Hoofdstuk 1 – Wat zijn emoties en hoe worden ze onderzocht
Theorieën van emoties
1) Evolutionaire theorie: emoties hebben een biologische adaptieve waarde omdat ze
een probleemoplossend vermogen hebben in de omgeving ter overleving door
gezichtsuitdrukkingen te gebruiken voor onder andere communicatie. DIRECTE
activatie
2) Cognitieve appraisal theorie: emotionele significantie verschillend per situatie en
dus niet biologische hetzelfde. Minimalist approach: set appraisals reduceren tot een
paar basis motieven. Eclectic approach: juist zo veel mogelijk sets vinden om zo alle
verschillende appraisals te kennen. Principled approach: paar dimensies die
voldoende zijn om primaire emoties te voorspellen. INDIRECTE activatie
3) Social constructionist theorie: menselijke staten zijn niet biologisch maar in de
samenleving en cultuur gecreëerd omdat het zo is aangeleerd om te reageren. Emoties
worden verschillend geuit, sommige emoties worden onderdrukt, er bestaan soms
extreme emoties en sommige emoties zijn verdwenen over de eeuwen heen. Moreel
gedragen is hier een kernpunt. INDIRECTE activatie
LeDoux’s neurale wegen
1. Indirecte weg: sensorische thalamus, sensorische cortex, corticale associaties, amygdala
2. Directe weg: sensorische thalamus amygdala
- CZS: hersenen en ruggengraat PZS: perifere zenuwstelsel, somatisch, autonome
zenuwstelsel. Sympatisch: arousal omhoog Parasympatisch: arousal omlaag
Emoties volgens Frijda
- Control precedence: emoties hebben voorrang op al het andere gedrag
- Emoties veranderen iemands relatie tot de omgeving. Evaluatie + Gedragsimpuls
- Er is sprake van het in de war brengen van normaal gedrag en denken
- Het gaat om het proces dat deze verschillende elementen met elkaar verbindt en samen doet
optreden
Emoties volgens Solomon
- Emoties zijn geen natural kind
- Emoties vallen niet allemaal onder de noemer passie
- Integendeel: emoties impliceren keuzes, soms min of meer (on)bewust
- Het is de situatie die ons overvalt, niet de emotie zelf!
Emoties manipuleren in het laboratorium
- Films, muziek of de proefpersoon een emotionele gebeurtenis laten herinneren
- Metingen door Multidimensional scaling (MDS) of factor analyse
- Linguistieke data: hoe ordenen en definiëren mensen emoties. Proefpersonen zijn het vaak
oneens maar er zijn wel meer typische en minder prototypische emotiewoorden.
- Verschillende niveaus hierin: supordinate (positief vs negatief) – basis (boos, blij, verdriet,
angst, liefde, verbazing) – subordinate (laagste niveau en minder prototypisch, zoals ‘geluk’)
- Conclusie is dat emoties fuzzy sets zijn, we kunnen wel alle kenmerken definiëren, maar niet
alle emoties voldoen aan alle kenmerken. Basis emoties (fundamenteel en vormen basis van
complexere emoties) universaliteit en discrete emoties.
, Vocale invloeden op emoties
- Je hoort een stem en dan moet je raden welke emotie daarbij hoort, ofwel decoderen
- Acoustische parameters waarbij de frequentie, toonhoogte, etc. wordt gemeten
- Er is bewijs voor evolutionaire continuïteit van vocale emotie expressies
Autonomisch zenuwstelsel activiteit
- Arousal is volgens James Lange gelinked aan discrete emoties. Onderzocht door de basis
emoties en heart rate, vingertemperatuur, huidcontractie en spieractiviteit te meten.
Emoties in de natuurlijke omgeving
1) Emotionele staat meten in het lab en dat relateren tot metingen van ander gedrag.
Oftewel correlationeel onderzoek, zonder causaliteit
2) Emoties buiten het lab meten door een dagboek of kleine computers. Probleem is ook
dat veel natuurlijke emoties geassocieerd zijn met heel veel psychologische staten
3) Quasi-experimenten waarbij de onderzoeken groepen mensen opzoekt die specifieke
emoties ervaren en een groep die waarschijnlijk een neutrale staat ervaren en tot slot
deze groepen met elkaar vergelijkt
Hoofdstuk 2- Structuur en functies van emoties
Negatief perspectief: emoties hebben een negatieve werking op het functioneren omdat het
voor een chaotische staat zorgt, ruis, irrationeel
Positief perspectief: emoties hebben een positieve werking op het functioneren
Drie benaderingen:
1) Geen functie
2) Wel een functie gehad, maar nu niet meer
3) Functioneel
- Individueel niveau (aandacht voor doelbereiking), dyade (onbewust mimicry voor
bonding), groepsniveau (altruïstische straffen of boosheid)
- Functies: aanpassen, communicatie en als sociale coördinatie
Dimensies en de structuur van emoties
- Arousal, sleep, misery, pleasure. Engagement, disengegament, high negatieve affect, high
postieve affect. High activitation, low activitation, unpleasent, pleasent.
- Kritiek op deze twee dimensionele structuur is dat je bij monopolars niet zowel tegelijk een
positieve en een negatieve gevoel kunt aangeven bij een emotie en de emoties zijn niet per se
afhankelijk van de dimensies.
- Circumplex: correlaties tussen emoties en vormen daarbij een cirkel
- Kritiek is het zelfrapporteren en verbaal uitleggen van je emoties, terwijl je die juist ervaart
Broaden and build functie van positieve emoties
- Positieve emoties verbreden en openen de focus van aandacht daarna leiden positieve
emoties tot het bouwen van fysieke en psychische bronnen die je in de toekomst kunt
gebruiken waardoor je het gedrag herhaald voor bijvoorbeeld sociale bonding.
- Positieve emoties doen de negatieve emoties wegvagen en beschermen zo je gezondheid
- Verder zorgt het ook om een partner te vinden en het te behouden door liefde te tonen