WG 1
Databestand openen
à dubbel klikken
Of
à File à Open à Data à bestand kiezen
Hoeveel respondenten zi:en er in de dataset?
à kijk bij data view naar het aantal in de rij links
Hoeveel variabelen zi:en er in de tabel?
à kijk bij variable view naar het aantal links in de rij
Syntax openen
à File à New à Syntax
Syntax ANNOTEREN
à * naam van de opdracht - [Naam student]. à Enter (witregel) à selecteer en run de syntax
met de groene knop
BVB welke vormen van milieubewust gedrag worden in de (Q20a-Q20f) zes stellingen
bevraagd?
à kijk bij de vragenlijst welke vragen dit zijn à bij het vb is dit: Glas sorteren voor recyclen,
groente/fruit zonder pesTciden kopen, minder autorijden, thuis energie besparen, water
besparen, bepaalde producten niet kopen.
BVB Hoeveel antwoordcategorieën zijn er?
à kijk bij de vragenlijst hoeveel antwoordcategorieën er zijn à in dit geval 4 ‘valide’
antwoordcategorieën. De vijfde antwoordcategorie is: ‘dit is niet mogelijk waar ik woon’
wanneer wordt gevraagd hoevaak iemand milieubewust gedrag vertoont.
BVB Wat betekent een score van 2 op de stellingen?
à kijk bij de vragenlijst hoe de antwoorden staan à in dit geval het label ‘oYen’ (de rest is (1)
always, (2) oYen, (3) someTmes, (4) never en dus (8) not available where i live.
Wat betekent getal 8 bij missing?
à de waarde 8 verschilt per variabele, 8 wordt als missing gegeven waarom respondenten
geen valide antwoord kunnen geven (zoals: recyclen is niet beschikbaar waar ik woon).
, SignificanTe
P<.05 à als je P kleiner is dan .05 zijn je bevindingen significant
Bij betrouwbaarheidsintervallen à als je BI’s niet met elkaar overlappen en er geen 0 is, zijn je
bevindingen significant.
Je geeY alTjd de concrete p-waarde. Dus, bijvoorbeeld p = 0.384 (niet significant), of p = 0.033
(wel significant bij alfa van 0.05).
Alleen als het lager dan 0.001 is, schrijf je p < 0.001. Bij 0.000 is het belangrijk te vermelden
dat het kleiner dan 0.001 is (< 0.001)
Onafankelijke variabele = de vermoedelijke oorzaak, de predictor genaamd X. Deze heeY
invloed op iets anders.
Afankelijke variabele = het vermoedelijk gevolg, de outcome genaamd Y. Deze wordt
beïnvloed door iets anders
Variabelen hercoderen (we willen ze negaTef à posiTef)
à Stellingen zijn soms verkeerd om gecodeerd, een score van 1 betekent ‘always’ en 4 ‘never’.
We willen die stellingen dus eerst hercoderen, zodat het van never (1) naar (4) always gaat
lopen. Alleen als variabelen dezelfde manier op gecodeerd worden kunnen ze tegelijkerTjd
worden gehercodeerd.
à Transform à Recode into different variables à sleep alle variabelen die je wil hercoderen
naar het middelste vak à definieer in elk vak ‘Output Variable’ voor iedere variabele een
nieuwe naam (bvb :v55rec) klik op ‘change’. (Hiermee geef je SPSS de opdracht om nieuwe
‘recoded’ variabelen aan te maken.) à Onder ‘old and new values’ kun je aangeven hoe de
variabelen gehercodeerd moeten worden (links de oude waarde, rechtsboven de nieuwe
waarde à klik op add à vergeet all other values à system missing niet! à In het scherm
‘Old -> New is een overzicht van de veranderingen zoals:
1à4
2à3
3à2
4à1
All other values (ELSE) à system-missing (SYSMIS)
à Klik op conTnue en paste à run de syntax à * en een annotaTe om aan te duiden wat je
hebt gedaan. à Onder aan de dataset zie je de nieuwe variabelen (variable view). Controleer
nu nog drie dingen
1. Het meetniveau
2. Of je in de dataview alle waarden terugziet (bvb 1, 2, 3, 4, en missings)
3. Of de missings goed zijn gedefinieerd
à als je in de variable view naar je nieuwe variabelen kijkt, zie je dat de kolom ‘label’ leeg is.
Maak een korte beschrijving voor de duidelijkheid (niet verplicht). Bvb: ‘recycling glass recode