Leerdoel 1 + 2
Wat is de relatie tussen prijs en hoeveelheid en wat zijn de effecten van prijsstijging
(prijselasticiteit)?
Welk mechanisme verklaart de relatie tussen prijsstijging en vraag?
Prijselasticiteit van de vraag: verandering van de vraag bij een prijsverandering. Stel de prijs
verandert met 1%, hoeveel verandert de vraag dan? Formules:
- Absolute waarde: Δ Q / Δ P
- Percentage: ( Δ Q / Q oud ) / (ΔP / P oud )
- Puntelasticiteit (elasticiteit langs 2 punten op de demand curve):
Q nieuw − Q oud (P oud + P nieuw )/2
P nieuw − P oud * (Q oud + Q nieuw )/2
Wanneer is een product hierbij elastisch?
- 0 → perfect inelastisch
- 0 tot -1 → relatief inelastisch
- -1 → unit elastisch (procentuele verandering van prijs en hoeveelheid zijn hetzelfde).
- -1 tot -oneindig → elastisch
Law of demand: de negatieve relatie tussen prijs van een product en gevraagde hoeveelheid
van het product. Geldig onder ceteris paribus (= alle omstandigheden / andere factoren
blijven constant).
1. De prijs van een product stijgt, dus de vraag wordt minder. Dit product wordt namelijk
een duurdere manier om een behoefte te bevredigen, mensen stappen over op
andere producten. Bijv. stroopwafels ipv chocolate chip koekjes.
2. De prijs van een product daalt, dus de vraag wordt groter. Dit product wordt
goedkoper, andere producten een relatief duurdere manier om een behoefte te
bevredigen.
Demand curve (vraagcurve)
, - Verticale curve: perfect inelastisch. Bij een verandering in prijs verandert vraag niet.
In het probleem de sigaretten.
- Horizontale curve: perfect elastisch. Bij een heel kleine verandering in prijs verandert
de vraag enorm. In het probleem de koffers.
Factoren prijselasticiteit van de vraag:
- Nature of the good
- Primaire goederen: inelastisch, mensen hebben deze nou eenmaal nodig.
Bijv. brood.
- Luxegoederen: elastisch, mensen hebben deze niet per se nodig. Bijv.
vakanties.
- Beschikbaarheid alternatieven / substituten: hoe meer alternatieve producten er
beschikbaar zijn, hoe elastischer de vraag.
- Aandeel in budget consument: hoe groter het aandeel van het product in een budget,
hoe groter het effect van prijsverandering. Bijv. zout is een heel klein deel van het
boodschappenbudget. Bij een stijging in de prijs van zout gaan mensen niet ineens
aanzienlijk minder kopen. Vergelijk bijv met vlees. Als dit ineens fors duurder wordt
kopen consumenten hier minder van, want het is een groter deel van het
boodschappenbudget.
- Tijd: op korte termijn is een product van inelastischer, op lange termijn vaak
elastischer, want mensen kunnen niet ineens overstappen van product. Bijv. als
benzine aanzienlijk duurder wordt blijven mensen op korte termijn in dezelfde auto en
hetzelfde aantal kilometers rijden (inelastisch). Op lange termijn zal men ander
vervoer of een andere soort auto zoeken (elastisch).
Leerdoel 3
Wat zijn de verschillen in prijsstijging en hoe verklaar je dit verschil?
Soorten goederen
- Complementaire goederen: goederen die elkaar aanvullen. Een stijging in de vraag
van 1, zorgt ook voor een stijging in de ander. Bijv. als er meer xboxen verkocht
worden, stijgt ook de verkoop van spelletjes.
- Substitutie goederen: vervangende goederen. Bijv. als de prijs van 1 yoghurt omhoog
gaat, stappen mensen over op een ander merk of vla.
1
, - Luxe goederen: bij een toename in inkomen is er een toename in vraag van deze
producten. Bijv. vliegvakanties of cruises.
- Inferieure goederen: bij een toename in inkomen is er een daling in vraag naar deze
producten. Bijv. vakanties naar een camping in Zeeland.
- Normale / primaire goederen: toename in inkomen zorgt voor een toename in vraag.
Bijv. brood en andere etenswaren.
Prijselasticiteit van de vraag: wat gebeurt er bij
- Inelastische vraag: de prijs kan verhoogd worden, mensen blijven het toch kopen →
evenwicht verschuift → stijging van winst.
- Unit elastische vraag: de procentuele prijsstijging en vraagdaling (en vice versa) zijn
gelijk. Bijv. 1% prijsstijging zorgt voor 1% vraagdaling → winst blijft gelijk.
- Elastische vraag: een prijsstijging zorgt voor een sterkere vraagdaling → minder
winst. Maar ook: een prijsdaling zorgt voor een sterkere vraagstijging → meer winst.
Probleem 2
Leerdoel 1 + 2 + 3 + 4
Interpreteer de 4 grafieken uit het probleem.
Hoe kan een consument nut maximaliseren obv budget?
Welk mechanisme verklaart dit maximaliseringsproces (nut)?
Hoe bereik je het optimale punt bij prijsverandering?
Budget constraint: je hebt niet oneindig veel budget, dus je moet een afweging maken bij het
consumeren van goederen. Wat koop je wel en niet?
Budget lijn: een grafische weergave van wat je kunt kopen als je het hele budget opmaakt.
Het is een weergave van bundels (combinaties) van mogelijkheden.
M= P1 + P2 Hierbij is M inkomen en P prijs. De budgetlijn is afhankelijk van de prijs van
goederen en het inkomen van de consument.
Verandering in inkomen → horizontale verschuiving.
- Meer inkomen: verschuiving naar rechts.
- Minder inkomen: verschuiving naar links.
Verandering in prijs van een product → verticale verschuiving.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jinkeo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.