Centrale doel interne markt: Efficiënter maken van handelen in en met andere landen door
obstakels van vrij verkeer weg te halen. Dit maakt het handelen binnen de gehele EU net zo
makkelijk als het handelen binnen één land. Productie kan hierdoor op de meest efficiënte
plek plaatsvinden zodat ieder land zich kan gaan richten op diens eigen relatieve
competitieve voordelen. Het is efficiënter als productiefactoren (arbeid, kapitaal,
grondstoffen en kennis) vrij kunnen bewegen. Als iedereen zich focust op waar ze relatief
het beste in zijn, wordt de productie en daarmee de welvaart verhoogd.
Vrij verkeer kan worden geregeld via: verbodsbepalingen (negatieve integratie) en via
harmonisatie (positieve integratie).
In- en uitvoerheffingen verenigbaar met EU-recht?
Stap 1: Welke vrijheid is in het geding?
Goederen: alle op geld waardeerbare zaken die voorwerp van handelstransacties kunnen
vormen (Commissie t. Italië).
Stap 2: Is er sprake van een grensoverschrijdend element?
Wordt er iets van het ene land naar het andere land vervoerd? Gaat het een grens over?
Stap 3: Is er harmonisatie?
De EU heeft een richtlijn of een verordening opgesteld, waarna voor alle lidstaten hetzelfde
regime van regels geldt.
Stap 4: Is er een belemmering?
Elke last die wordt opgelegd bij het over de grens brengen van een van de vrijheden.
● Financiële belemmering: Er wordt een geldelijke last opgelegd.
Verboden zijn:
i. Art. 30 VWEU → Douaneheffingen (importheffingen) en heffingen van gelijke
werking (elke eenzijdig opgelegde geldelijke last, die wegens
grensoverschrijding over goederen wordt gegeven en geen douanerecht in
strikte zin is, Haahr Petroleum).
1. Dit is in beginsel verboden, maar er zijn twee uitzonderingen:
a. Bauhuis: Reële kosten van EU-rechtelijke verplichte handeling
mogen worden doorberekend in een heffing.
b. Commissie t. Luxemburg: Een lidstaat mag kosten voor een
vrijwillige dienst aan de importeur verhalen op de importeur.
ii. Art. 110 VWEU + Outokumpu → Belastingen, die op zowel ingevoerde
als op binnenlandse producenten worden gelast.
1. Discriminatieverbod: In beginsel mag je op soortgelijke producten
belasting heffen, maar je moet hierbij opletten dat er niet mag worden
gediscrimineerd bij producenten uit andere landen van de EU. De
kosten moeten dus hetzelfde zijn.
2. Beschermingsverbod: Bij concurrerende producten (zoals bij fietsen
en bromfietsen) mag je ook geen belastingen heffen die een
beschermend effect hebben.
, ● Niet-financiële belemmering: Er wordt een non-tarifaire belemmering opgelegd:
Op grond van art. 34 en 35 VWEU is verboden:
○ Een kwantitatieve invoer- of uitvoerbeperking
○ Een ‘maatregel van gelijke werking’, Dassonville → Iedere
overheidsmaatregel die direct of indirect, daadwerkelijk of potentieel de
interstatelijke handel kan belemmeren (Cassis de Dijon: beginsel van
wederzijdse erkenning).
■ Schmidberger → Het nalaten van de overheid om het vrije
verkeer te beschermen van belemmeringen door private
partijen vormt ook een maatregel van gelijke werking. (Het
nalaten kan soms gerechtvaardigd worden uit hoofde van bescherming van fundamentele
rechten, maar dit moet proportioneel zijn.)
■ Producteis, verkoopmodaliteit of gebruiksvoorschrift?
● Verkoopmodaliteiten, Keck-arrest → Verkoopmodaliteiten
zijn geen maatregelen van gelijke werking indien:
1) De maatregel van toepassing is op alle
marktdeelnemers; en
2) Er geen onderscheid gemaakt wordt tussen hoe
zwaar binnenlandse en ingevoerde producenten
worden geraakt door de maatregel.
Ker-Optika: Als internetverkoop wordt verboden is dat ook een
verkoopmodaliteit.
● Gebruiksvoorschriften, Mickelsson en Roos → Vormen wel
een maatregel van gelijke werking indien:
1) Het gebruik aanzienlijk wordt beperkt; of
2) Het gebruik van het product op een karakteristieke
wijze wordt verhinderd.
Stap 5: Kan de financiële belemmering worden gerechtvaardigd?
De belemmering kan worden gerechtvaardigd:
● Op basis van art. 36 VWEU, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. Geen harmonisatie van regels.
2. Maatregel heeft een legitiem doel die in art. 36 staat genoemd.
3. Maatregel is proportioneel: geschikt en noodzakelijk.
4. Geen misbruik of willekeurige discriminatie.
● Indien de maatregel geen onderscheid maakt tussen binnenlandse goederen en
ingevoerde goederen kan de maatregel ook worden gerechtvaardigd op basis van de
“Rule of Reason” uit het arrest Cassis de Dijon → dwingende vereisten van
algemeen belang rechtvaardigen de maatregel. Voorwaarden:
1. Geen harmonisatie van regels.
2. Geen zuiver economisch doel.
3. Maatregel is proportioneel:
Geschikt, het is systematisch en consistent (Conegate)
Noodzakelijk, er is geen minder vergaande optie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jadesimons. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,00. Je zit daarna nergens aan vast.