald, zal dat invloed hebben op de strategie
(keuze) van de spelers. Een speler kan dan kiezen voor een coöperatieve strategie en
afhankelijk van de keuze van de ander (wel of niet samenwerken) hierop reageren. Als de
ander ook kiest voor samenwerken zal de eerste speler dit in een volgende ronde herhalen.
Kiest de tegenspeler voor een niet-coöperatieve houding, dan zal de andere speler dit
beantwoorden met .een niet-coöperatieve strategie.

Bindende afspraken
Door het maken van bindende afspraken, afspraken waarbij het niet nakomen ervan
bijvoorbeeld bestraft wordt, kan coöperatief gedrag afgedwongen worden.
• Free-rider of meeliftersgedrag
Meelifters profiteren (maken misbruik) van de inzet van anderen terwijl ze er zelf
niets voor terugdoen/geven.

,Hoofdstuk 2: Jeugd
Inkomensverdeling in Lorenzcurve
Niet iedereen heeft eenzelfde inkomen. Sommige mensen hebben een laag inkomen
en anderen een hoog inkomen.
• Een inkomensverdeling laat zien welk deel (percentage) van het totale
inkomen een bepaald groep (percentage) van de mensen heeft.
• In een grafiek getekend, levert dit een lorenzcurve op. Een lorenzcurve geeft
de mate van ongelijkheid van de inkomensverdeling over personen weer.
• Hoe dikker de buik van de lorenzcurve hoe ongelijker (schever) de
inkomensverdeling.
• In de grafiek van de lorenzcurve:
- zetten we op de horizontale as het cumulatief percentage personen
- op de verticale as het cumulatief percentage van inkomen.
- op de horizontale as van de lorenzcurve komen eerst de personen met de
laagste inkomens en daarna de personen met de hogere inkomens. De
personen met de laagste inkomens vind je dus links en de personen met de
hoogste inkomens rechts op de as.




Nivellering en denivellering
• Wanneer de relatieve of procentuele inkomensverschillen als gevolg van een
herverdeling kleiner worden, is er sprake van nivellering.
• Als de relatieve of procentuele inkomensverschillen groter worden, is er
sprake van denivellering. Denivelleren betekent dat de verhouding tussen
hoge en lage inkomens groter wordt. Economen doen geen uitspraak over de
(on)rechtvaardigheid van een verdeling, politici doen dat wel.

Ruilen over de tijd / intertemporele ruil
Consumeren is het kopen van producten voor de bevrediging van je behoeften. Bij
sparen wordt de consumptie uitgesteld. Bij sparen wordt het moment van
consumptie verplaatst naar de toekomst. Hierbij is sprake van intertemporele ruil of
ruilen over de tijd.
Ook bij consumeren met geleend geld is er sprake van ruilen over de tijd. Door te
lenen wordt het moment van de koop vervroegd, het koopmoment wordt in de tijd
naar voren gehaald. Hierbij ontstaat er een schuld.
De opofferingskosten van consumeren met geleend geld zijn gelijk aan de rente die
over de lening moet worden betaald.

, Werken en doorleren
De intertemporele ruil speelt ook bij de keuze voor werken of doorleren.
• Wie op jonge leeftijd kiest voor een baan, de ‘vroegverdiener’, heeft al op
jonge leeftijd een inkomen en volop mogelijkheden om te consumeren.
• Wie kiest voor doorleren, de ‘laatverdiener’ zal zijn consumptie moeten
matigen. De kans is groot dat de laatverdiener geld moet lenen om zijn studie
te kunnen betalen. Zijn studie is een investering in menselijk kapitaal en dat
betaalt zich uit in een hoger loon dan de vroegverdiener.

Hoofdstuk 3: Risico en Informatie
Transactiekosten
• Transactiekosten: Al de tijd, geld en moeite die het kost om een transactie tot stand
te brengen.
• Naarmate de risico’s van een transactie groter zijn, nemen in het algemeen ook de
transactiekosten toe.
• Een ruiltransactie mondt uit in een overeenkomst of contract (schriftelijk of
mondeling).
• Een volledig contract: Een contract dat geen onzekerheden bevat.

Risicoaversie
Het streven naar volledige contracten wordt ingegeven door het verlangen om risico’s uit te
schakelen. In het algemeen zijn mensen risicomijdend en is er sprake van risicoaversie.

Asymmetrische informatie
Transactiekosten zijn alle kosten die gemaakt worden om de ruil tot stand te brengen.
Transactiekosten zijn terug te voeren op het gebrek aan informatie en vertrouwen. In de
relatie tussen koper en verkoper is er sprake van asymmetrische informatie:
• De ene partij weet dan meer dan de andere partij.
• De koper kan zich wapenen tegen asymmetrische informatie, maar moet dan wel
extra transactiekosten maken.
• Teveel asymmetrische informatie kan ertoe leiden dat een markt niet goed meer
functioneert. Denk in dit geval bijvoorbeeld aan de markt voor tweedehands
brommers.
• Marktfalen: Als een markt niet goed meer functioneert.
• Averechtse selectie: Als een koper die uit was op een goede brommer, met een
slechte brommer naar huis gaat.
Het geven van garantie en het opbouwen van een goede reputatie kan averechtse selectie
en daarmee marktfalen voorkomen.

Verzekeren
Als je een mooie fiets hebt, vind je het heel vervelend als die gestolen wordt. Dat de fiets
gestolen wordt is een risico voor de bezitter van een fiets. Mensen houden niet van risico’s.
Als fietsbezitter vertoon je – zoals dat heet – risico-avers gedrag. Omdat je het risico niet
wilt lopen dat je fiets gestolen wordt, verzeker je de fiets.
• Een verzekering is een overeenkomst tussen een verzekeraar en een verzekerde
waarbij de verzekerde tegen betaling van een premie de garantie krijgt dat een
schade aan de verzekerde door de verzekeraar wordt vergoed.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isabelvanm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,98. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69052 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€4,98  27x  verkocht
  • (5)
In winkelwagen
Toegevoegd