Survival Psychology
1. Anatomie van een ramp
Voorbeelden van rampen zijn de plagen van Egypte, de aardbeving van Los Angeles, de Titanic, de
wereldoorlogen en Chernobyl. Alle rampen hebben één gemene deler: het menselijke element en de
ellende die wordt veroorzaakt. Het blijkt dat het gedrag van mensen in een calamiteit een patroon
laat zien, waarbij het niet meer van belang is om wat voor soort ramp het gaat.
Gestructureerde benadering
A.H. Barton (1969) beschreef rampen aan de hand van vier dimensies: (1) omvang, (2)
voorbereidheid, (3) snelheid en (4) de duur van impact. Met de omvang van impact bedoelde hij de
geografsche impact op zowel levens als bezitngen. Met voorbereidheid wordt bedoeld in hoeverre
de mensheid efectef kan reageren op een ramp. De derde dimensie maakt onderscheid tussen
plotselinge, graduele en chronische rampen. De laatste dimensie gaat over de lengte van de impact:
kort en scherp, of herhaaldelijk (bijvoorbeeld meerdere aardbevingen in hetzelfde gebied).
Barton maakte onderscheid tussen deze vier dimensies, maar ze kunnen niet compleet los van elkaar
worden gezien. Het begin van een ramp heef namelijk te maken met de voorbereidheid: bij een
langzame onset kunnen mensen zich beter voorbereiden om efectef te reageren. Hoe langer een
ramp zal voortduren, hoe hoger de kans op (dodelijke) slachtofers.
In de typologie van Barton wordt geen onderscheid gemaakt tussen natuurlijke en man-made
rampen. Dit wordt wel gedaan in het vijf-dimensionele model van Berren, Beiegl en Ghertner (1980):
(1) natuurlijk / man-made, (2) duur van impact, (3) persoonlijke impact, (4) kans op terugkeren en (5)
controle over toekomstge impact.
Het model van Gleser, Green en Winget (1981) gaat meer over de impact van een ramp op mensen,
en minder over de fysieke eigenschappen van een ramp. De dimensies zijn: (1) de mate van
levensbedreiging, (2) de mate van ervaring van verlies, (3) de duur van het lijden, (4) de mate van
verplaatsing, (5) de groote van een getrofen groep en (6) de onderliggende oorzaak van de ramp. De
eerste vier dimensies lijken overeen te komen met Berren’s dimensie van ‘persoonlijke impact’.
Ook is het belangrijk om te kijken naar de rato slachtofers en niet-slachtofers. Wanneer er meer
slachtofers zijn dan niet-slachtofers, zijn de psychologische gevolgen ernstger, zoals te zien was bij
de Bufalo Creek overstroming.
Er is een onderscheid tussen een centrale ramp en een perifere ramp. Bij een centrale ramp is een
ramp waarbij de gehele fysieke en georganiseerde gemeenschap is betrokken. Dit leidt tot meer
abnormaal gedrag dan bij een perifere ramp, omdat alle mogelijkheden op onderdak, vluchten, hulp
en fnanciën ook zijn aangetast. Een voorbeeld van een perifere ramp is bijvoorbeeld een
vliegtuigongeluk of een brand in een theater. Doordat de centrale sociale infrastructuur nog intact is,
zullen de psychiatrische consequentes minder groot zijn.
Gestructureerde modellen bevaten vaak teveel dimensies, waardoor ze in de praktjk niet bruikbaar
zijn.
Dynamische benadering
Het classifceren van rampen aan de hand van hun type is nutg om rampen beter te begrijpen, maar
het vertelt weinig over het gedrag van mensen in reacte op een calamiteit.
, Tyhurst (1951): periode van impact – periode van terugslag – periode van post-trauma
Periode van impact: de persoon realiseert zich dat hij serieus in (levens-)gevaar is
Periode van terugslag: nog steeds in gevaar, vermoeidheid, psychologische beperkingen
Periode van post-trauma: veilig, maar fysieke en psychologische moeilijkheden
Glass (1959): pre-impact – waarschuwings periode – impact periode – terugslag – post-impact
Powell (1951): waarschuwing – dreiging – impact – inventariseren – redding – remedie – herstel
Leach (1994): pre-impact (dreiging – waarschuwing) – impact – terugslag – redding – postrauma
2. Psychologische reactes op een ramp
Periode van pre-impact
In de periode van pre-impact kunnen er subtele aanwijzingen voor gevaar zijn. Bij sommige rampen
zijn er echter helemaal geen tekenen en is er geen voorbereiding mogelijk.
De periode van pre-impact wordt opgedeeld in dreiging en waarschuwing. Een voorbeeld van de
verschuiving van dreiging naar waarschuwing is het bombarderen van steden in de tweede
wereldoorlog. Er was een constante dreiging van luchtbombardementen, maar men ging gewoon
door met het dagelijks leven. Pas als de luchtalarmen afgingen, was men gewaarschuwd. De
mogelijkheid dat er echt gevaar dreigt is groter geworden.
Dreiging
Tijdens de dreiging weet men dat er een mogelijkheid is dat er een ramp zal plaatsvinden. Het
menselijk gedrag gedurende deze periode wordt gekenmerkt door inactviteit. Men maakt geen
plannen en voelt zich niet verantwoordelijk voor de situate. De belangrijkste verklaring van de
inactvtteit is ontkenning. Mensen negeren de mogelijkheid dat een ramp hen zal trefen. Bij een
hevige bosbrand in Australië in 1983 was een ten-stappenplan met voorzorgsmaatregelen opgesteld
tjdens de hoge dreiging. ait een onderzoek bleek dat de meeste mensen maar één stap hadden
ondernomen. Hetzelfde wordt vaak gezien bij de dreiging van een vulkaanuitbarstng. Meer
voorbeelden op pagina 14 en 15.
Mensen onderschaten risico’s vaak. Ze zien het risico als minder groot als het in werkelijkheid is. Dit
wordt verklaard door cogniteve dissonante: het gedrag van mensen moet in lijn zijn met hun
overtuigingen, waardoor ze deze bijstellen. Zo zijn ze ervan overtuigd dat het risico niet groot is.
Iemand leef bijvoorbeeld naast een dam die op springen staat. Omdat dit niet logisch is, stelt hij het
risico in zijn hoofd bij: de dam zal vast niet doorbreken. Dit komt doordat men dissonante niet als
comfortabel ervaart. Mensen gaan op zoek naar informate die aansluit bij hun besluit, en zoeken
redenen waarom bijvoorbeeld evacuëren niet praktsch is. Men zoekt hierbij vaak conformate in
andermans gedrag.
Drie andere redenen waarom mensen zich niet voorbereiden voor een ramp:
Planning en voorbereiding kosten fysieke en mentale toewijding
Voorbereidingen brengen vaak fnanciële kosten met zich mee
Wanneer men heef betaalt (verzekering) voelt het alsof men recht heef op een ramp,
waardoor men passief wordt.
Volksmythe: voorbereiden voor een ramp is het aanmoedigen van een ramp
‘Don’t even think about it’
Waarschuwing