100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting belastingrecht voor particulieren II. €8,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting belastingrecht voor particulieren II.

 15 keer bekeken  0 aankoop

Document is een samenvatting van het vak belastingrecht voor particulieren II. Hierin wordt de schenk- en erfbelasting besproken. Tijdens de onderwijsgroepen werd gewerkt met het studieboek "cursusbelastingrecht studenteneditie schenk- en erfbelasting". Hier is dus een groot deel van de informatie ...

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • Ja
  • 19 januari 2024
  • 25
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
emmapapadopoulos
Samenvatting bijeenkomsten BVP II

Week 1: bijeenkomst 2

Bij verkrijging onder algemene titel treedt de verkrijger als het ware in de schoenen
van de vorige eigenaar (bijvoorbeeld door overlijden). Die ontvangt de erfgenaam
 Erfgenaam treedt van rechtswege in de rechten en plichten van de erflater.
- Onder algemene titel is bijvoorbeeld trouwen in gemeenschap van goederen
ook.

Verkrijging onder bijzondere titel vekrijgt de verkrijger de zaken en/of rechten op
basis van bijvoorbeeld een koopovereenkomst. Hier moet er sprake van van
bijvoorbeeld sprake zijn van een notariele akte, hier gebeurt het niet rechtswege.

Wanneer ben je aanmerkelijkbelanghouder?
- Hiervoor moet je kijken naar artikel 4.6 wet IB. iemand is volgens dit
wetsartikel aanmerkelijkbelanghouder indien hij/ zij alleen of tezamen met
partner voor ten minste 5% van aandelen heeft.

Gevolgen van overlijden voor aanmerkelijkbelangregeling
- Het overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder is een moment voor de
belastingdienst om belasting te heffen, er is dan sprake van een fictieve
vervreemding.
De erflater rekent dan af over het verschil tussen de werkelijke waarde en de
verkrijgingswaarde van de aandelen
 Artikel 4.16 lid 1 sub e wet IB (in de wettekst staat overgang onder algemene
titel, en een erfenis is een overgang onder algemene titel)
De overgang onder algemene titel wordt door artikel 4.16 lid 1 sub e wet IB bij
wetsfictie bestempeld tot een vervreemding. Daarbij heeft de wetgever in het
bijzinder het oog op de overgang krachtens erfrecht en huwelijksvermogensrecht.
- Artikel 4.40 wet IB kent een faciliteit dat de vervreemdingsvoordelen (nog)
niet belast worden: de oorspronkelijke verkrijgingsprijs wordt doorgeschoven,
met wel als voorwaarde dat op grond van artikel 4.11 wet IB een fictief
aanmerkelijk belang ontstaat.
 Doorschuiven van de verkrijgingsprijs erfrecht  artikel 4.17a jo. 4.39a wet IB
Artikel 39a wet IB  bij overlijden schuift de verkrijgingsprijs van
aanmerkelijkbelangaandelen in bepaalde situaties door van de erflater naar de
erfgenaam. Dat geldt alleen voor het deel van de overgang krachtens erfrecht dat
niet als vervreemding wordt aangemerkt (artikel 4.17a wet IB). De belangrijkste
voorwaarde voor doorschuiving van de verkrijgingsprijs is dat de vennootschap een
materiele onderneming drijft. (Voor een materiele onderneming kijk naar artikel 3.2
wet IB)

- Artikel 4.17 wet IB geldt voor de overgang krachtens
huwelijksvermogensrecht. Trouwen in gemeenschap van goederen als
aanmerkelijkbelanghouder dan is er in feite sprake van een fictieve
vervreemding MAAR die wordt op grond van artikel 4.17 wet IB genegeerd en
niet als vervreemding aangemerkt.
Artikel 4.17 van de wet IB bewerkstelligt dat de in artikel 4.16 lid 1 sub e wet
IB opgenomen fictieve vervreemding bij een overgang krachtens

, huwelijksvermogensrecht of nij verdeling van huwelijksgemeenschap anders
dan bij overlijden in een groot deel van de gevallen niet aan de orde is.
 Op grond van artikel 4.17 en 4.17a wet IB kun je je dus verzoeken op de
dooschuifregeling van artikel 4.40 wet IB (en 4.39a wet IB). Op grond van
artikel 4.38 wet IB kunnen ze op verzoek afrekenen wanneer ze willen (dus
gewoon de belastingclaim betalen)

Indien je wilt afrekenen moet je de waarde van de aandelen bepalen op grond van
artikel 4.22 wet IB. bij overlijden wordt de waarde op het moment van overlijden
overgehouden.

Wat houdt het reht van vruchgebruik in?
- Artikel 3:201 BW
Je hebt het recht op het gebruiken van een goed dat niet tot jouw eigendom behoort.
‘Vruchtgebruik geeft het recht om goederen die aan een een toebehoren, te
gebruiken en daarvan de vruchten te genieten’
- Op grond van artikel 4.3 jo. 4.6 wet IB ben je ook gewoon een
aanmerkelijkbelanghouder met een vruchtgebruik.
 Sub a van artikel 4.3 wet IB ziet zich op genotsrechten van een aandeel.
- Het vruchtgebruikwaarde is het waarde in het economisch verkeer

Blote eigendom
Het blote eigendom houdt in dat het eigendom hebt over een goed of zaak, maar niet
het genot.
- Wanneer het vruchtgebruik eindigd dat wordt het blote eigendom van
rechtswege een volle eigendom. Dit volgt uit artikel 4.49 wet IB en 4.53 Wet
IB.
- Een lagere verkrijgingsprijs is een nadeel want dan heb je meer voordeel en
dan moet je meer afdragen. Want overdrachtsprijs – verkrijgingsprijs 
hierover moet je belasting betalen.


Week 2: bijeenkomst 1
(Aandelen) waardering box 2 en 3 en belastingheffing

- Je hebt courante aan delen en incourante aandelen
 Incourante aandelen; zijn aandelen die niet/ zelden op de beurs worden
verhandeld
 Courante aandelen; aandelen die op de beurs worden verhandeld

Waardering van incourante aandelen;
 Bij de waardering van aandelen in een familie-BV worden een of meer van de
volgende waardebegrippen gehanteerd
 De intrinsieke waarde
 Rentabiliteitswaarde
 De rendementswaarde
 De liquidatiewaarde
 De discounted cashflow waarde

, Belangrijke begrippen:
- Rendementswaarde: is het bedrag dat een potientiele koper voor het
aandeel over heeft op grond van de kapitalisatie van de toekomstige op dat
aandeel te verwachten opbrengsten, zoals contant dividend, winstbonussen
en dergelijke.
 Bij het berekenen van de rendementswaarde dient een vergelijking te
worden gemaakt tussen de dividendverwachtingen van de te waarderen
aandelen en het gemiddelde rendement op aandelen in het algemeen.
Rendemenstwaarde = het te verwachten rendement/ normatieve rendement
*100%
- Intrinsieke waarde: is de waarde die aan een aandeel kan worden
toegerekend op grond van de waarde van het vermogen van de venootschap.
Bij het bepalen van de intrinsieke waarde.
 Voorbeeld van berekening van intrinsieke waarde staat op pagina 1290 van
het boek
- Rentabiliteitswaarde: wordt gebasseerd op de toekomstige winstverwachting
van de onderneming en kan worden omschreven als de contante waarde van
de verwachte toekomstige winsten.  Je hebt geinvesteerd in bv als
aandeelhouder en de vraag is wat dat opbrengt? Wat verwacht je van
toekomstige winsten etc?
- Liquidatiewaarde: wordt verstaan de waarde die zou worden uitgekeerd
indien de onderneming op de peildatum zou worden geliquideerd.
- Normatieve rendement: is het normale (gebruikelijke dividend) in die branch

Ben je een minderheidsaandeelhouder dan bereken je via de rendamentswaarde,
ben je een meerderheidsaandeelhouder dan doe je het via een andere
waarderingsmethode berekenen  of een gemiddelde van deze, bij elkaar optellen
en dan delen door 2

Waardering cryptovaluta en verhuurd onroerend goed.
 Bitcoins is op grond van artikel 5.3 lid 2 sub f een box 3 vermogen, je wordt
hierdoor belast over het bedrag dat je hebt en niet de winsten en verliezen hiervan.
Van de cryptovaluta moet de waarde in het economisch verkeer worden
aangegeven op 1 januari (peildatum). Daarbij moet de koers worden gehanteerd van
het gebruikte omwisselplatform
- Echter wanneer je elke dag bezig bent met het verhandelen van deze bitcoins
is er sprake van een resultaat uit overige werkzaamheden.  Artikel 3.90
wet IB

 Kantoorpanden behoren op grond van artikel 5.3 lid 2 sub a wet IB tot een box
3 vermogen. Dit is indien er niet wordt voldaan aan het vereisten van artikel 3.90 jo.
3.91 wet IB meer dan normaal vermogensbeheer. Indien hier wel aan wordt voldaan
dan is er sprake van een resultaat uit overige werkzaamheden.
 Deze inkomsten behoren in box 3 en worden belast in box 3  ogv artikel
5.20 wet IB wordt de woz- waarde opgenomen in box 3 vermogen.
 Lid 3 is van toepassing indien er sprake is van verhuur  is niet van
toepassing hier, dit artikel betreft alleen woningen en NIET panden.
 5.19 jo. 5.20 wet IB.
 Indien een pand uit het prive vermogen wordt verhuutd aan de BV dan is er
sprake van de terbeschikkingsregeling:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmapapadopoulos. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73091 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,49
  • (0)
  Kopen